Naar de content

Op zoek naar de atoombom van Hitler

Fascinerende biografie van natuurkundige Sam Goudsmit

Meulenhoff

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog stond wetenschapper Sam Goudmsit aan het hoofd van een geheime zoektocht naar een Duitse atoombom. Zijn leven klinkt als een spannend jongensboek. Journalist Martijn van Calmthout schreef een uitstekende biografie van de natuurkundige.

George Uhlenbeck, Hendrik Kramers en Sam Goudsmit (rond 1928). Uhlenbeck en Goudsmit introduceerden het idee van de elektronspin.

Publiek Domein

Adolf Hitler met een atoombom was een angstaanjagend beeld voor de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. En zo gek was dat idee niet. De Duitsers hadden namelijk kernsplijting ontdekt en de natuurkundigen uit dat land behoorden tot de beste ter wereld.

Tegen het einde van de oorlog zetten de Amerikanen daarom een geheime missie op, die moest nagaan of Hitler een atoombom had. Samuel Goudsmit (1902-1978) was al eerder vanuit Nederland naar de Verenigde Staten vertrokken en werd daar gevraagd om de speurtocht naar de atoombom van Hitler te leiden.

Vernietiging

Dat de Amerikanen Goudsmit vroegen was niet zo vreemd. Hij was een gerespecteerd wetenschapper, door zijn ontdekking van de elektronspin in 1925. Hij sprak meerdere talen en kende veel Duitse kerngeleerden goed, waaronder Werner Heisenberg. De Amerikanen vermoedden dat hij het Duitse atoomprogramma zou leiden.

Meer dan genoeg materiaal voor een biografie dus, moet wetenschapsjournalist Martijn van Calmthout hebben gedacht. Terecht, want hij weet van het leven van Goudsmit een fascinerende biografie te maken. De geheime missie in 1944 en 1945 speelt een grote rol in het boek. We volgen de natuurkundige voornamelijk door Frankrijk en Duitsland, waar hij dichtbij het front in het spoor van de geallieerde troepen wetenschappers ondervraagt.

Belangrijke bijrol

Uiteindelijk bleek dat de nazi’s helemaal niet ver waren met hun atoomprogramma. Het onderzoek verkeerde nog op laboratoriumschaal, ontdekte Goudsmit. De nazi’s hadden een aantal fouten gemaakt, waardoor een atoombom nog heel ver weg was. Goudsmit trekt die conclusie overigens al vrij snel en ook Van Calmthout laat de lezer dit al vroeg in het boek weten. Daardoor neemt de spanning af. Toch verveelt deze biografie geen moment. Van Calmthout beschrijft nauwkeurig hoe Goudsmit reist en wie hij verhoort. Ook laat hij zien hoe Goudsmit is aangeslagen door de vernietiging in Europa.

Niet alleen de geheime missie van Goudsmit is interessant. Ook de vooroorlogse jaren zijn de moeite waard. Het zijn de hoogtijdagen van de natuurkunde, waarin de ene ontdekking na de andere wordt gedaan door genieën als Albert Einstein, Pieter Zeeman, Niels Bohr en Werner Heisenberg. Van Calmthout blinkt uit in zijn toegankelijke uitleg van de veranderende inzichten in de natuurkunde.

Van Calmthout stelt in deze biografie dat Goudsmit geen ‘hoofdrol’ speelde in de wetenschap en ook niet tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar wel een ‘belangrijke bijrol’. Dat is een rake typering van de biograaf. Het enige storende van dit boek zijn de vele herhalingen. Van Calmthout legt bijvoorbeeld meerdere keren uit waarom juist Goudsmit geschikt was om de speurtocht naar de Duitse atoombom te leiden. Maar dat neemt niet weg dat dit een uitstekende biografie is van Goudsmit, die niet alleen een goed inzicht geeft in het leven van de natuurkundige maar ook van de tijd waarin hij leefde.

Martijn van Calmthout. ‘Sam Goudsmit. Zijn jacht op de atoombom van Hitler’, Meulenhoff, 285 p., 24,99 euro

ReactiesReageer