Naar de content

'Raar, maar waar'

Het thema van de Kinderboekenweek 2015 is natuur, wetenschap en techniek.

CPNB

De kinderboekenweek is weer begonnen en dit jaar is zij ‘Raar, maar waar’, want het thema is natuur, wetenschap en techniek. De Kennislinkredactie deelt haar eigen jeugdfavorieten binnen dit thema.

‘Raar, maar waar’, dat is het motto van de Kinderboekenweek 2015 van 7 t/m 18 oktober, die draait om natuur, wetenschap en techniek. Op onderzoek uitgaan en te weten willen komen hoe de wereld in elkaar zit is een natuurlijke drijfveer van kinderen. Antwoord op de vraag waarom iets zo is of hoe iets werkt kunnen zij aan den lijve ondervinden, maar óók door er boeken over te lezen. De Kennislinkredactie deelt hieronder haar eigen jeugdfavorieten binnen dit thema.

Het dagboek van Nurdius Maximus in de Lage Landen

Door Tim Collins

Wilde barbaren, legerkampen en stinkende moerassen. Nurdius Maximus is een avontuurlijke dertienjarige Romeinse jongen die graag een held wil zijn. In dit deel (er zijn er dus meer) moet zijn vader op reis naar de Lage Landen en mag Nurdius na lang zeuren met hem mee.

Nurdius houdt een reisverslag bij, en met humor en leuke illustraties schrijft hij over de wild uitziende barbaren die ze tegenkomen. Hij verbaast zich over hun rare gewoontes, zoals het dragen van broeken en poepen in het moeras. Maar al snel sluit hij vriendschap, en blijken die wilden niet zo dom als hij dacht.

De Nurdius Maximusboeken lijken op de populaire serie ‘Dagboek van een loser’ maar dan educatiever. Zonder dat je het door hebt, leer je tijdens de avonturen van Nurdius een hoop over de manier van leven van Romeinen en hun gekke tijdgenoten. – Marjolein Overmeer, redacteur Geesteswetenschappen –

Lees meer over ‘Het dagboek van Nurdius Maximus in de Lage Landen’

——

Dooie dino’s

Door Martin Oliver

“Ik ben lekker dooier dan jij”, zegt een dino tegen een dodo. Of, naast een tekening van een flatgebouw: “Goedemorgen! De glazenlikker.” Het zijn deze superleuke teksten en tekeningen die dit boekje over de helden van de geologische tijd, die meer dan honderd miljoen jaren in alle soorten en maten over de aarde regeerden, zo ontzettend grappig maken.

Maar leerzaam is het ook, want het boekje staat vol met wetenswaardigheden over deze voorlopers van onze vogels. De ontdekkers van de dinobotten in de 19e eeuw passeren de revue, evenals wetenswaardigheden over fossielen en theorieën over de planeet aarde, zoals de platentektoniek van Alfred Wegener. Dat alles gegoten in een speelse vorm, met vraag en antwoorden, strips en leuke teksten met soms allitererende subkopjes (zoals knusse kuddes).

Dooie dino’s is in meerdere uitgaven op de markt. Als boekje van 156 pagina’s, maar ook als omkeerpocket, gecombineerd met een thema als de prehistorie (‘Steengoed die steentijd’). Dooie dino’s maakt deel uit van de educatie serie van Kluitman, Waanzinnig om te weten. Door de sympathieke prijs een ideaal cadeau voor (kinder-)feestjes. – Annemieke van Roekel, redacteur Aarde & Klimaat –

Lees meer over ‘Dooie dino’s’

——

De Telduivel

Door Hans Magnus Enzensberger

Op de basisschool was ik zo bang voor rekenen dat ik al moest huilen om een breuk. De juf haalde dan ook opgelucht adem toen ik het boek de Telduivel cadeau kreeg.

Hoofdpersoon Robert is tien jaar oud en heeft een hekel aan rekenen. Op een nacht krijgt Robert bezoek van de Telduivel, een oud heertje ter grootte van een sprinkhaan.

