Vaccinatie tegen mazelen is een enorm succes. Sterker nog, het voorkomt meer doden dan het aantal kinderen dat voorheen stierf aan mazelen. Wetenschappers van het Erasmus MC Rotterdam hebben hier samen met Amerikaanse collega’s een verklaring voor gevonden. Na het doormaken van mazelen blijven kinderen nog ruim twee jaar extra vatbaar voor andere infecties. Het vaccin beschermt dus niet alleen tegen mazelen, maar voorkomt ook sterfte door andere infectieziekten.
Mazelen is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma sinds 1976. Daardoor is het in Nederland inmiddels een zeldzame ziekte geworden. “Ikzelf kom nog uit de generatie waarbij je de ziekte als kind gewoon doormaakte”, vertelt Rik de Swart, viroloog aan het Erasmus MC Rotterdam. “Het hoorde er een beetje bij.” Het mazelenvirus is een ongelooflijk besmettelijk virus dat zich verspreidt via kleine druppeltjes door de lucht. Zonder vaccinaties verspreid het zich zeer eenvoudig.
“We hebben lang niet geweten wat het virus precies met de gastheer doet,” vertelt De Swart. “Hierin is de afgelopen vijf tot tien jaar meer duidelijkheid gekomen, onder meer door het onderzoek dat we hier in Rotterdam hebben gedaan.”
Geheugencellen
Klassieke luchtwegvirussen, zoals griep en verkoudheid, infecteren de cellen van de luchtwegen. Het mazelenvirus werkt anders, legt De Swart uit: “Het komt wel bij de luchtwegen binnen, maar laat de cellen van de luchtwegen links liggen. Het infecteert direct cellen van het afweersysteem in de longen (met name B-cellen en T-cellen). Via het bloed verspreidt de infectie zich naar afweercellen in onder andere de lymfeklieren, de milt en de darmen. In het laatste stadium van de infectie komt het virus weer terug in de luchtwegen. Dan worden de cellen van de luchtwegen ook daadwerkelijk geïnfecteerd om te zorgen dat het virus over gaat naar de volgende gastheer.”
“Het mazelenvirus infecteert niet alle afweercellen even gemakkelijk”, vertelt De Swart. “Vooral cellen van het immunologisch geheugen raken geïnfecteerd. Deze cellen liggen verspreid over het afweersysteem en onthouden welke infecties we al eerder hebben doorgemaakt. Bij het opruimen van het mazelenvirus gaan ook de geheugencellen waar dit virus in zit verloren.”
Wat de gevolgen hiervan zijn, hangt onder andere af van de mate waarin het virus zich heeft kunnen vermeerderen. De Swart: “Bij sommige patiënten is misschien maar tien procent van de geheugencellen weg en merk je er klinisch helemaal niks van. Bij anderen kan vijftig procent van de cellen weg zijn. Deze patiënten kunnen in de periode na het doormaken van mazelen ernstig ziek worden van andere infecties, ook als ze die al eerder hebben gehad.”
Databases
Dat een infectie met mazelen het afweersysteem verzwakt en dat patiënten daarna vatbaarder zijn voor andere infecties, was al bekend. Maar dat effect leek enkele weken, tot hooguit enkele maanden, aan te houden. Nu blijkt dat een belangrijk deel van de kindersterfte tot ruim twee jaar na een mazeleninfectie nog verklaard kan worden door het doormaken van die ziekte. De Swart trekt die conclusie uit onderzoek in samenwerking met Amerikaanse epidemiologen. Uit databases van de Verenigde Staten, Engeland/ Wales en Denemarken verzamelden zij cijfers over de sterfte aan mazelen en de sterfte aan andere infectieziekten, zowel voor als na de invoering van mazelenvaccinatie.
De Swart: “Er is een duidelijke correlatie tussen het optreden van mazelen en de sterfte aan andere infectieziekten. En die correlatie is er tot ongeveer 28 maanden na een mazelenuitbraak. Het bijzondere van deze studie is dat in verschillende databases dezelfde benadering is gevolgd en dat daar steeds dezelfde periode uitrolt. Na de invoering van mazelenvaccinatie is het aantal gevallen van mazelen natuurlijk veel lager, maar nog steeds zien we dan tot ruim twee jaar na een uitbraak een hogere sterfte aan andere infectieziekten. We denken daarom dat we een sterk verband te pakken hebben.”
Een tik
De kindersterfte in Nederland is laag. Maar de kindersterfte die we hebben, kan voor een belangrijk deel verklaard worden door het doormaken van mazelen, denkt De Swart. Hij vindt het zorgelijk dat er steeds meer twijfel over vaccinatie is: “Mensen lezen op internet van alles over bijwerkingen en worden daar bang van.” Maar ze lijken zich niet te realiseren hoe eng de infectie zelf is. “Niet vaccineren gaat goed zolang kinderen in een samenleving wonen waarin de rest van de kinderen wel wordt ingeënt. Dan zijn ze toch wel beschermd door de groep. Maar als het aantal niet gevaccineerde kinderen te groot wordt, kunnen er uitbraken komen.”
“Zoals in 2013 onder streng-gereformeerden in Nederland. Er zijn toen drieduizend ziekte-gevallen geregistreerd, maar we weten dat er altijd sprake is van onder-registratie, dus misschien zijn er wel tienduizend gevallen geweest. Er is toen één kind overleden. Het risico om direct aan mazelen te sterven is dus klein, maar het afweersysteem krijgt bij zo’n infectie ook een tik mee. In de twee jaar na het doormaken van de infectie hebben patiënten een minder goede afweer”, benadrukt De Swart: “Dat soort effecten worden vergeten bij de beslissing om een kind niet te vaccineren.”