In zijn boek Een wereld vol denkers neemt cognitiewetenschapper Sebastiaan Mathôt je mee in het ‘denken en doen’ van planten, dieren, mensen én AI. Redacteur Noa recenseerde het boek voor NEMO Kennislink.
De bladeren van de Boquila klimplant in de bossen van Chili en Argentinië lijken opvallend veel op de bladeren van planten eromheen. De boquila kan namelijk andere planten ‘na-apen’, zelfs als deze andere planten voor de boquila compleet onbekend zijn. Een wereld vol denkers van Sebastiaan Mathôt zit vol met fascinerende verhalen die aan elkaar geregen worden in een zoektocht naar bewustzijn. Mathôt laat daarmee zien dat ‘denken’ niet uitsluitend aan mensen is voorbehouden.
Sebastiaan Mathôt is cognitief neurowetenschapper aan de universiteit van Groningen. Hij doet onderzoek naar pupillen, aandacht en visuele perceptie. Ook heeft hij wetenschappelijke software en AI ontwikkeld. Hij put in dit boek rijkelijk uit deze verschillende wetenschappelijke disciplines.

De bladeren van de Boquila klimplant.
Hector Montero, CC-by-sa 2.0 via Wikimedia CommonsDe schrijver neemt je als lezer mee op meerdere verkenningen. Hij begint zijn verhaal met de biologie van het brein en de technologie achter AI. Daarna komen waarneming, geheugen, gevoel, intelligentie en bewustzijn aan bod. Het boek bespreekt al deze onderwerpen apart voor mensen, dieren, planten en AI. Dit leidt vaak tot interessante inzichten, bijvoorbeeld over de mogelijke relatie tussen taal en intelligentie. Elk hoofdstuk eindigt met een samenvatting. Dit helpt de lezer het overzicht te bewaren en grip te krijgen op wat je daarvoor gelezen hebt.
Mathôt illustreert zijn verhalen met veel uitgebreide voorbeelden. In hoofdstuk twee mag je als lezer achtereenvolgend voorstellen dat je een adelaar, een vleermuis en een sidderaal bent. Het wordt in deze volgorde steeds moeilijker om je in het dier te verplaatsen. Dit laat mooi zien dat de waarneming van een sidderaal erg verschilt van de waarneming van de mens. In andere voorbeelden spreekt Mathôt juist erg vanuit zijn eigen ervaringen. Hij maakt ook gebruik van vergelijkingen, die ik soms moeilijk te volgen vind. Hij vergelijkt bijvoorbeeld de massa van planeten met informatie in de hersenen.
Zwart-wit
Er komen veel wetenschappelijke onderzoeken aan bod. Hierdoor is het verhaal goed onderbouwd en krijg je ook nog mee hoe dit onderzoek gedaan wordt. Al deze voorbeelden zorgen ervoor dat de materie concreet wordt. Mathôt beschrijft voorbeelden in begrijpelijke taal en legt jargon direct uit. Door deze manier van schrijven blijft het boek makkelijk leesbaar, ook al zijn de onderwerpen die besproken worden best complex. De overvloed aan voorbeelden maakt het verhaal echter wat onoverzichtelijk.
Het laatste hoofdstuk over bewustzijn is het meest abstract en ingewikkeld. Wanneer Mathôt aankomt bij bewustzijn in AI, wordt het zelfs een meer filosofisch verhaal. Zolang AI geen motief heeft om te overleven en dus geen emotie of gevoel, kan het volgens Mathôt ook geen bewustzijn hebben. Mathôt gaat in het boek tegen het idee in dat mensen en dieren óf wel, óf geen bewustzijn hebben; zo zwart-wit is het volgens hem niet. Hij komt uiteindelijk tot de conclusie dat planten, dieren en mensen in verschillende mate bewustzijn hebben. Verwacht geen hapklare antwoorden – daar is het onderwerp te complex voor - maar het boek zet je wel aan het denken over ‘denken’.