De Telduivel probeert Robert te vertellen dat de meeste getallen heel onschuldig zijn. Maar Robert is zo boos dat zijn dromen nu ook al over rekenen gaan, dat hij ruzie maakt met de even opvliegende Telduivel. Toch blijft de Telduivel terugkomen en langzaam leert Robert getallen te waarderen.

Onverstandige getallen die zich grillig gedragen en achter hun komma tekeergaan zijn namelijk best leuk. En met kokosnoten driehoeksgetallen gooien is leuker dan uit je hoofd 121,4 delen door 75. Rekenen ben ik nooit echt leuk gaan vinden, maar bang voor breuken was ik na het lezen van dit boek niet meer. Bovendien: rekenen doet je zakjapannertje wel voor je, aldus de Telduivel. Wiskunde is heel iets anders. – Lot Isarin, redactiestagiair –

Lees meer over ‘De Telduivel’

——

Ongelooflijk raar/waar

Door Govert Schilling

Het metaal van een schaar in je hand komt uit geëxplodeerde sterren, in een snel ruimteschip word je minder snel oud, en de meeste materie in het heelal is onzichtbaar.

Het universum is raar en dat laat Govert Schilling zien in zijn kinderboek ‘Ongelooflijk raar/waar’. In vijftig bizarre stellingen (die allemaal waar zijn) leer je precies hoe het heelal in elkaar steekt. Daarnaast staat het boek boordevol leuke feitjes. Zutphen is een krater op Mars, er zijn honderd keer meer sterren in het heelal dan zandkorrels op aarde en op Venus ben je om de andere dag jarig!

Als je nog niet onder de indruk was van het heelal, dan ben je dat na dit boek zeker. Af en toe gaat Schilling misschien wel een beetje snel, maar hij legt alles glashelder uit. Er is ook zoveel te vertellen over het universum… – Roel van der Heijden, redacteur Natuurkunde & Techniek –

Lees meer over ‘Ongelooflijk raar/waar’

——

Het malle ding van bobbistiek

Door Leonie Kooiker

Bobbie houdt er van toverdrank te maken. Daarvoor gebruikt hij de beker op zijn wastafel. Meestal lukt het niet helemaal, vaak zelfs helemaal niet. Maar op een dag heeft hij een goedje gemaakt dat keihard en stevig blijkt te worden als het nat wordt.

Daarvan – en met de spullen uit de kist met ‘dingen waar je nog iets aan hebt’ – bouwt hij samen met zijn broer een vliegtuig in de vorm van een ei. Daarmee beleven ze allerlei avonturen.

Wie van wetenschappelijke feiten houdt heeft niks aan dit boek. Wie technische tips wil over het bouwen van een vliegtuig eigenlijk ook niet. De reden om het boek te lezen is het magische gevoel dat het oproept, en de drang die je gaat voelen om zélf uitvinder te worden. Wie weet, als je maar genoeg uitprobeert en een beetje geluk hebt, blijk je straks zelf óók per ongeluk iets fantastisch gemaakt te hebben! – Marlies ter Voorde, redacteur Aarde & Klimaat –

Lees meer over ‘Het malle ding van bobbistiek’

——

Ik ben Kaat!! Uitvinder

Door Tim Gladdines & Doesjka Bramlage

Met een broodrooster, een poezenmand en een oud dekentje, een elektrische voetenverwarmer maken voor mama. Of van touwen, een ladder, emmer, riem en spons een handige ramenlapmachine creëren. Het meisje Kaat is bijzonder vindingrijk. Ze combineert alledaagse voorwerpen tot de meest gekke uitvindingen, die het leven net iets makkelijker en aangenamer maken. “Een uitvinder verzint dingen die niet bestaan, maar die heel handig zijn als ze wel bestaan”, volgens Kaat.

