Muzikale vaardigheden kunnen ervoor zorgen dat het leren van een tweede taal je makkelijker afgaat. Dat komt doordat taal ook een muzikale kant heeft.
Wie een vreemde taal leert, probeert de nieuwe klanken, woorden en zinsbouw onder de knie te krijgen. Maar om goed verstaanbaar te zijn en ook anderen beter te begrijpen, moet je daarnaast ook het ritme en de melodie van de nieuwe taal leren. In het Italiaans duren alle lettergrepen bijvoorbeeld ongeveer even lang – in tegenstelling tot in het Nederlands. In het Frans ligt de klemtoon bijna altijd op de laatste lettergreep. En in het Mandarijn-Chinees is toonhoogte van cruciaal belang: het verloop hierin kan zelfs de betekenis van een woord veranderen.
Hoe goed je deze zogenaamde ‘prosodie’ herkent en produceert, is gerelateerd aan je muzikale vaardigheden. Al hangt het ook af van de talen die je spreekt. Dit liet Nelleke Jansen zien in haar proefschrift, dat ze eind vorige maand verdedigde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Hoezo hangt het herkennen en produceren van prosodie af van de talen die je spreekt?
“Nou, we zagen dat Nederlanders met goede muzikale vaardigheden de intonatie van het Engels als tweede taal beter begrepen en gebruikten dan Nederlanders die minder muzikaal waren. Dat effect zagen we niet bij moedertaalsprekers van het Mandarijn-Chinees met Engels als tweede taal. Kennelijk ligt het eraan om welke talen het gaat.”
Hoe heb je dat onderzocht?
“De muzikaliteit onderzochten we eerst met een test waarbij de proefpersoon steeds korte muzikale fragmenten hoorde en dan moest aangeven of deze gelijk waren of verschilden. Die test keek naar verschillende aspecten van muziek, zoals ritme, toonhoogte en melodie.”
”In het eerste experiment luisterden de proefpersonen naar Engelse zinnen waarin de nadruk de betekenis bepaalde. Bijvoorbeeld ‘I only gave a SPOON to the girl’ of ‘I only gave a spoon to the GIRL’. De proefpersonen zagen verschillende plaatjes voor zich en wij volgden hun oogbewegingen met een eye-tracker. In het tweede experiment analyseerden we de Engelse intonatie tijdens een spel dat de proefpersonen speelden, waarbij ook weer een nadruk op bepaalde woorden uitgelokt werd. We vonden een verband tussen de scores op de muziekperceptietest en de prosodische vaardigheden in de Nederlandse groep.”

Bij eye-tracking worden de oogbewegingen van een proefpersoon gevolgd.
Nelleke JansenHoe verklaar je de verschillende uitkomsten voor Nederlandse en Chinese proefpersonen?
“Er zijn meerdere verklaringen mogelijk. Het zou kunnen dat muzikaliteit alleen een rol speelt als de prosodische verschillen tussen talen maar klein zijn, zoals bij het Nederlands en Engels. Het Mandarijn-Chinees is een toontaal, waarbij woordbetekenis mede wordt bepaald door toonhoogte, en is qua intonatie dus heel anders dan het Engels. Misschien speelt muzikaliteit dan een minder grote rol.”
“Een andere mogelijkheid is dat sprekers van een toontaal toonhoogte in taal anders verwerken dan toonhoogte in muziek. Die theorie is wel geopperd door andere wetenschappers. Als toontaalsprekers aparte verwerkingsmechanismen in de hersenen hebben voor taal en muziek verwacht je daar ook geen verband tussen. Bij niet-toontaalsprekers zou je dat verband dan wel zien, omdat zij toonhoogte in taal en muziek in hetzelfde deel van de hersenen verwerken.”
Maar je kunt niet zeggen welke verklaring klopt?
“Daarvoor zou je nog verder onderzoek moeten doen. Bijvoorbeeld door te kijken naar een niet-toontaal als moedertaal die prosodisch wel veel van het Engels verschilt. Of een moedertaal en een tweede taal die allebei toontalen zijn. Als je dan geen effect van muzikaliteit vindt, ligt het waarschijnlijk aan die twee verschillende verwerkingsmechanismen.”

De onderzoeksassistent (r.) lokt in een spraakexperiment specifieke zinsconstructies uit bij een proefpersoon.
Nelleke JansenImpliceren jouw resultaten dat muziekles kan helpen in het vreemdetalenonderwijs?
“Muziekles kan in ieder geval je prosodische vaardigheden verbeteren. Dat blijkt uit de meta-analyse die ik heb uitgevoerd op eerdere onderzoeken. Maar dat ging om de moedertaal of om een vreemde taal die de luisteraars niet spraken: proefpersonen die muziekles hadden gevolgd, waren beter in het herkennen van intonatie van hun eigen taal of van een onbekende tweede taal.”
“Mijn experimentele studies keken naar de invloed op specifiek de tweede taal en dat verband heb ik alleen indirect kunnen bewijzen. Een causaal verband heb ik niet aangetoond, daarvoor is een interventiestudie nodig. Daarbij vergelijk je dan een groep die muziekles krijgt met een groep zonder muziekles. Maar mensen met goede muzikale vaardigheden zijn dus wel meer in tune met hun tweede taal, al is dat dus afhankelijk van de talen die ze spreken.”