Naar de content

In de 14e eeuw waarde er een verschrikkelijke ziekte door Europa. Van de ene op de andere dag kregen de slachtoffers zwarte bulten zo groot als een appel of een ei in hals, oksel of lies waaruit herhaaldelijk bloed en pus bleef stromen. Na drie of vier dagen hoge koorts en het ophoesten van bloed volgde onherroepelijk de dood.

Het begon allemaal op Sicilië toen Genuese koopvaardijschepen in de herfst van 1347 terugkeerden uit Kaffa, een havenstadje aan de Zwarte Zee. Bij aankomst bleek bijna de gehele bemanning op sterven na dood en op de schepen hing de zware stank van zweet, bloedige urine en uitwerpselen. De slachtoffers werden in ijltempo begraven, maar het was al te laat: in januari 1348 bereikte de mysterieuze ziekte Marseille en binnen vijf jaar was héél Europa in de greep van wat men inmiddels ‘de Zwarte Dood’ was gaan noemen. Alleen al in Europa stierven in de periode 1347-1351 naar schatting zo’n 20 tot 25 miljoen mensen aan de epidemie; destijds bijna eenderde van de gehele Europese bevolking!

Over de oorzaken van de zwarte dood deden de wildste geruchten de ronde. Sommigen meenden dat de lucht verpest was door giftige deeltjes. Anderen gaven de schuld aan de Joden. Zij zouden het water vergiftigd hebben en talloze joden werden hun huizen uitgesleept en verbrand. Duidelijk was wel dat het zeer besmettelijk was. Wanneer ergens één persoon ziek was geworden, volgden binnen enkele dagen de andere personen ook. En ook artsen of geestelijken die bij de zieken geroepen werden, waren binnen de kortste keren zelf het slachtoffer.

Biologische oorlogsvoering

Nèt een paar weken voordat de Genuese handelsschepen Kaffa aan zouden doen, was de handelshaven belegerd geweest door de Mongolen. Aan deze belegering was vrij abrupt een einde gekomen toen in het Mongoolse kamp plotseling de zwarte dood was uitgebroken. De Mongolen zagen zich genoodzaakt hun kampen op te breken, maar zij konden het niet laten om toch nog even een heel macaber ‘afscheidscadeau’ achter te laten: met katapulten slingerden zij hun gestorven kameraden de stad in. Binnen een mum van tijd heerste de ziekte ook in Kaffa en de Genuese koopvaarders wisten niet hoe snel ze het stadje weer uit moesten zien te komen. Helaas was het al te laat: De inmiddels besmette bemanning bracht de zwarte dood mee naar Sicilië en binnen vijf jaar had de verschrikkelijke ziekte het hele Europese continent in zijn doodsgreep.

De zwarte dood leek niet te stoppen en in de grote Middeleeuwse steden brak paniek uit. Zodra ergens de zwarte dood was geconstateerd vluchtten de mensen massaal weg, de zieken achterlatend. Doden werden niet meer begraven en de geïnfecteerde lijken bleven op straat liggen wat de situatie alleen maar erger maakte. Angstig probeerde men van alles om de ziekte een halt toe te roepen, waarbij men de meest extreme maatregelen niet schuwden. Zo liet bijvoorbeeld de aartsbisschop van Milaan de eerste drie huizen die door de pest getroffen werden, samen met de bewoners(!) dichtmetselen.

Een ‘pestmeester’ verzorgde de zieken. Hij droeg een lange jas en een masker dat leek op een pinguïn-bek. Dit masker was gevuld met kruiden (o.a. jeneverbessen en het boerenwormkruid) om de kwade dampen tegen te gaan.

Voor de geestelijkheid was er overigens geen twijfel: de zwarte dood was een straf voor het zondige gedrag van de mensheid. Om Gods toorn af te wenden werden boeteprocessies gehouden. Sommige duurden wel 3 dagen en er liepen soms wel 2000 mensen in mee. Niemand realiseerde zich echter dat door deze processies de ziekte zich nog sneller verspreidde. Op blote voeten, gehuld in zakken, bestrooid met as, jammerend en biddend, kaarsen en relikwieën met zich meedragend, soms zichzelf pijnigend met zwepen trokken de mensen door de straten. Maar toen bleek dat iedereen van hoog tot laag, van rijk tot arm, van goed tot slecht het slachtoffer werd, begonnen veel mensen toch te twijfelen aan de betrokkenheid van God.

De zwarte dood in Nederland

De laatste keer dat de Nederlanden door een pestepidemie werden getroffen, was in de 17de eeuw. In Holland trof de pest heel veel steden, waaronder Gouda. Omstreeks 1602 stierven daar in verschillende epidemieën ca. 450 mensen. De zieken in Gouda verpleegde men in die tijd in het pesthuis aan de Varkensmarkt. Het Pesthuis is later omgebouwd tot kazerne en staat er nog steeds. Ook Leiden, Rotterdam, Amsterdam en andere grote steden in Holland hadden een pesthuis.