Maar dat uitvinden verloopt niet altijd volgens plan. Soms werkt iets niet en moet Kaat lang knutselen of kan een creatie opeens iets anders veel beter dan waarvoor hij was gemaakt. Dat is juist leuk, benadrukt Kaat terecht. Want uitvinden gaat met vallen en opstaan. En draait om nieuwe ontdekkingen. De mooiste uitvinding wil ze aan het eind van het boek doen: een ‘Automatische Rommel-Opruimer’. Want bij uitvinden maak je tenslotte vaak een troep. Maar of dat wel helemaal goed gaat moet je zelf maar lezen. Het is een heerlijk fantasierijk boek met mooie tekeningen, dat kinderen ongetwijfeld aanzet om nieuwe, gekke dingen te maken. – Robert Visscher, redacteur Techniek –

Lees meer over ‘Ik ben Kaat!! Uitvinder’

——

Misschien wisten zij alles

Door Toon Tellegen

Met ‘Misschien wisten zij alles’ stap je in de fantasierijke dierenwereld van Toon Tellegen. De eekhoorn, de mier, de olifant, de boktor en alle andere dieren uit het bos filosoferen zich een slag in de rondte.

De verhalen spelen zich af in een dimensie die kinderen vanzelfsprekend voorkomt. Volwassen worden echter uitgedaagd hun ratio even in de ijskast te parkeren. Dat de egel ‘de zekerheid dat de zon ‘s ochtends altijd weer opgaat’ voor zijn verjaardag vraagt, is bijvoorbeeld heel gewoon.

De excentrieke dieren plaatsen aan de lopende band vraagtekens bij ‘de zin’ van een woord, ding of fenomeen. Door zuivere observaties en vrijelijk van gedachten te wisselen ontstaan vaak, maar zeker niet altijd, inzichten. Dit prikkelt absoluut om zelf eens van bril te wisselen en niets zomaar voor lief te nemen; een houding die ook wetenschappers niet vreemd voorkomt. Het mooiste aan het boek is misschien wel de gelaagdheid. Daar kan geen spekkoek tegenop! – Stefanie Kraanen, redacteur Hersenen & Gedrag –

Lees meer over ‘Misschien wisten zij alles’

——

Hee, dit is een top idee!

Door Monique van der Zanden

‘Hee, dit is een top idee!’ is een boek over uitvinden. Een jongetje kijkt zijn kamer rond. Hij ziet daar allemaal mooie spullen liggen: een kar, een bal, een sok. Al die dingen zijn door iemand uitgevonden, maar hoe en door wie?

Daar kom je in dit boek achter. Iedere bladzijde bestaat uit drie onderdelen. Linksboven staat de uitvinding als los woord, bijvoorbeeld ‘bal’. Kleuters die net hun eerste letters leren, kunnen deze korte woordjes zelf lezen. Op de rechter pagina staat een eenvoudige tekst met plaatjes, geschikt voor de iets verder gevorderde lezers. En linksonder lees je over iedere uitvinding een kort verhaaltje.

Ouders kunnen dit aan hun kleuter voorlezen, maar oudere kinderen kunnen het ook aan hun kleinere broertje of zusje voorlezen. Kortom, dit is een familieboek waarin je samen leert over de leukste uitvindingen. – Elles Lalieu, redacteur Medische Wetenschappen & Synthetische Biologie –

Lees meer over ‘Hee, dit is een top idee!’

——

Bibi’s doodgewone dierenboek

Door Bibi Dumon Tak & Fleur van der Weel

We weten van alles over bijzondere dieren die we waarschijnlijk nooit in het echt zullen zien. Maar van de dieren we dagelijks tegenkomen weten we niks. Behalve dat ze saai zijn of vervelend. Dat is niet terecht. Die ‘doodgewone’ dieren zijn ook heel bijzonder, je moet het alleen even weten.

Neem nou de hoofdluis. Het is toch heel bijzonder dat die een soort rietje heeft waarmee hij je hoofdhuid kan openzagen? Of dat de zeester zijn maag in een opengewurmde mossel kan laten glijden?

