Naar de content

'Ons brein weet niet wanneer het moet stoppen'

Neurochirurg Ann-Christine Duhaime onderzoekt de neurobiologie van duurzaam gedrag

Flickr/Pedro Ribeiro Simões via CC BY 2.0

Wat in onze hersenen maakt dat we altijd meer spullen willen? De Amerikaanse neurochirurg Ann-Christine Duhaime onderzoekt hoe het beloningssysteem in het brein betrokken is bij gedrag dat de aarde in de problemen brengt. En of we dat gedrag een andere kant op kunnen sturen.

De drang naar meer (en grotere) spullen wordt aangedreven door het beloningssysteem in onze hersenen.

Flickr/Pedro Ribeiro Simões via CC BY 2.0

Een nieuwe auto, een groter huis, een nieuwe outfit voor de zomer, én voor de winter. En al wachtend op het station een koffie to go met een croissantje erbij. Mensen verzamelen meer spullen en voedsel dan ze nodig hebben en daar heeft het milieu onder te lijden.

Simpeler leven is moeilijk. Maar waarom? Dat heeft alles te maken met het beloningssysteem in onze hersenen, vertelt kinderneurochirurg Ann-Christine Duhaime vanuit haar kamer in het Massachusetts General Hospital in Boston. De drang naar altijd maar meer wordt aangedreven door dat systeem. “Het stamt uit de tijd dat er niks voorhanden was en nu weet ons brein niet meer wanneer het moet stoppen.”

Duhaime zoekt oplossingen voor klimaatverandering. Niet in technologische vooruitgang, maar in gedragsverandering. In haar project Brain Rewards, Plasticity, and Consumption: The neurobiology of sustainable behavior verkent ze manieren om de neiging tot hamsteren te overwinnen. Dankzij een fellowship van de Harvard Universiteit mag ze een jaar lang onderzoek doen naar de rol van het beloningssysteem in klimaatverandering.

Het is een onontgonnen, gedurfde benadering en misschien komt er wel helemaal niks uit. Duhaime: “We moeten alles proberen om klimaatverandering aan te pakken. Het milieu gaat ons allemaal aan en ik probeer het probleem via deze weg te integreren in mijn wereld, die van de hersenen.”

De Amerikaanse kinderneurochirurg Ann-Christine Duhaime onderzoekt de neurobiologie van duurzaam gedrag.

Jon Chase/Harvard Staff Photographer

U bent hoogleraar neurochirurgie aan de Harvard Medical School en als kinderneurochirurg gespecialiseerd in epilepsie en gedragsstoornissen. Hoe bent u eigenlijk bij klimaatverandering beland?

“Mensen komen op twee manieren terecht in de neurochirurgie. De eerste groep houdt van opereren, maakt niet uit wat, en vindt de hersenen wel interessant. De tweede groep zijn mensen zoals ik, die gefascineerd zijn door het brein en het daarnaast leuk vinden om te opereren. Ik heb ook milieupsychologie gestudeerd en had net zo goed in de psychiatrie kunnen belanden.”

“Ik ben altijd een natuurliefhebber geweest en werd me geleidelijk bewust van de tegenstrijdigheid in mijn leven. In technologische vakgebieden zoals de neurochirurgie gebruiken we enorme hoeveelheden grondstoffen en energie. Een mentor zei ooit tegen me: ‘Als alle neurochirurgen plotseling in rook zouden opgaan dan zou het menselijk lijden met twee druppels in een oceaan toenemen.’ Hij gaf me een grotere kijk op de wereld. Wij gebruiken zoveel energie en materiaal om een paar patiënten te helpen, terwijl miljoenen anderen lijden onder de verwoesting van het milieu en klimaatverandering. De gezondheidszorg draagt fors bij aan de CO2-uitstoot. We willen in dit project verkennen of de geneeskunde ook deel kan zijn van de oplossing.”

Hoe gaat u daarbij te werk?

“We doen literatuuronderzoek naar verschillende thema’s, zoals het beloningssysteem, hoe artsen denken over klimaatverandering, de impact van de gezondheidszorg op het milieu en of de natuur op zichzelf ook inspeelt op het beloningssysteem. Er zijn aanwijzingen uit de educatie en psychologie dat blootstelling aan de natuur belonend werkt voor de meeste mensen. Kunnen we gelegenheden scheppen waarin mensen beloond worden door iets te doen wat goed is voor het milieu? Dat willen we uitzoeken.”

Hoe is het beloningssysteem precies betrokken bij overconsumptie en klimaatverandering?

