NEMO Science Museum heeft een enorm depot, vol met bijzondere, maar vaak ook ooit alledaagse apparaten. Vanaf vandaag kun je een selectie van de mooiste en belangrijkste apparaten uit de geschiedenis van de techniek online bekijken.
NEMO Kennislink nam een kijkje in het depot en kreeg niet alleen een rondleiding tussen de volgestouwde stellingkasten, maar ook veel mooie verhalen en leuke weetjes. Vrijwilligers Han Noot en Jos Hattink hebben namelijk de technische en culturele geschiedenis achter een selectie objecten uit de collectie uitgezocht. Deze geschiedenis laat zien hoe nieuwe technische uitvindingen de maatschappij op verschillende manieren veranderden. Neem het simpele voorbeeld van de stofzuigerfabrikant Hoover uit Amerika. Amerikanen gebruiken deze merknaam nog steeds als werkwoord voor stofzuigen.
Ook dichter bij huis is te zien hoe techniek onze wereld veranderde, zoals in de begindagen van de elektriciteit. Jos: “Met de komst van elektriciteit in de jaren 1880 en 1890 leverden kleine particuliere elektriciteitscentrales de stroom, in eerste instantie alleen voor lamplicht. Maar door het ontstaan van een overschot gingen ze nadenken hoe de mensen naast licht ook op andere manieren gebruik konden maken van elektriciteit. In Amsterdam ontwikkelden ze bijvoorbeeld een strijkijzer waarvan je de stekker in de lampfitting kon doen.”
Jos: “Om energie te krijgen moest je geld in een muntmeter doen. Deze muntmeters werden vaak gratis in huis geplaatst, om mensen aan te sporen elektriciteit te gaan gebruiken. Bij het uitlezen van de meters vonden de inspecteurs vaak water in het bakje van de muntjes. Wat bleek: de muntmeters werkten ook als je er een muntje van ijs in deed!” Han:“De doppen van bepaalde flessen waren even groot als de munt, dus wanneer je de dop vulde met een klein laagje water, kreeg je een ijsmuntje dat in de meter paste.” Gratis stroom, kassa!
Depot als schatkamer
De objecten waar de vrijwilligers over vertellen, liggen in het gesloten depot in Amsterdam-Noord. Musea hebben altijd veel meer objecten dan dat er tentoongesteld kunnen worden en dat geldt ook voor NEMO Science Museum. Het museum onderzoekt, conserveert en bewaart zijn objecten in het depot. Daarnaast leent NEMO stukken uit de collectie uit aan andere musea voor hun tentoonstellingen en gebruikt het ze voor eigen wisseltentoonstellingen.
Museumbezoekers zien dus altijd maar een deel van alle schatten die een museum rijk is en dat is toch jammer. NEMO heeft namelijk ruim 17 duizend historische objecten die iets met wetenschap of techniek te maken hebben. Huishoudelijke apparaten zoals koffieapparaten, televisies en stofzuigers uit de twintigste eeuw, maar ook vroege elektriciteitsmeters, enorme transformatoren of lampen uit de negentiende eeuw.
Online bekijken
Een selectie uit de collectie van bijna honderdvijftig objecten is nu ook te zien op Google Arts & Culture. Dit is een online platform waar je kunst kunt vinden. Niet alleen losse objecten, maar ook als een soort Google Streetview, waarbij de door de musea ‘loopt’. Zo laat NEMO Science Museum bezoekers over de hele wereld vanuit hun luie stoel in aanraking komen met haar belangrijkste erfgoedobjecten op het gebied van techniek en energie.
De basis van deze selectie vormen de vier kerncollecties van het museum: Verlichting, Energieopwekking en opslag, Installatietechniek en Techniek in en rond het huis. De meeste uitgelichte apparaten vallen onder de laatste kerncollectie. Hierin zijn ook de meest herkenbaarste objecten te vinden, zoals oude televisies, radio’s, wasmachines en koffieapparaten. Jos heeft de geschiedenis van deze huishoudelijke apparaten uitgezocht en zijn favoriete object is dan ook een huis-tuin-en-keuken-object.
