Naar de content

Ongerept koraal en bizarre rotsige torentjes ontdekt

Erik Meesters

Tijdens hun tocht met onderzoeksschip de Pelagia stuitten Erik Meesters en Fleur van Duyl op een stuk relatief ongerept koraal. Eindelijk eens positief koraalnieuws. Maar waarvan de onderzoekers écht onder de indruk zijn, zijn de rotsachtige torentjes die ze ontdekten.

Nieuwsuur, De Volkskrant, Nu.nl, allemaal berichtten ze over het prachtige tien kilometer grote koraalrif waar de oceaanonderzoekers van de NICO-expeditie op stuitten. Het rif ligt behoorlijk afgelegen, zo’n veertig kilometer van Saba en bovendien tamelijk diep, vandaar ook dat het volgens de onderzoekers nog zo ongerept is.

Een mooi koraalgebied is natuurlijk fijn, maar in hoeverre is het echt een ontdekking? Volgens Erik Meesters van Wageningen Marine Research (WMR), net terug van de expeditie, valt het wel mee. “Voor mij was het geen enorme verrassing. Ik weet wat de voorwaarden voor gezonde koraalriffen zijn. Maar je weet natuurlijk nooit precies wat je aantreft. Het was de eerste keer dat we er zulk uitgebreid onderzoek gingen doen. En dan zo’n groot gezond koraalrif aantreffen is wel heel fijn.”

3D-kaart van de Sababank, een gebied van ongeveer 40 bij 60 kilometer. De kaart is gebaseerd op oorspronkelijke data van de Hydrografische dienst. De bodem eromheen ligt rond de 1000 meter dieper. Gemaakt door Erik Meesters op basis van data van de hydrografische dienst van de marine.

Erik Meesters

Van de geologie van het gebied waren al behoorlijk gedetailleerde kaarten beschikbaar dankzij de hydrografische dienst van de marine. Deze dienst is onder andere verantwoordelijk voor de veiligheid van de vaargeulen op de Noordzee. Eens in de tien jaar werken ze in het Caribisch gebied. “Ze hadden ook een deel van ons onderzoeksgebied gescand. Hun multibeam, een apparaat dat de zeebodem in kaart brengt met geluidsgolven, is echter alleen geschikt voor ondiep water”. Op de kaart van het onderzoeksgebied waren zwarte plekken te zien. “Ik dacht dat die gaten veroorzaakt werden doordat de scanner niet werkte wegens de diepte”, geeft Meesters toe. “Gelukkig zijn we er nu toch nog eens beter naar gaan kijken.”

Kaart van de Sababank gebaseerd op nieuwe data. De bank blijkt vol grote zinkgaten te zitten.

Erik Meesters

Want de vlekken op de kaart bleken geen meetfouten te zijn, maar enorme kuilen, variërend in grootte van een doorsnede van 50 meter tot enkele kilometers. “Bijna een meteorietkrater”, aldus Meesters. Toch is dat niet de oorsprong is van de kuil; de gaten zijn vermoedelijk gevormd door erosieprocessen toen de bank nog boven water lag.

Frame vol camera’s en meetapparatuur voor zeeonderzoek.

Erik Meesters

Om de gaten te bestuderen stuurden de onderzoekers een instrument vol camera’s aan een lange kabel naar beneden. In een kleine controlekamer aan boord van het onderzoeksschip de Pelagia keken de wetenschappers gespannen mee. “Je ‘zwemt’ als het ware met de camera over de bodem op een diepte van 80 meter. Ineens duikt de bodem tientallen tot honderden meters omlaag, het zijn enorm steile gaten, kuilen met loodrechte wanden.”

Bijna science fiction

In het eerste gat dat de onderzoekers bekeken, vonden ze weinig spectaculairs, bij het tweede gat ging Meesters’ hart sneller kloppen. “Stel je een behoorlijk donker landschap voor, het is er zo diep dat slecht een heel klein beetje licht doordringt, vergelijkbaar met het schijnsel van de maan. En dan ineens – als in een sciencefiction-film – doemen er langzaam een soort schaduwen op in de schemering. Ze worden steeds duidelijker, heel vreemde vormen, een soort torentjes van een halve meter tot een meter hoog. Het zijn er duizenden, misschien wel honderdduizenden. Met de camera van boven zie je er een soort regelmatige patronen in. Zoiets hadden we nog nooit gezien. Echt iets bizars. Dan weet je dat je iets heel nieuws hebt gezien. Het voelt misschien een beetje alsof je Columbus bent, iemand die voor het eerst van de hele mensheid iets ziet. Een enorm leuk gevoel.”

Langzaam opdoemende schaduwen in het schemerige licht van de zee.

Erik Meesters

Na uitgebreide bestudering van de foto’s lijken de torentjes volgens Erik Meesters en Fleur van Duyl van het NIOZ te bestaan uit kalkalgen. “Kalkalgen herken je vrij goed, ze zijn een beetje roze-paarsig en komen ook in ondiep water voor. Maar dit soort torentjes hadden we nog nooit eerder gezien. Misschien zijn ze wel door geologen beschreven, maar voor zover wij het weten is het uniek”, aldus Meesters.

Jaarringen

Hoewel de onderzoekers de torentjes niet eerder zagen, denken ze wel te begrijpen hoe ze groeien. “Deze kalkalgen halen hun energie net als andere planten van de zon”, zegt Meesters. “Maar omdat het hier zo donker is verwachten we dat ze heel langzaam groeien. Ze beginnen zo klein als een zandkorrel en maken dan steeds een nieuw laagje. Het deel dat geen zonlicht krijgt, sterft, maar het dode deel blijft wel staan. Net als bij een boom die jaarringen heeft, groeit deze kalkalg laagje voor laagje. De structuren die wij zagen zijn minstens honderd jaar oud, maar duizend jaar oud zou zomaar kunnen. Wie weet zijn ze nog veel ouder, tussen de torentjes lag veel zand, dat bestaat uit restjes afgebrokkeld kalk. Misschien is de voet van de algentoren begraven onder een diepe laag zand. Het zou kunnen dat als je er gaat boren het torentje geen meter maar honderden meters hoog blijkt te zijn!”

Even een hapje uit de bodem nemen om een zo’n torentje uit te graven zat er niet in. “Helaas hadden we geen toestemming om monsters te nemen. We hadden ook de goede apparatuur niet mee, ik moet er niet aan denken dat we per ongeluk iets kapot zouden maken. Het is een zeer rustig stabiel milieu zo diep in die put, geen golven. Dat is waarschijnlijk waarom ze zo groot zijn en waarschijnlijk zo oud. Dat wil je niet verstoren.”

ReactiesReageer