De familie van de veelvlakken, bekend van de kubus en de piramide, heeft er een zusje bijgekregen: het Goldberg-veelvlak. En dat is bijzonder, want de laatste gezinsuitbreiding was 400 jaar terug. Psychologen van de Universiteit van Californië ontdekten de nieuwe soort veelvlakken.
Misschien ken je ze van de meetkunde op school: ingewikkelde 3d-figuren waarvan de zijden een regelmatig patroon vormen, zoals bijvoorbeeld de tetraëder: een piramide die uit louter driehoek bestaat. Deze is, samen met de drie andere bekende veelvlakken, onderdeel van de Platonische veelvlakken. Er zijn nog twee veelvlakgroepen, maar sinds de zeventiende eeuw is er weinig spannends meer bijgekomen in de wereld van 3d-figuren.
Nu hebben de onderzoekers echter naar eigen zeggen een hele nieuwe categorie van veelvlakken ontdekt, die bovendien uit te breiden is zo lang als je wilt.
Inspiratie voor hun vreemde vorm kwam van de wiskundige Michael Goldberg (niet te verwarren met Goldbach, die een beroemd vermoeden heeft) die een aantal Goldberg-veelvlakken bedacht. Deze veelvlakken bleken echter geen veelvlakken in de strikte wiskundige zin van het woord, omdat de onderdelen van het veelvlak niet altijd ‘plat’ waren; er zat soms een kleine bolling in de figuur. Voor meetkundigen kwalificeert een figuur zich daardoor niet als regelmatig veelvlak.
De twee onderzoekers vroegen zich vervolgens af hoe je Goldbergs figuren dan wél tot regelmatige veelvlakken kan maken. Daarvoor moesten ze nogal wat uitvogelen. Simpel gezegd: ze begonnen met een kubus en ‘bliezen die op’. Daardoor gaan de zijden van de kubus vol staan. Vervolgens moesten ze de bolle gedeelten zo opbreken, dat het hele bolle vlak uit (platte) veelhoeken bestaat. Na wat gepuzzel lukte het ze om zo’n figuur te maken, die niet thuishoorde in de andere veelvlak-families.
En ze gingen nog verder in hun idee: door niet een kubus, maar een andere driedimensionale figuur ‘op te blazen’ kan je nog veel meer van deze nieuwe veelvlakken maken. Sterker nog, omdat je telkens maar zijden aan de beginfiguur kan toevoegen kan je zelfs oneindig veel veelvlakken maken.
Dat is bijzonder, omdat er in de categorieën die bestonden altijd maar een eindig aantal figuren bestond. Dat die barriere nu weg lijkt te vallen is niet alleen voor de meetkunde-fanaat interessant. Er kunnen ook directe toepassingen zijn. In de architectuur bijvoorbeeld kunnen de veelvlakken als inspiratie voor een bouwwerk dienen. Maar ook de natuur blijkt verrassend vaak de nieuwe soort veelvlakken te gebruiken. Onder een microscoop heeft een virus bijvoorbeeld de vorm van een ‘opgeblazen kubus’ met platte veelvlakken. Begrijpen hoe een virus eruitziet en wat daarachter voor mechanisme steekt, kan helpen om het virus beter te bestrijden.