Naar de content

Nederlands met een accent: 'n makkie!

Wikimedia Commons

Nederlands met een accent is niet moeilijk te verstaan. “Onze hersenen hebben het accent soms al na zes woorden geregistreerd en ‘gecorrigeerd’”, weet psycholinguïst Marijt Witteman. En dat heeft belangrijke consequenties voor het tweede taalonderwijs: om verstaanbaar te zijn hoeven mensen dus niet accentloos te spreken. Witteman promoveert a.s. vrijdag aan de Radboud Universiteit.

Dit promotieonderzoek werd uitgevoerd aan het Max Planck Instituut in Nijmegen

Wikimedia Commons

Het onderzoek van Witteman vond in eerste instantie dicht bij huis plaats, namelijk onder een groep studenten van de Radboud Universiteit. Zij moesten luisteren naar Nederlandse woorden die werden uitgesproken met een Duits accent. Voor veel Nijmegenaren, en met name onder studenten, een vertrouwd geluid: “Bij studies als psychologie komt bijna de helft van de studenten uit Duitsland”, legt Witteman uit. De verwachting was dan ook dat deze groep weinig moeite zou hebben met dit accent. Moedertaalsprekers en studenten Duits werden uitgesloten van deelname.

Boik – buik

Het onderzoek bestond uit verschillende reactietijdenexperimenten. Daarbij horen proefpersonen eerst een woord en zien ze daarna een woord op een computerscherm. Van dat visuele woord moeten ze aangeven of het een bestaand woord is. Hoe sneller mensen reageren, hoe beter hun reactietijd. Uit eerder onderzoek blijkt dat mensen sneller reageren als ze hetzelfde woord ook al hebben gehoord. Als het visuele woord voorafgegaan wordt door een ander woord, is de reactietijd doorgaans langzamer.

De proefpersonen (in dit geval 20 a 25 per experiment) in dit onderzoek kregen eerst woorden te horen die uitgesproken werden door een niet-moedertaalspreker van het Nederlands. Soms kwam het gesproken woord (bijv. boik) overeen met het visuele woord (bijv. buik), met als enige verschil het accent. Aan de hand van de reactietijden kon Witteman afleiden hoeveel moeite de proefpersonen hadden met het Duitse accent. Voor de Nijmegenaren bleek het accent geen enkel probleem te zijn: “De reactietijden waren vergelijkbaar die van proefpersonen die luisterden naar Nederlands zonder accent.”

Kwestie van wennen

Mensen blijken dus weinig moeite te hebben met een accent dat ze veel om zich heen horen. Dat is op zich weinig opzienbarend. Opmerkelijker was de bevinding onder de Utrechtse controlegroep.

De Utrechters waren minder bekend met het Duitse accent, en hadden meer moeite om woorden met een zwaar accent te verstaan. Het verstaan van woorden met een licht accent ging ze aanzienlijk beter af, aldus de promovenda: “De uitspraak van de ui bijvoorbeeld klinkt in het Duits vaak als oi en de ij als een ai. Die laatste klanken – de ij en de ai – liggen akoestisch dichter bij elkaar dan de ui en de oi en waren ook voor de Utrechtse proefpersonen beter te verstaan.”

Toch kon ook deze groep vrij snel aan het zware accent wennen: “We lieten de Utrechters vier minuten lang naar een sprookje luisteren dat werd uitgesproken door dezelfde spreker met een zwaar Duits accent. Na die vier minuten zag het reactietijdenpatroon van de Utrechters er hetzelfde uit als dat van de Nijmegenaren.”

Exotisch accent

Witteman was verrast door dit resultaat: “Eigenlijk blijkt het heel erg makkelijk te zijn om een taal met een accent te verstaan.” Om het de proefpersonen nog iets moeilijker te maken, liet ze hen vervolgens een spreker horen met een exotischer accent: “We wilden een accent toetsen dat mensen helemaal niet kennen. Dan kun je twee dingen doen: of zelf een accent creëren, of een accent kiezen waarvan het heel onwaarschijnlijk is dat mensen dat ooit hebben gehoord.” Het werd Nederlands met een Hebreeuws accent.

Voordat ze gingen luisteren naar de woorden met een Hebreeuwse accent, moesten de proefpersonen nu een heel simpel opdrachtje uitvoeren. Ze moesten luisteren naar 70 woorden – uitgesproken met hetzelfde accent – en op een knop drukken als er een k in het woord zat. Ze hoefden dus niet heel erg op te letten. Na 24 uur moesten ze eenzelfde reactietijdenexperiment uitvoeren als hierboven beschreven werd. Witteman: “Zelfs na 24 uur hadden proefpersonen zich aan het accent van de spreker aangepast, in tegenstelling tot de controlegroep. Bij een andere groep zat er een week tussen beide opdrachten. En ook deze groep was het effect nog merkbaar.”

Werking in de hersenen

Hoe is dit verschil te verklaren? “Blijkbaar sla je al dan niet bewust kennis op over iemands uitspraak, die je op elk willekeurig moment weer heel snel kunt activeren”, legt de onderzoekster uit. “Wat onze hersenen heel goed kunnen is relatieve verschillen corrigeren. Mijn ‘e’ kan bijvoorbeeld net zo klinken als jouw ‘a’. Maar omdat onze hersenen de relatieve posities tussen de klinkers razendsnel uitrekenen, hoor je die ‘a’ gewoon als een ‘e’. Terwijl het akoestische signaal heel anders kan zijn. Diezelfde mechanismen werken bij taal met een accent.”

“Moedertaalsprekers begrijpen een tweedetaalspreker eigenlijk heel makkelijk. Het heeft dus niet zo veel zin om je accent helemaal proberen weg te poetsen. Als het om taalbegrip gaat tenminste, want er zijn natuurlijk een heleboel andere redenen te bedenken waarom je wel van je accent af zou willen. Als je in Nederland bent komen wonen en heel graag voor autochtone Nederlander wilt doorgaan.”

“Maar voor de verstaanbaarheid is het minder belangrijk. Het is sowieso voor maar weinig mensen weggelegd om echt accentloos te spreken. Je kunt dus beter investeren in je eigen luistercapaciteiten. Want dat is nog altijd moeilijker in een andere dan je moedertaal.”