“De Engelse Tea Maker geeft een heel mooi beeld van de tijd waarin het is ontwikkeld. Het is namelijk een theezetapparaat uit de jaren twintig, met zowel een timer als een wekker. Voor die tijd kwam het ontbijtmeisje ‘s ochtends ontbijt op bed brengen bij de Engelse middenklassengezinnen. Met de stijgende lonen werden dienstmeisjes alleen iets voor de rijken en toen is dit apparaat ontwikkeld. Wanneer de wekker ging, was je thee klaar”, vertelt Jos.
Han heeft een natuurwetenschappelijke achtergrond en hij keek meer naar de werking van apparaten en welke uitvindingen aan hun ontwikkeling vooraf gingen. Zijn verhalen komen meer terug bij de objecten uit de andere drie kerncollecties. “Het bijzonderst vind ik de Ampère-uurmeter met slingeruurwerk van Siemens & Halske uit de negentiende eeuw. Deze meter moest je opwinden om je elektriciteitsverbruik te meten. Hierbij heb je een tijdsmeting nodig, maar er bestond toen nog geen elektrische of digitale klok, dus ging het met een slingeruurwerk. Een mooi voorbeeld van de overgang naar een nieuw tijdperk.”
Koffieapparaten en broodroosters
Terwijl de heren me rondleiden langs de objecten die onderdeel uitmaken van de tentoonstelling, valt op hoeveel koffieapparaten er te zien zijn. “Nederlanders zijn koffiedrinkers, daarom zijn er ook zoveel koffiezetapparaten in de collectie terechtgekomen. In de loop van de tijd zijn er veel verschillende technieken gebruikt, die elk een andere vormgeving behoefden. Deze ontwikkeling wil het museum laten zien”, aldus Jos.
De oudste koffiezetapparaten stammen van voor de Eerste Wereldoorlog (1914-1919), toen Duitsland de belangrijkste leverancier was van elektrische apparaten. Met het uitbreken van de oorlog kregen Nederlandse producenten echter de kans om in dit gat te springen en komen er meer huishoudelijke apparaten van eigen bodem.
De broodroosters leveren ook een mooie tijdlijn op: ze worden steeds efficiënter en kunnen steeds meer. Zo moest je bijvoorbeeld aan het begin van de twintigste eeuw nog zelf je boterhammen omdraaien, terwijl dit bij latere types automatisch gaat. De vormgeving wordt ook op deze technologische ontwikkelingen aangepast, en vanaf de jaren vijftig krijgen ze het o zo herkenbare pastelkleurtje.
Jos: “In de jaren zestig wordt marketing belangrijker en daarmee het uiterlijk van de apparaten. Zo krijgen huishoudelijke apparaten steeds vaker zoete kleuren om ze aantrekkelijk te maken voor de huisvrouw, vandaar die roze broodroosters en stofzuigers.” Han vult aan: “Voor die tijd werkten vormgevers al wel aan een mooie buitenkant maar dat was ondergeschikt. Het ging er in de eerste plaats om dat het product technisch goed in elkaar stak.”
Koffiemaler annex bladblazer
Het interessantst vind ik zelf de verhalen achter de apparaten die we nu niet meer gebruiken, zoals de multifunctionele apparaten. Die konden volgens de reclames niet alleen stofzuigen maar ook muurtjes schilderen, je huisdier wassen, bladblazen en koffie malen. Jos: “Dit soort multifunctionele apparaten waren ontwikkeld omdat motoren toen heel duur waren. Door allerlei opzetstukken op een motor te laten passen, had je meerdere apparaten in één en bespaarde je de aankoop van meerdere dure motoren. Maar echt handig was het niet dus zodra de motoren goedkoper werden, kocht niemand ze meer.”
Het aantal boeiende anekdotes van Jos en Han over de objecten uit de collectie is praktisch eindeloos. Neem dus vooral een kijkje bij de online tentoonstelling of kom een keer langs bij een open dag van het depot in Amsterdam-Noord. Het is een bezoek meer dan waard…