“Je hoort weleens dat de schuld voor opwarming van de aarde wordt gelegd bij hebberigheid en egoïsme. Mensen pakken wat ze pakken kunnen zonder daarbij aan het milieu te denken. Dat is één perspectief om naar de kwestie te kijken. Een andere manier om je af te vragen waarom mensen zich zo gedragen is het te bezien vanuit evolutionair perspectief.”

“Het beloningssysteem begon te evolueren zodra er dieren waren. De neurale circuits leren ons wat we moeten weten om te overleven. Het beloningssysteem ontwikkelde zich bijvoorbeeld om zoet eten aantrekkelijk te vinden. De voorkeuren die we ontwikkeld hebben, evolueerden in een tijd van schaarste. Nu leven we plotseling in een omgeving van overvloed en we hebben die voorkeuren nog niet uit kunnen schakelen. De veranderingen gingen te snel voor ons brein om bij te houden.”

Hebben we in de moderne samenleving steeds meer van alles nodig om dezelfde beloning te krijgen?

“Er is een hypothese die suggereert dat het beloningssysteem niet meer in evenwicht is. Dat het ontworpen is voor kleine, sporadisch voorkomende, onverwachte beloningen, zoals een streepje zonlicht op een koude dag. Neurobioloog Peter Sterling van de University of Pennsylvania School of Medicine stelt dat moderne levens ons beloningssysteem niet genoeg prikkelen, omdat de beloningen gepland, voorspelbaar en altijd hetzelfde zijn. Waardoor we meer en meer nodig hebben om dezelfde beloning te krijgen. Het is een theorie die moeilijk te bewijzen is, maar er zit wat in.”

Wat kunnen we beginnen tegen een evolutionair mechanisme dat miljoenen jaren oud is?

“Wat in ieder geval niet helpt is tegen mensen zeggen dat ze iets niet mogen doen of eten. Wat beter werkt is de hersenen belonen door je te gedragen op een manier die het milieu helpt. Het beloningssysteem wordt niet alleen aangesproken door spullen. Er zijn andere beloningen ingebouwd in ons brein die ook belangrijk waren voor overleving, zoals competitie en sociale interactie. Groepsdruk van leeftijdgenoten is bijvoorbeeld ontzettend krachtig, dat zie je zeker bij jongeren.”

Hoe kunnen we onze hersenen op andere manieren belonen dan door te hamsteren?

“Wat bijvoorbeeld werkt is een beroep doen op de drang naar competitie. Mensen willen in positieve zin vergeleken worden met anderen. Vertel consumenten op hun energierekening hoeveel energie zij verbruiken in vergelijking met hun buren. Dat is effectiever om de consumptie te beperken dan een opmerking op de rekening om zuinig om te gaan met energie. Ik zie die drang naar competitie ook hier in het ziekenhuis. Als er geld wordt ingezameld voor goede doelen, strijden afdelingen tegen elkaar om zoveel mogelijk binnen te halen.”

Als we ons beloningssysteem tevreden houden via andere wegen, hebben we die beloning van spullen en voedsel dan niet meer nodig?

“De beloning voor voedsel is te sterk, het is de basis van wat we nodig hebben om te overleven. Maar er zijn wel aanwijzingen dat blootstelling aan de natuur mensen minder behoeftig maakt naar spullen.”

Er zijn aanwijzingen dat de natuur mensen minder behoeftig maakt naar spullen.

Provincie Antwerpen

U wilt deze kennis integreren in de medische praktijk. Hoe ziet u dat voor zich?

“Ik heb een idee voor een ‘groen’ ziekenhuis, waarin we de impact van de geneeskunde verminderen zonder dat het afbreuk doet aan de zorg voor patiënten. Dus een ziekenhuis met een neutrale CO2-uitstoot en met ruimte voor natuur, zodat medewerkers in hun pauze rust vinden in een groene omgeving en patiënten sneller herstellen. Patiënten die vanuit hun raam bomen zien hebben minder pijnmedicatie nodig na een operatie dan patiënten die uitkijken op gebouwen, zo blijkt uit onderzoek. Die link tussen de natuur en het beloningssysteem lijkt er te zijn.”

“Ik wil iets creëren dat een beroep doet op het beloningssysteem en tegelijkertijd goed is voor het milieu. Het is een uitdaging, maar ik heb zojuist gehoord dat het Massachusetts General Hospital de ontwikkeling van een plan voor een ‘groen’ kinderziekenhuis wil ondersteunen.”

ReactiesReageer