De ziekte had iets geheimzinnigs en de mensen waren bang. Boeteprocessies trokken door de steden en de mensen riepen de beschermheilige Sint Rochus aan. Om besmetting door ‘verziekte lucht’ tegen te gaan, brandden er tonnen pek en teer op straat. Godsdienstige dwepers of “Flagellanten” wilden door zelfkastijding (zichzelf pijn doen) de duivel uitdrijven. Zij trokken halfnaakt over straat terwijl ze zichzelf met zwepen op hun rug sloegen.

De extreme Flagellanten zochten de schuld van de pest bij mensen die niet geliefd waren. Vooral Joden beschuldigde men ervan, dat ze de pest zouden verspreiden door het water te vergiftigen. Er ontstond een ware Jodenvervolging in de Zuidelijke Nederlanden (nu België), waarbij hele Joodse gemeenschappen werden uitgeroeid.
bron: CBS De Brug

De pest…of niet?

Gedurende zes eeuwen bleef de ziekte met enige regelmaat terugkeren. Tot eindelijk in de 19de eeuw de wetenschap de schuldige vond en onder controle bracht: het was de pest, verspreid door ratten. Deze ziekte kan zich onder andere manifesteren in twee veel voorkomende vormen: 1) de builenpest, waarbij de bloedbaan geïnfecteerd raakt en er met pus gevulde builen en inwendige bloedingen ontstonden, en 2) de longpest, waarbij de longen geïnfecteerd werden en de slachoffers bloed op bleven hoesten totdat ze eraan bezweken. Wanneer beide ziektes tegelijkertijd tot uiting komen, geeft dat het ziektebeeld dat zo kenmerkend is beschreven voor de zwarte dood: hoge koorts, het ophoesten van bloed en zwarte bulten over het gehele lijf.

“Allemaal klachten die je inderdaad ook bij hedendaagse pestpatiënten ziet” geeft antropoloog James Wood van de Staatsuniversiteit van Pennsylvania direct toe, “maar deze symptomen komen ook voor bij heel veel andere ziekten die de Middeleeuwen teisterden.” Hij kan zich namelijk niet voorstellen dat de pest alléén verantwoordelijk is geweest voor de verschrikkelijke snelheid waarmee de zwarte dood telkens weer zoveel doden eiste. “Hoewel de pest erg dodelijk is, is eigenlijk nog nooit wetenschappelijk vastgesteld dat de pest zo snel om zich heen kan grijpen” aldus Wood. Volgens hem moet de oorzaak achter de zwarte dood dan ook ergens anders gezocht worden.

De pest

Besmettelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door overdracht van de bacterie Yersinia pestis van dier (o.a. muizen, ratten, eekhoorns, wilde honden) op vlo, van vlo op mens en uiteindelijk ook van mens op mens (o.a. via besmette uitademingslucht tijdens niezen en hoesten en via speekselcontact).

Onderscheiden worden o.a.:
- builenpest (= bubonische pest): o.a. koorts, rillingen, rode en gladde huid, snelle zwakke hartslag, bloeddrukdaling, lever-, milt- en met pus gevulde lymfeklier-zwellingen, rusteloosheid, verwardheid, ijlen en overlijden na 3-5 dagen indien onbehandeld.
- longpest: koorts, rillingen, snelle zwakke hartslag, hevige hoofdpijn, hoesten met longslijm (= sputum) eerst zonder dan met schuimend frambozenrood en dan helder rood bloed en overlijden na binnen ca. 2 dagen indien onbehandeld.
- pestis minor (‘kleine pest’): lichte vorm van pest bij mensen die weerstand (= immuniteit) hebben opgebouwd tegen de pest: o.a. koorts, rillingen, opgezette lymfeklieren, hoofdpijn en uitputting (de verschijnselen verdwijnen binnen 1 week spontaan).
- septische pest: pest waarbij het bloed vergiftigd raakt: meestal snel overlijden voordat andere verschijnselen zich kunnen voordoen (indien onbehandeld of onbehandelbaar)

Zijn conclusie baseert hij onder andere op bewaard gebleven ooggetuigenverslagen die het lijden van de stervenden gedetailleerd beschrijven. “Het was een tijd waarin veel werd vastgelegd,” stelt Wood. “De ziekte heette een straf van God en men zag in alle gebeurtenissen zijn hand.” Volgens Wood lijken de symptomen in de verslagen weliswaar veel op die van de builenpest, maar komen zij op een aantal cruciale punten niet helemaal overeen.

Een Middeleeuwse prent van pestlijders. De etterende zweren op het gezicht zijn hierbij heel duidelijk weergegeven.

