Naar de content

Oranje brood en vis op zonne-energie

Wikimedia Commons

Half januari organiseerde het Rathenau Instituut een politiek café over synthetische biologie. Wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven en de politiek kwamen bij elkaar om te praten over wat synthetische biologie eigenlijk is en wat de kansen en risico’s van dit relatief nieuwe vakgebied zijn.

Bestaat er straks echt brood met bètacaroteen producerende bakkersgist?

Wikimedia Commons

Nadine Bongaerts en Eva Brinkman van het bedrijf Biotecture openden de middag met een demonstratie broodbakken. Om het brood te laten rijzen heb je gist nodig. Nu kun je daarvoor natuurlijk de standaard bakkersgist (Sacchromyces cerevisiae) gebruiken, maar Bongaerts en Brinkman pakten het net even anders aan.

In het laboratorium hadden zij het DNA van de bakkersgist zodanig bewerkt dat de gist in staat was bètacaroteen te produceren. Bètacaroteen komt normaal gesproken voor in groente en fruit en geeft een oranje kleur. De stof is van belang voor de aanmaak van vitamine A. Een oranje brood dat wordt gebakken met de aangepaste gist is daarom gezonder dan een normale boterham.

Om de tuin geleid

Terwijl het brood in de oven stond presenteerde Huub de Groot, wetenschappelijk directeur van het onderzoeksproject BioSolarCells, zijn vis op zonne-energie. In het laboratorium maakte hij zebravissen die bladgroenkorrels van planten bevatten en daardoor een deel van hun energie uit zonlicht kunnen halen.

Huub de Groot en zijn studenten laten tijdens een lustrumviering van de Universiteit Leiden zien wat er allemaal mogelijk is met synthetische biologie.

Al snel blijkt dat het publiek om de tuin is geleid. Op het moment dat het brood uit de oven komt en een enthousiaste vrijwilliger zich aanbiedt om een hapje te proeven, leggen Bongaerts en Brinkman uit dat zij het brood oranje hebben gemaakt met behulp van kleurstof. Er zit dus helemaal geen genetisch veranderde gist in. En ook de vis op zonne-energie is een illusie. Het is tot nu toe alleen nog maar gelukt om fotosynthetiserende algen in te brengen in het embryo van een zebravis.

Nog even uitstellen

Toch schetsen deze voorbeelden wel wat de ambities van synthetisch biologen zijn. Zij willen het DNA van organismen gebruiken als bouwblokken om zo compleet nieuwe biologische systemen te ontwerpen. Bijvoorbeeld een kunstmatige bacterie die heel goedkoop medicijnen kan maken of een superalg die heel efficiënt biobrandstof produceert. Als dat lukt hebben we straks een economie die drijft op biologische processen in plaats van op fossiele brandstoffen, zo is het idee.

Synthetische biologie beperkt zich op dit moment voornamelijk tot het laboratorium. Eventuele toepassingen liggen waarschijnlijk nog ver weg. Dat is voor de Nederlandse overheid reden om de maatschappelijke discussie rondom de kansen en risico´s van dit relatief nieuwe vakgebied nog even uit te stellen. Ontrecht, zo meent het Rathenau Instituut.

We moeten met synthetische biologie niet dezelfde fout maken als met genetische modificatie. Het debat rond genetische modificatie werd in de jaren zeventig al aangezwengeld door wetenschappers die met het gentech onderzoek bezig waren. Pas vijftien jaar later, op het moment dat toepassingen daadwerkelijk voor de deur stonden, gingen ook maatschappelijke organisaties en het algemene publiek zich in de discussie mengen.

Patent op leven

Om dat te voorkomen probeert het Rathenau Instituut nu al in een vroeg stadium politieke en maatschappelijke organisaties bij de ontwikkelingen in de synthetische biologie te betrekken. Want alleen dan kunnen zulke organisaties nog invloed uitoefenen op de richting waarin het vakgebied zich ontwikkelt.

In onder andere het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten is de discussie rondom synthetische biologie al wat verder op gang. Daar ziet men veel ethische bezwaren en kritische vragen langskomen die ook in eerdere discussies over genetische modificatie en nanotechnologie een belangrijke rol speelden. Mogen we wel zo ver ingrijpen in de natuur? Is het niet gevaarlijk om nieuw leven te maken? En gaat synthetische biologie wel echt bijdragen aan een duurzame economie?

Als politieke en maatschappelijke organisaties invloed willen uitoefenen op de ontwikkeling van synthetische biologie moeten ze nu al met wetenschappers om de tafel gaan.

Wikimedia Commons

Daarnaast maken organisaties zich zorgen over wat er met de kennis van synthetische biologie gaat gebeuren. Kunnen bedrijven straks een patent aanvragen op een nieuwe vorm van leven? En zo ja, leidt dat dan niet tot een monopolisering van deze kennis door een aantal grote bedrijven? Kan de kennis van synthetische biologie niet misbruikt worden?

‘Niet te bang’

Om een idee te krijgen wat er speelt, peilde het Rathenau Instituut aan de hand van drie stellingen de mening van de aanwezigen bij het politiek café. Met name de stelling ‘synthetisch biologen willen te ver ingrijpen in de natuur’ leverde een aantal interessante reacties op. Ook Leen van den Oever, directeur van het Nederlands Instituut voor Biologie, sprak zich hierover uit: “Ik denk dat we vooral niet te bang moeten zijn. Net als bij alle nieuwe technologieën zijn de mogelijkheden van synthetische biologie waarschijnlijk beperkt. We moeten kijken naar wat de mogelijkheden zijn en deze vervolgens benutten.”

Meer informatie:
  • Rathenau rapport Leven maken (2007): Maatschappelijke reflectie op de opkomst van synthetische biologie
  • Rathenau rapport Geen debat zonder publiek (2013): Het opkomende debat over synthetische biologie ontleed
  • Rathenau rapport Politiek over leven (2013): In debat over synthetische biologie