Naar de content

Nieuwe digikloof op de loer?

Freestock

Dat de komst van het internet tot sociaal-economische ongelijkheid leidde tussen de gebruikers ervan en zogenaamde digibeten wist je misschien al. Maar volgens onderzoekers van de Universiteit Twente kan ook internetgebruik an sich ongelijkheid versterken.“Hogeropgeleiden gebruiken het internet vaker om hun maatschappelijke positie te verbeteren dan lageropgeleiden dat doen – en dit verschil is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen.”

In hun paper ‘Increasing inequalities in what we do online’ signaleren communicatiewetenschappers Alexander van Deursen en Jan van Dijk zelfs de opkomst van een heuse informatie-elite op het internet. “Deze valt grotendeels samen met de echte elite in de maatschappij,” vertelt van Dijk.

Van Deursen legt uit wat er precies aan de hand is: “Uit ons onderzoek blijkt dat sinds 2010 mensen met een lagere en middelbare opleiding het internet steeds meer zijn gaan gebruiken om te gamen, te chatten of te Facebooken. Vooral voor entertainment dus.

Hogeropgeleiden bezoeken het internet ook wel voor deze zaken, maar zijn daarnaast relatief vaak online om zichzelf verder te ontwikkelen of zichzelf meer in de markt te zetten. Door bijvoorbeeld online opleidingen te gaan volgen, in kennisnetwerken te participeren en veel nieuws te volgen. Dit helpt hen betere banen en een hoger inkomen te krijgen.”

Uit de steekproef die de onderzoekers hielden onder 3750 Nederlanders bleek ook nog wat anders: vooral bij mensen met een lagere opleiding laat het niveau van digitale vaardigheden te wensen over. “Dit geldt vooral voor ‘inhoudelijke’ vaardigheden als informatie opzoeken en financieel kunnen profiteren van internet,” vertelt van Deursen. “Denk hier bijvoorbeeld aan zaken als het boeken van een voordelige vakantie of een scherp geprijsde verzekering.”

Nederland telt het grootste aantal internetaansluitingen in Europa; 94 % van de huishoudens heeft toegang tot het web.

Freestock

Nieuwe digikloof?

De bevindingen van de Twentse onderzoekers deden nogal wat stof opwaaien in de kringen van beleidsmakers. Tot nu toe veronderstelden regeringen veelal dat internet meer gelijkheid in de samenleving zou promoten, omdat kennis er gratis is en mensen gemakkelijk contacten kunnen leggen buiten hun eigen groep. Om die reden is het vergroten van internettoegang in ontwikkelingslanden bijvoorbeeld een belangrijke prioriteit van ontwikkelingssamenwerking.

Maar nu blijkt dus het feit dat veel Nederlanders online zijn, niet per se tot meer gelijkheid tussen de Nederlanders leidt. Het lijkt de kloof tussen mensen met een hoge opleiding en inkomen aan de ene kant en lageropgeleiden aan de andere juist te vergroten. En dat terwijl het verschil tussen arm en rijk toch al flink is toegenomen sinds de crisis, zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau onlangs berekende in haar rapport Gescheiden Werelden.

Verder onderzoek

Moeten we het internet dan maar afschrijven als middel om meer sociale mobiliteit te creëren? Dat lijkt wel erg voorbarig. Allereerst werkten de deelnemers aan het onderzoek voor onderzoeksbureau PanelClix; die ze voor elke online ingevulde vragenlijst betaalt. Dergelijke ‘invulprofessionals’ kunnen vragenlijsten anders benaderen dan de gemiddelde burger. Daarnaast kan de tussenkomst van een marktonderzoeksbureau het lastiger maken voor respondenten om navraag te doen als ze bepaalde vragen niet snappen, zeker in een online set-up. Het zal dan ook interessant zijn om te zien of offline onderzoek onder ‘gewone’ mensen tot dezelfde conclusies leidt.

Mocht dat inderdaad zo zijn dan zouden beleidsmakers bovendien op zoek kunnen gaan naar manieren die ervoor zorgen dat ook lageropgeleiden meer kunnen gaan profiteren van het internet. Van Dijk heeft al wel een tip: „Toepassingen op het web waar je iets van kunt leren zouden vaker aangeboden kunnen worden in spelvorm. Zo worden ze ook aantrekkelijk voor mensen die niet zo veel opleiding hebben.”

Bron:
  • Van Deursen, A.J.A.M., Van Dijk, J.A.G.M. & Ten Klooster, P.M. (2014). ‘Increasing inequalities in what we do online. A Longitudinal Cross Sectional Analysis of Internet Activities among the Dutch Population (2010 to 2013) over Gender, Age, Education, and Income.’ Informatics and Telematics, 32(2), 259-272.
ReactiesReageer