Naar de content

'Ooit wordt het mogelijk om een complete nier te kweken'

Interview met Ton Rabelink, hoogleraar interne geneeskunde aan het LUMC

Wikimedia Commons, OlgaMaslova via CC BY-SA 4.0

Nierziekten zijn nog niet te genezen en er is een nijpend tekort aan donornieren. Hoe kunnen we dan voorkomen dat nierpatiënten sterven aan hun ziekte? Nefroloog Ton Rabelink ziet maar één oplossing: zelf werkzame stukjes nier kweken. NEMO Kennislink sprak met hem over de mogelijkheden en beperkingen van dit idee.

In maart van dit jaar gaf Clemens van Blitterswijk (hoogleraar weefselherstel aan de Universiteit Maastricht) in Leiden het startschot voor RegMed XB; een grootschalig onderzoeksproject op het gebied van regeneratieve geneeskunde. Binnen de regeneratieve geneeskunde proberen onderzoekers het lichaam zelf aan te zetten tot herstel. Ton Rabelink (hoogleraar interne geneeskunde aan het LUMC) is projectleider van het onderzoek dat zich richt op nierherstel. Kun je stamcellen gebruiken om beschadigde nieren te herstellen of zelfs een compleet nieuwe nier te kweken?

Waarom heeft regeneratieve geneeskunde de toekomst?

“We worden steeds ouder en dus krijgen we in toenemende mate te maken met chronische ziekten, zoals kanker en hart- en vaatziekten. Chronische ziekten komen vaak gezamenlijk voor, maar worden op dit moment apart behandeld. Dat is niet erg effectief. De regeneratieve geneeskunde probeert het zelfherstellend vermogen van het lichaam te stimuleren. Met behulp van stamcellen, cellen die nog van alles kunnen worden, zou je in principe alle weefsels kunnen maken.”

Hoe kom je aan die stamcellen?

“Wij gebruiken voor ons onderzoek zogenaamde mesenchymale stromale stamcellen. Die zitten in het beenmerg en in de nieren en reguleren daar de uitrijping van andere cellen. Op dit moment laten we donornieren in het laboratorium ‘opgroeien’ met de stamcellen van een patiënt in de hoop dat de organen langer meegaan dan zo’n tien jaar.”

Wat doen die stamcellen precies in een donornier?

“Ze gaan afstoting tegen en zorgen voor een betere doorbloeding. Of dat op termijn ook leidt tot een hogere levensverwachting voor de patiënt zijn we nu aan het bekijken. We zijn vier jaar bezig, dus we zijn pas halverwege, maar het lijkt erop dat patiënten na een transplantatie met stamcelbehandeling minder medicijnen nodig hebben dan patiënten na een standaard transplantatie. Als de medicijnen afgebouwd kunnen worden, is dat meestal gunstig voor de levensverwachting.”

Dat klinkt hoopvol, maar er zijn nog steeds donornieren nodig. Is er een alternatief voor zo’n stamcelbehandeling?

“Nog niet. Het zou heel mooi zijn als we vanuit stamcellen zelf nieuw nierweefsel konden maken. En dat kan nu. Tien jaar geleden ontdekten Japanse onderzoekers hoe je vanuit huidcellen stamcellen kunt maken. Onze Australische collega, embryologe Melissa Little, is erin geslaagd om huidcellen te herprogrammeren tot nierweefsel. We kunnen nu een bolletje nierweefsel maken van ongeveer één centimeter, waar alle onderdelen van een volwassen nier inzitten.
Hier ben ik al superenthousiast over, maar het weefsel is vergelijkbaar met dat van een zes weken oud embryo. Het zal dus nog verder moeten uitrijpen en daarvoor is een bloedvoorziening noodzakelijk.”

Hoe regel je de doorbloeding van zo’n bolletje nierweefsel?

“We hebben geprobeerd om de kleine stukjes nier die we hadden in een volwassen nier te transplanteren. Dat lukte. Het bolletje groeit dan verder en raakt verbonden met de rest van de nier. Nu is het natuurlijk niet praktisch om nierweefsel te laten uitrijpen door het te transplanteren naar een echte nier, dus willen we dit laten plaatsvinden in een kweeksysteem. We hopen dat we het weefsel daarmee een stap verder georganiseerd krijgen.”

Is een bolletje nierweefsel na transplantatie ook werkzaam?

“Dat is nog niet duidelijk. We hebben in ieder geval gezien dat de nierbuisjes, die verantwoordelijk zijn voor het filteren van het bloed, er op zich goed uitzien en dat ze kleine deeltjes doorlaten. Een belangrijk probleem is wel dat de urineafvoer van het gekweekte stukje weefsel niet wordt aangesloten op de blaas. Dat probleem is vast oplosbaar, maar dat is wel tijdsintensief en kostbaar.”

Het duurt dus nog wel even voordat gekweekt nierweefsel beschikbaar komt voor patiënten?

“Met toepassing bij patiënten moet je sowieso heel voorzichtig zijn. De veiligheid is heel belangrijk. We moeten bijvoorbeeld zeker weten dat we geen kankercellen aan het maken zijn. We vertellen patiënten dat het nog wel dertig jaar kan duren. Aan de andere kant bouwen we wel aan een infrastructuur om deze techniek toepasbaar te maken. We bereiden ons voor op alle mogelijkheden en dat maakt deze ‘eeuw van de biotechnologie’ een bijzondere periode om in te werken. Voor patiënten lijkt het me wel heel moeilijk. De vooruitgang zit eraan te komen, maar is tegelijkertijd nog zo ver weg.”

Zijn er geen andere opties?

“Jawel. In Utrecht zijn onderzoekers bijvoorbeeld bezig met nierweefsel op een chip. Je zou een heleboel van die chips aan elkaar kunnen koppelen en dat in het lichaam kunnen transplanteren, maar daar zitten ook nog allerlei haken en ogen aan.
Verder zijn we hier in Leiden bezig om onbruikbare donornieren weer transplanteerbaar te maken. Met een zeepoplossing spoelen we alle cellen eruit. Wat je dan overhoudt, is het skelet van de nier dat bestaat uit bindweefsel. Dit kun je bezaaien met groeifactoren en zo een ideale omgeving creëren voor stamcellen om te groeien.”

Dit filmpje van de Nierstichting geeft een kijkje in het lab van Ton Rabelink.

Wordt het ooit mogelijk om een complete nier te kweken in een bakje?

“Ik denk het wel. Het zelfhelend vermogen van het lichaam is fenomenaal en dankzij embryologisch onderzoek weten we precies wanneer we welk stofje aan stamcellen toe moeten voegen om nierweefsel te krijgen. Aan de andere kant kennen we van veel stofjes de functies niet en weten we dus helemaal niet zo goed wat we aan het doen zijn. Eén ding is zeker: we zullen de natuur nooit kunnen verbeteren.”

ReactiesReageer