Naar de content

Ontwerpen fileren

Recensie Ligt het nou aan mij? van Jasper van Kuijk

Willemijn Kappers, CC BY 1.0

Een liftknopje dat een lampje blijkt te zijn of een kinderbedje dat je niet uitgeklapt krijgt. We omringen ons met ontwerpen die niet goed zijn. In Ligt dat nou aan mij? schrijft wetenschapper Jasper van Kuijk over ontwerpergernissen.

Het station van Breda vanaf de buitenkant. Binnen is het er welhaast een doolhof aan gangen. Gewaardeerd door architecten, verguisd door reizigers.

Smiley.toerist, wikimedia commons, CC BY-SA 4.0

In 2016 werd het nieuwe station van Breda feestelijk geopend. Het grote gebouw met hoge zuilen werd een jaar later uitgeroepen tot Beste gebouw van het jaar 2017. Mooi is het zeker, maar het beste gebouw? De uitverkoring was opmerkelijk, want precies datzelfde station werd door leden van reizigersvereniging Rover het minst gewaardeerd. Wie er wel eens is geweest weet waarom: het is er donker en onoverzichtelijk, waardoor het lastig is je weg te vinden.

Lamp vermomd als liftknop

Tja, dan heb je dus een fraai gebouw, maar vinden de mensen die er gebruik van maken het helemaal niks. Hoe kan het dan toch dat zo’n gebouw een belangrijke prijs wint? Dat vraagt Jasper van Kuijk zich af in zijn nieuwste boek Ligt het nou aan mij? De universitair hoofddocent gebruikersgerichte innovatie (TU Delft) stelt dat er te weinig aandacht is voor de gebruikers. Bij het ontwerp zouden architecten daarom meer rekening met hen moeten houden. Het zou prominent in de opleiding bouwkunde behandeld moeten worden en architecten moeten van Van Kuijk verplicht terug naar hun gebouwen om gebruikers te interviewen.

Het is Van Kuijk ten voeten uit. Hij hekelt in zijn columns in De Volkskrant ontwerpfouten. Veel van die columns, die Van Kuijk voor dit boek heeft bewerkt, zijn een feest der herkenning. Neem het stukje over liftknopjes. In de Ikea valt het Van Kuijk op dat er naast de lift iets zit dat er uitziet als een knop, maar dat niet is. Want het is eigenlijk een lampje, dat aangeeft of de lift onderweg is, vermomd als knop. Waarom ziet dat er dan niet uit als een lichtje? Het echte knopje waarmee je de lift ‘roept’ zit nota bene tien centimeter lager. Maar voordat je dat ontdekt heb je al een paar keer gefrustreerd op het lampje gedrukt.

Ligt het nou aan mij? Denk je dan al snel samen met Van Kuijk. Dat geldt ook voor koelkasten die stand een tot en met vijf hebben. Is stand één dan het koudst of juist vijf? Ik heb dat ook altijd bij deuren waarvan ik niet weet aan welke kant je ze moet openen en of je dan moet drukken of trekken. Amerikaan Donald Norman schreef daar al een zeer lezenswaardig boek over: The design of everyday things. Deuren die je lastig kunt openen zijn daarom als ‘Norman doors’ naar hem vernoemd. Hij kreeg voor zijn onderzoek een eredoctoraat van de TU Delft. Van Kuijk is de Nederlandse Norman.

Smaakt naar meer

Hoe kan het toch dat zoveel ontwerpen zo gebruiksonvriendelijk zijn, vraag je je af wanneer je dit boek leest. Ook daarop heeft Van Kuijk een antwoord. Mensen zijn een ster in zich aanpassen. Wij zijn dat inmiddels zo gewend, dat we ook met slechte ontwerpen altijd nog wel iets kunnen doen. Zoals een kinderbedje dat je toch uitgeklapt krijgt, ook al moet je het daarvoor eerst flink door elkaar schudden, omdat de handleiding onbegrijpelijk is.

Het levert naast ergernis ook deze leuke stukjes van Van Kuijk op. Ze zijn wel wat aan de korte kant, diepgang ontbreekt nog weleens, maar dat is niet zo gek bij (bewerkte) columns. Wat Van Kuijk doet smaakt naar meer. Het zou daarom een goede zaak zijn als hij met hetzelfde enthousiasme een lijvig boek schrijft over gebruiksvriendelijk ontwerpen voor een breed publiek. Vol met goede voorbeelden, maar dan met grondige analyses en uitgewerkte voorstellen hoe het beter kan. Zodat we hopelijk straks wel kinderbedjes eenvoudig uitklappen, de liftknop direct weten te vinden en nooit meer verdwalen op een station.

Jasper van Kuijk, Ligt het nou aan mij?, Maven Publishing, 252 p., 18,50 euro (juni 2019).

ReactiesReageer