Een ander belangrijk element dat Wood mist in het builenpestscenario is een enorme rattenplaag. De pest wordt namelijk veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis, die zich via ratten verspreidt. Althans, via vlooien die een voorkeur voor deze knaagdieren hebben. Pas als de rat gestorven is, zal de vlo ook mensen bijten, waarna de bacterie in de bloedbaan komt. De snelheid waarmee de ziekte volgens personeelsbestanden van een aantal Engelse kerken uit 1349 en 1350 om zich heen greep zou dan ook gepaard moeten gaan met een rattenplaag van bijna astronomische omvang.

Onderzoek van middeleeuwse gebouwen in dorpen die destijds door de zwarte dood zijn getroffen leverde echter het bewijs dat er in die tijd nooit genoeg ratten in de getroffen gebieden aanwezig waren om de builenpest op die manier en met zo’n hoge snelheid te verspreiden. “Als er een massale rattenplaag zou zijn geweest, was dat vermeld”, aldus Wood. De antropoloog weet niet wat de ziekte dan wel is geweest, maar denkt dat de schuldige bacterie of virus direct van mens tot mens werd overgedragen, zoals bijvoorbeeld de pokken.

De zwarte rat (Rattus rattus) en vlooien (van onder andere de _Xenopsylla_- en de _Nosopsyllus_-familie) zijn de voornaamste verspreiders van de pest.

De antropoloog is overigens niet de eerste die de oorzaak van de zwarte dood in twijfel trekt. De Engelse artsen Susan Scott en Chris Duncan kwamen na uitgebreid onderzoek eveneens tot de conclusie dat er rond 1350 domweg te weinig ratten in Europa waren om de pest van Sicilië tot aan Noorwegen te verspreiden. In dat laatste gebied was het trouwens ook veel te koud voor de vlooien die de pestbacterie met zich meedragen.

Maar wat dan wel?

Maar als de zwarte dood geen builenpest was, wat was het dan wel? Recent onderzoek aan overblijfselen van een Middeleeuwse dorpje in Noord-Engeland brengt wetenschappers op een spoor: de Zwarte Dood was mogelijk een filovirus, een familie van ziekteverwekkers waar het moorddadige Ebola-virus ook toebehoort. Ebola is op HIV na één van de dodelijkste ziekteverwekkers die we op dit moment kennen en duikt nog steeds af en toe op in Afrika.

Ebola

“…Het enige geluid is een verstikt kokhalzen. Ook al is hij bewusteloos, het slachtoffer blijft braken. Dan klinkt het alsof een beddenlaken doormidden wordt gescheurd. Dat zijn de darmen die bij de sluitspier openscheuren en bloed doorlaten. Het bloed vermengt zich met darmslijmvlies dat is losgekomen en komt met enorme hoeveelheden naar buiten. Nu de gastheer is vernietigd, komt het micro-organisme uit alle lichaamsopening tevoorschijn. Via bloed en uitwerpselen gaat het op zoek naar een nieuwe gastheer…”

Zo beschrijft Richard Preston in zijn bestseller “The hot zone” de gruwelijke dood van een patiënt die besmet werd met het ebola-virus.

Ebola is een klein, draadvormig virus, dat hemorragische koorts veroorzaakt: koorts met bloedingen. Een paar dagen nadat ze besmet zijn, krijgen patiënten koorts, hoofdpijn, spierpijn en koude rillingen. De ziekte lijkt dan nog op griep of malaria. Maar daarna begint de patiënt te bloeden. Eerst is dat te zien in het opgehoeste slijm, aan bloedingen van het tandvlees en in de diarree. Later zijn er ook bloedingen rond de hartspier. De dood komt uiteindelijk door shock.

In 1975 en 1995 overleed bij aanvallen van Ebola in Zaïre 90 procent van alle zieken. Op het HIV-virus na is Ebola daarmee de dodelijkste ziekteverwekker die we kennen.

Ebola is een zeer besmettelijk en aggressief virus: zo’n zeventig procent overlijdt binnen drie weken na het moment van besmetting. Een dergelijk virus zou volgens sommigen dan ook heel goed verantwoordelijk kunnen zijn geweest voor de massale Middeleeuwse uitbraken van de zwarte dood. Anderen brengen daar tegenin dat het virus daar eigenlijk juist veel te dodelijk voor is: de slachtoffers komen zo snel om het leven, dat ze niet eens meer de tijd krijgen om de ziekte te verspreiden.

Wood is hoe dan ook van plan zijn onderzoek voort te zetten. Niet alleen om erachter te komen wat er nu precies in de Middeleeuwen is gebeurd, maar ook met het oog op eventuele catastrofale toekomstscenario’s: “Aids, Ebola – ineens waren ze er. En er is geen enkele reden om aan te nemen dat er in de toekomst niet opnieuw ziekteverwekkers evolueren. Elk beetje informatie over hun verspreiding kan dan nuttig zijn om ze zo snel mogelijk uit te bannen.”

De zwarte dood (pest)

Ebola:

En verder: