Naar de content

Nobelprijs Economie voor bevorderen duurzame economische groei

Amerikanen William Nordhaus en Paul Romer winnen Nobelprijs voor Economie

Niklas Elmehed/Nobel Media

Pas als economische groei hand in hand gaat met klimaatbescherming en technologische innovatie krijgt het een duurzaam karakter. Omdat de theorieën van Nordhaus en Romer uitleggen hoe beleidsmakers dit het beste bereiken, winnen zij de Nobelprijs voor de Economie 2018.

De winnaars van de Nobelprijs voor Economie 2018: William D. Nordhaus (links) en Paul M. Romer (rechts).

Niklas Elmehed, Nobel Media 2018

Economische groei is essentieel, stelt het Nobelprijscomité. Al een paar procent ervan per jaar maakt flink wat verschil in wat staten kunnen besteden aan hun burgers, en beïnvloedt daarmee het maatschappelijk welzijn van burgers wereldwijd. Maar het is steeds duidelijker dat economische groei ook een schaduwkant kent. En wel in de vorm van een flinke klimaatcrisis.

Daarbij was het lange tijd onduidelijk hoe staten, bedrijven en andere partijen die een rol spelen in de (markt)economie technologische innovatie kunnen stimuleren. Langdurige economische groei wordt echter pas mogelijk als er sprake is aanhoudende technologische innovatie.

Met innovatieve theorieën sprongen Nordhaus en Romer in deze kennislacunes. Nordhaus deed dat door economie en klimaatbescherming meer met elkaar te verbinden. Romer bracht de wisselwerking tussen technologische innovatie en de aansturing van markteconomie in kaart.

Klimaatbelasting

Toen het in de jaren zeventig steeds duidelijker werd dat het verbranden van olie en andere ruwe grondstoffen tot opwarming van de aarde leidde, besloot Nordhaus zijn leven te wijden aan oplossingen hiervoor. Die ideeën kwamen tot volle rijping in de jaren negentig, toen hij een wiskundig model ontwikkelde dat de wisselwerking tussen economie en klimaat op globaal niveau beschrijft: het interactieve evaluatiemodel.

Dankzij Nordhaus’ model werd het mogelijk onderzoek te doen naar de effecten van overheidsmaatregelen om het klimaat te beschermen. Op basis van de voorspellingen van het model zijn bijvoorbeeld veel overheden begonnen met het heffen van belastingen op de uitstoot van broeikasgassen om zo bedrijven te stimuleren op een klimaatvriendelijke manier te produceren.

Kenniseconomie

Ook bij Romer kwamen zijn ideeën tot volle bloei in de jaren negentig. Zo staan de inzichten die Romer toen ontwikkelde over de wisselwerking tussen economie en innovatie aan de basis van de zogenaamde endogene groeitheorie. Die stelt dat groei in (markt)economieën niet zozeer het resultaat is van externe processen zoals bijvoorbeeld vraag en aanbod op de wereldmarkt, maar van interne processen in die economie.

Het produceren van waardevolle technologische kennis in een economie kan op termijn bijvoorbeeld een lucratieve kenniseconomie creëren, waarbij het verkopen van die ideeën of producten die ermee werden ontwikkeld flink wat geld in het laatje brengen. Door in kaart te brengen hoe economische beslissingen en marktomstandigheden samenhangen met de opkomst van nieuwe technologieën, bleven Romers ideeën, net als die van Nordhaus, niet steken in abstracties. Er schuilen belangrijke lessen in voor overheden en andere betrokkenen.

‘Echte’ Nobelprijs?

De Nobelprijs voor de Economie is niet helemaal een echte Nobelprijs. De prijs heet officieel de ‘Zweedse Rijksbanksprijs in Economische Wetenschappen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel’. Net als bij de meeste ‘echte’ Nobelprijzen kent de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen hem echter toe en volgt de uitreiking hetzelfde protocol als dat van ‘echte’ Nobelprijzen. Ook het bedrag is hetzelfde: met de prijs winnen Roth and Shapley ieder zo’n 465.000 euro.

Innovatie bevorderen

Waar economische modellen traditioneel voorbij gingen aan het belang van kennis, laat Romer juist zien dat de overheid de ontwikkeling van innovatieve ideeën moet bevorderen. In samenwerking met het bedrijfsleven, dient het een innovatie-vriendelijk klimaat te creëren. Door innovatief onderzoek aan universiteiten en hogescholen te stimuleren bijvoorbeeld. Of door beginnende ondernemers die veelbelovende creatieve ideeën willen omzetten in daadwerkelijke producten of services subsidie te geven. Romers inzichten worden wel gezien als een belangrijke leidraad voor een succesvolle kenniseconomie, zoals ook ons land die nastreeft.

Daarnaast prees het Nobelprijscomité de winnaars omdat ze nadachten over de effecten van het onderwerp dat ze bestudeerden. Zo voorspelt Nordhaus welke economische sectoren het meest te lijden hebben van de verwachte klimaatverandering. Daarbij richtte hij zich onder meer op de landbouw. En Romer ging na hoe beleidsmakers technologische innovatie bevorderen, maar ook hoe technologische innovatie precies doorwerkt. Zo zijn er vaak belangrijke neveneffecten van technologische ontwikkeling in een bepaalde sector op andere sectoren, zoals bijvoorbeeld landbouw.

Al met al pakken ze daarmee samen een van de ‘meest fundamentele en dringende kwesties van deze tijd aan: duurzame groei op de lange termijn in de wereldeconomie en het welzijn van de wereldbevolking’, zo vond het comité.

Tegelijkertijd worstelen we nog altijd met klimaatverandering en blijft technologische innovatie een moeilijk te beheersen proces. Het Nobelprijscomité erkent dat. “Maar dankzij de inzichten van Romer en Nordhaus zijn we een flinke stap dichterbij oplossingen.”

ReactiesReageer