Voor- en tegenstanders van een boycot van de Olympische Spelen in Sotsji blijven elkaar in de haren vliegen. Wat zijn eigenlijk de politieke gevolgen van een omstreden land bezoeken volgens de inzichten van toerismewetenschappers?
Hoewel de oproep voor een boycot uit Nederland kwam, stuurt juist de Nederlandse regering een topzware delegate naar Sotsji. Dat de discussie over Sotsji zich in toenemende mate richt op de ontmoeting van premier Rutte met Vladimir Poetin komende vrijdag en of daarbij dan ook de homorechten in Rusland aan bod komen, is daarom misschien niet zo verwonderlijk.
Maar de oproep tot een Nederlandse boycot van Sotsji door Nederlandse homo-organisatie COC, die daarmee wil protesteren tegen Poetins anti-homo wet, betrof niet alleen hoogwaardigheidsbekleders maar ook Nederlandse supporters en sporters. Welke politieke effecten gaan er eigenlijk uit van hun komst?
Toerisme-onderzoek
Het onderzoeksveld toerisme en politiek richt zich van oudsher op de effecten van politieke kwesties – zoals internationale conflicten – op de toerismestromen naar een bepaald land. De laatste tijd heeft men vanuit het vakgebied echter ook steeds meer aandacht voor het omgekeerde: de invloed van internationaal toerisme op (binnenlandse) politiek. Een van de grondleggers achter die ontwikkeling was Linda Richter, die in 1989 het boek ‘The Politics of Tourism in Asia’ publiceerde. En laat een groot deel van dat boek nou juist op de politieke effecten van het internationaal toerisme naar de Olympische Spelen inzoomen.
Tot toeristen rekende Richter overigens zowel de sporters als meereizende supporters, conform de brede definitie van toerisme van de “Wereld Toerisme Organisatie”:UNWTOhttp://www2.unwto.org/, waaronder naast reizen ter recreatie, ook reizen voor je beroep en zelfs medische tripjes onder vallen.
Richter liet in haar boek zien dat toerismestromen minder neutraal zijn dan ze lijken; ze kunnen door regimes gemakkelijk gebruikt worden voor politieke doeleinden. Zo kan toerisme naar een land of een landsdeel met een omstreden regering perfect dienen ter politieke legitimatie.
Het is bijvoorbeeld niet voor niets dat Marokko toerisme naar de Westerse Sahara stimuleert. Of dat Zuid-Afrika, toen er nog apartheid was, actief toerisme naar haar thuislanden promootte. De instroom van toeristen over de grens middels een stempel in het paspoort maakte dat die grens feitelijke internationale erkenning kreeg.
Zo beschuldigt Georgië Rusland er nu van dat het toeristen in Sotsji expres aanmoedigt naar het nabije Abchazië af te reizen – dat eens bij Georgië hoorde, maar nu in de Russische invloedssfeer ligt – om de politiek onafhankelijke status te onderstrepen.
Opsmuk
Maar ook toeristen zelf worden door omstreden regimes als belangrijke ‘ambassadeurs’ van hun land gezien. Als iemand die er zelf geweest is draagt de mening van een reiziger relatief zwaar in bijvoorbeeld zijn of haar vriendenkring, waardoor het bereik groter is dan dat van slechts een individu.
Om die reden willen met name omstreden regimes de toerist graag laten zien hoe goed hun land er wel niet voor staat. Bij zeer gesloten regimes kunnen dergelijke overwegingen zelfs tot groteske vormen van controle leiden. Net als eerder in Libië onder Ghadaffi, mogen toeristen in Noord-Korea bijvoorbeeld alleen rondreizen als ze deelnemen aan door de overheid goedgekeurde en begeleide tours.
Minder controlerende autoritaire regimes springen pas in actie bij geplande grote activiteiten, zoals de Olympische Spelen. Die worden door regeringen dan ook vaak gebruikt om ‘een schoon straatje te laten zien’. Zo zette voormalig dictator van de Filipijnen Ferdinand Marcos om die reden hoge muren rondom sloppenwijken tijdens de Olympische Spelen in 1991. En ook China sleutelde flink aan haar imago bij de Olympische Spelen in Beijing in 2008, waarbij hele volkswijken verdwenen, wat tot scherpe kritiek leidde van organisaties als Tourism Concern en Amnesty International.
Ook voor Poetin lijkt Sotsji een belangrijke showcase. De Russische regering heeft zoveel geïnvesteerd in Sotsji, van oudsher al een populaire toeristische trekpleister binnen Rusland, dat het de duurste winterspelen ooit zijn.