Bijzonder is overigens niet hetzelfde als leuk. Dumon Tak deinst er niet voor terug harde oordelen uit te spreken. Zilvermeeuwen zijn hooligans, de driedoornige stekelbaars is een aansteller en het zevenstippelig lieveheersbeestje is een laffe valsspeler. Die recht-voor-z’n-raaptoon maakt dit boek zo leuk om (uit voor) te lezen. En daarna kijk je heel anders naar pissebedden, koolmezen en naaktslakken. – Esther Thole, redacteur Scheikunde –

Lees meer over ‘Bibi’s doodgewone dierenboek’

——

Willewete. Dinosaurussen

Door Jozua Douglas & Barbara van Rheenen

Dino’s met een bek van wel twee meter: heel erg lang geleden liepen ze rond op aarde. Hoe zagen dino’s er uit, wat aten ze en hoe bouwden ze een nest voor hun baby’s? Dat en meer leren kinderen in ‘Willewete. Dinosaurussen’ aan de hand van een ware dinojacht.

In dit informatieve prentenboek krijgt het leven van de lang uitgestorven dino’s vorm door geestige prenten die een antwoord geven op bovenstaande vragen. Verder staan op elke pagina geinige ‘wist-je-datjes’. Wist jij bijvoorbeeld dat dinosaurussen stenen aten en waarom?

Het aardige aan dit boek is dat de auteurs ook ingaan op het werk van de ‘dinoprofessor’ en welke spullen deze onderzoeker gebruikt om botten en drollen op te graven. We weten nog zoveel niét over dino’s. Die dingen kunnen toekomstige dinoprofessors voor ons uitzoeken.

Overigens werkte er aan dit boek ook een wetenschappelijk onderzoeker mee van Naturalis. ‘Willewete. Dinosaurussen’ is een speels kinderboek dat ook nog eens wetenschappelijk verantwoord is. – Mariska van Sprundel, redacteur Functionele Moleculaire Systemen –

Lees meer over ‘Willewete. Dinosaurussen’

——

Jij bent je brein

Door Dick Swaab & Jan Paul Schutten

Wie kun je nu beter om hulp vragen voor je spreekbeurt over hersenen dan Dick Swaab, schrijver van de bestseller ‘Wij zijn ons brein’? Maar een ‘hoogedelgeleerde heer’ als Swaab is natuurlijk veel te druk om scholieren te woord te staan. Met wat lichte chantage weten Jelle en Ionica de hoogleraar toch zover te krijgen al hun vragen te beantwoorden.

Samen met kinderboekenschrijver Jan Paul Schutten herschreef Dick Swaab zijn bestseller ‘Wij zijn ons brein’ voor kinderen vanaf een jaar of tien. In de vorm van een mailwisseling komen onderwerpen als vrije wil, geheugen, homoseksualiteit, verslaving, religie en het puberbrein aan bod.

Met zo’n complex onderwerp is enig jargon onvermijdelijk, maar Swaab en Schutten weten dit aardig laagdrempelig te brengen. Ook een aanrader voor volwassen die het originele werk een te dikke pil vinden en toch mee willen kunnen praten. – Erica Renckens, redacteur ‘Over taal gesproken’ –

Lees meer over ‘Jij bent je brein’

——

Leeftijd: vanaf 6 jaar, ook leuk voor volwassenen Uitgeverij de Harmonie

Het Dierelirium van professor Revillod

Door Javier Sáez Castán & Miguel Murugarren

In 2012 werd voor het eerst sinds 12 jaar de Boekensleutel uitgereikt, een prijs die bij hoge uitzondering wordt uitgereikt voor een vernieuwend kinderboek, dat buiten de reguliere categorieën valt. Hij ging die dag naar Het ‘Dierelirium van professor Revillod’.