Internationale contacten
Maar regeringen van de ‘gastlanden’ zijn niet de enigen die zouden kunnen profiteren van de toevloed aan toeristen en de daarmee gepaard gaande media-aandacht, ook dissidente groepen zouden zich kunnen profileren. Zo kondigden extreem islamitische groepen al aan aanslagen te willen plegen tijdens de spelen. Naast het verstorende effect op de spelen zou dit tegelijkertijd hun zichtbaarheid kunnen opkrikken, zoals dat eerder gold voor de Palestijnse Zwarte September-beweging en hun actie tijdens de Olympische Zomerspelen van 1972.
Allerhande dissidenten zouden zich voor kunnen doen als gewone toeschouwers om vervolgens vanuit het niets protestacties te organiseren. Juist onder dictaturen blijkt het in de praktijk echter lastig, en ook erg gevaarlijk, dergelijke acties te organiseren. Openlijke acties van bijvoorbeeld Russische homoseksuelen zijn tijdens de spelen volgens insiders dan ook niet gepland.
Journalist in burger?
Het is overigens nog maar de vraag of toeristen wel zulke makke schapen zijn. Zij mogen dan beïnvloed kunnen worden door overheidspropaganda, diezelfde overheidspropaganda kan juist ook door hen ontmaskerd worden.
“Toerisme kan ervoor zorgen dat in landen met autoritaire regimes de interactie met andersdenkenden wordt vergroot, wat weer een stimulans kan zijn voor politieke verandering daar,” zegt bijvoorbeeld UvA politicoloog Marlies Glasius die de invloed van toerisme op dictaturen onderzoekt.
Met een mobieltje op zak verandert de toerist tegenwoordig bovendien gemakkelijk in een ‘burgerjournalist’ die zomaar ergens buiten de toeristische zones kan opduiken om vervolgens het regime onwelgevallige beelden de wereld in te sturen via Internet. Zelfs in landen als Noord-Korea. Kijk even op Wikimedia Commons en je ziet foto’s van Noord-Koreaanse boeren met paard-en-wagen gemaakt in een onbewaakt moment.
Ook zouden sommige Nederlandse supporters naar aanleiding van alle publiciteit rondom de heikele positie van homoseksuelen en andere minderheden in Rusland wellicht juist graag met deze groepen in contact komen, waardoor de aandacht voor hun vaak lastige positie in Rusland nog verder vergroot kan worden.
En ook de sporters zélf tenslotte zouden weleens – ondanks de strenge waarschuwingen van het Olympisch Committee – hun moment van roem kunnen gebruiken om in hun overwinningstoespraak de noodzaak van betere mensenrechten te benadrukken.
Daarbij hangt dan wel weer diskwalificatie door het Olympisch Committee als een zwaard van Damocles boven het hoofd, want volgens artikel 50 van het Olympic Charter zijn politieke uitingen door sporters streng verboden.
Wel of geen boycot?
In hoeverre de spelen in Sotsji Poetins legitimiteit en prestige als leider zullen versterken of juist ondermijnen hoeft overigens niet direct samen te hangen met meer rechten en tolerantie voor Russische homoseksuelen. (Openlijk) homoseksueel zijn wordt nou eenmaal door veel Russen afgekeurd. En hoewel Poetin naar aanleiding van westerse kritiek op zijn mensenrechtenbeleid diverse dissidenten heeft vrijgelaten is de omstreden ‘anti-homo’ wetgeving nog niet herroepen.
Maar hoe denken Russische dissidenten eigenlijk zelf over een boycot? Een vraag die lastiger te beantwoorden is dan je zou denken. Zo steunt Russische homorechtengroep ‘RUS LGBT’ de boycot, net als de prominente Amerikaans-Russische homo-activiste en journalist Masha Gessen.
Het Russische LGBT-Network echter is juist tegen een boycot, een positie die het op Facebook uitlegt. Zij vindt het niet fair als alle Russen moeten lijden onder Poetins nieuwe wet. Teleurstelling over een boycot zou bovendien om kunnen slaan in volkswoede tegen Russische homo’s.
Net als Nederland is dus ook de Russische homogemeenschap zelf verdeeld over de vraag of het buitenland nou wel of niet moet afreizen naar Sotsji, misschien wel omdat de politieke effecten van toerisme zo onvoorspelbaar en divers kunnen zijn.