‘Dit schertsend en leerzaam allerlei’ bevat 4096 dieren die je zelf kunt samenstellen uit steeds drie onderdelen: kop, romp en staart. Het boekje ziet eruit alsof het door ontdekkingsreizigers in de 18e of 19e eeuw is getekend. Het heeft een ringband en is in drie delen geknipt dus al bladerend stel je zelf de meest wonderlijke dieren samen. Elk schepsel wordt voorzien van een bijpassende omschrijving, bestaande uit dier / eigenschap / leefomgeving.

Zo is het eerste exemplaar dat je tegenkomt een O-Li-Fant. Met de omschrijving Almachtige dikhuid / trots gevaarte / uit India. Dat klinkt nog bekend. Maar al snel wordt het een fantasierijk feest, met onder andere de Tor-Koe-Hoorn, een lepe vogel met grote graslust uit de woestijn. Of wat dacht je van de Kangoe-Wi-Sem, een lieftallig diertje met zeer kleine vleugels uit kalme wateren. Ook mooi: het prik-tij-beest, een vreedzame reus met gestreepte vacht in sappige weiden.

Het boek sluit af met tien vragen die je op speurtocht sturen door het boek. Prachtig vermaak voor het hele gezin. – Anne van Kessel, redacteur Biologie –

Lees meer over ‘Het Dierelirium van professor Revillod’

——

De wereld van Sofie

Door Jostein Gaarder

Filosofie wordt nogal eens geassocieerd met ingewikkelde of zelfs saaie zaken. ‘De wereld van Sofie’ laat je echter zien hoe spannend filosofie kan zijn.

Het boek is een avonturenroman: hoofdpersoon Sofie ontvangt anonieme briefjes met vragen als ‘wie ben jij?’, waarna ze aan een zoektocht vol belevenissen begint.

Intussen leer je van alles over de ideeën van bekende westerse filosofen, en hoe die beïnvloeden hoe we nu denken en doen. Bovendien ontdek je misschien wel dat jouw mening over bepaalde zaken minder toevallig is dan je denkt, maar voortkomt uit een bepaalde kijk op de wereld.

Na het lezen van dit boek weet je daarbij zoveel van filosofen en hun denkbeelden af, dat je die kennis prima kunt gebruiken in alledaagse situaties. Om je discussies met vrienden wat meer sjeu te geven bijvoorbeeld of om beter te kunnen achterhalen waarom je nou iets vindt; of juist waarom er op bepaalde vragen geen antwoorden zijn. – Marloes van Amerom, redacteur Maatschappij –

Lees meer over ‘De wereld van Sofie’

——

Ik zoek een woord

door Hans & Monique Hagen

Voorlezen is heel goed voor de taalontwikkeling van kinderen. Maar ook taalspelletjes, zoals rijmen, helpen jonge taalgebruikers om hun taalbewustzijn te versterken. Ook kinderen die het Nederlands als tweede taal leren, zijn hier enorm bij gebaat. Maar bovenal vinden kinderen verhalen met rijm gewoon leuk, is mijn ervaring.

In Ik zoek een woord zijn 167 gedichten te vinden over taal. Voor het grootste deel zijn het gedichten van Nederlandse schrijvers, zoals Toon Hermans, Annie MG Schmidt en Joke van Leeuwen. Maar er zitten ook nog enkele vertaalde gedichten tussen.

De gedichten zijn voor verschillende leeftijdsgroepen (‘van 9 tot 109 jaar’), dus misschien niet allemaal geschikt voor jonge kinderen, maar er zitten veel pareltjes tussen: Er zijn mensen die altijd maar praten door en door tateren over de kinderen het huis het weer het lijkt alsof ze niet ademen de woorden blijven maar klateren (Karin Jacobs).

Het mooiste is wel dat er een speciale website is ontwikkeld met lesmateriaal. Nu maar hopen dat veel leerkrachten hem weten te vinden! – Mathilde Jansen, redacteur Taalwetenschap –

Lees meer over ‘Ik zoek een woord’

——

http://www.kinderboekenweek.nl/