Naar de content

Motivatie: wat heb je eraan?

Flickr.com, Shinya Suzuki via CC BY 2.0

Wat is motivatie nou eigenlijk? Psycholoog Katinka van der Kooij onderzoekt aan de Vrije Universiteit hoe motivatie van invloed is op lichaamsbewegingen. Gemotiveerde mensen doen dingen sneller, maar dat is niet altijd beter, laat ze aan de hand van recent onderzoek zien.

Stefanie is boos. Ze heeft haar tenniswedstrijd verloren. Die laatste bal, had ze daar niet harder voor kunnen rennen? Was ze misschien niet gemotiveerd genoeg?

In het dagelijks leven hebben we het gevoel dat we dingen beter doen wanneer we gemotiveerd zijn. Maar is dat echt zo? Zouden we niet altijd op ons best kunnen zijn? Hier lees je wat onderzoek uit de hersenwetenschappen je daarover kan vertellen.

Motivatie meten

Motivatie kan je niet zien of vastpakken. Daardoor is het om direct lastig te onderzoeken hoe gemotiveerd iemand precies is. Je kunt iemand een vragenlijst voorleggen, maar die antwoorden zijn meestal niet erg nauwkeurig.

Wat je wél kunt zien, is de oorzaak van motivatie. Mensen doen het liefste dingen waarvoor ze beloond worden. Beloning is dus meestal de oorzaak van motivatie. Die beloning kan van alles zijn: geld, lekker eten, respect van je vrienden of ergens goed in worden. We kunnen die beloning ook in de hersenen zien, omdat we weten dat er speciale hersencellen zijn die communiceren hoe belonend iets is.

Wanneer hersenwetenschappers willen weten of je beter presteert als je meer gemotiveerd bent, doen ze daarom experimenten met beloning. Ze geven proefpersonen iets meer of minder beloning en kijken of de bewegingen van hun proefpersonen veranderen. Deze aanpak geeft veel nauwkeuriger uitkomsten dan wanneer je vragenlijsten gebruikt.

Aan de hand van deze methode hebben onderzoekers aangetoond dat je sneller beweegt als je gemotiveerd bent. Mensen hebben een beperkte voorraad brandstof in hun lichaam en motivatie bepaalt hoe je die energie verdeelt. Je brein is zuinig met deze brandstof; je hebt die immers hard nodig om te bewegen en om na te denken. Onderzoekers hebben drie redenen ontwaard om energie uit te geven.

Een munt hoger opgooien heeft geen invloed op de uitkomst. Het kost wél meer energie.

Flickr.com, Nicu Buculei via CC BY-SA 2.0

Hoger gooien voor meer resultaat

De eerste reden heeft te maken met beloning. Om te beslissen hoeveel energie je voor een beweging gebruikt, weegt het brein de kosten en opbrengsten van de beweging tegen elkaar af. Wanneer de kosten laag zijn ten opzichte van de beloning, is het brein bereid meer energie dan nodig uit te geven. Kosten zijn bijvoorbeeld de energie en tijd die geïnvesteerd worden. Opbrengsten zijn de beloning voor de beweging, zoals een lekkere snoepreep, een punt tijdens een tenniswedstrijd of het gelukzalige gevoel even te zweven in een pirouette. Het lijkt erop dat mensen inderdaad sneller bewegen wanneer ze gemotiveerder zijn.

Dat effect treedt zelfs op wanneer sneller bewegen geen enkele invloed heeft op de daadwerkelijke beloning. Een onderzoeker van de Amerikaanse Indiana University liet dit zien in een slim experiment waarin hij een kop-of-muntspel speelde met zijn proefpersonen. Hoe hoog je de munt opgooit, heeft geen invloed op de uitkomst, maar kost wél energie. Soms stond er veel geld op het spel, soms weinig. Het experiment toonde aan dat proefpersonen het muntje hoger opgooiden wanneer er meer geld op het spel stond. Ze waren gemotiveerder en staken dus meer energie in het spel.

Snelle beloning is meer waard

De tweede reden heeft te maken met tijd. Als je je beloning pas over honderd jaar zou krijgen, zou je dat dan nog de moeite waard vinden? Natuurlijk niet, je leeft dan waarschijnlijk niet meer. Onderzoekers van de Amerikaanse John Hopkins Universiteit berekenden aan de hand van de snelheid waarmee proefpersonen bewogen, dat beloning aan waarde verliest wanneer je er langer op moet wachten. Ook wanneer je maar een paar minuten moet wachten.

Stel, de beloning is een toetje. Als je je toetje sneller te pakken kunt krijgen, worden de beloningscellen in je brein actiever bij de gedachte aan het toetje en ben je meer gemotiveerd om het ook daadwerkelijk te gaan pakken. De tweede reden om meer energie uit te geven is dus dat je beloning meer waard wordt als je deze sneller te pakken kunt krijgen.

Wie snel is loopt niets mis

De derde reden heeft te maken met kansen. In het dagelijks leven zijn er veel lichaamsbewegingen die je zou kunnen maken. Al die bewegingen kunnen beloning opleveren. Je kan naar je telefoon grijpen om je vrienden te spreken, je kan naar de koelkast lopen voor frisdrank en je kan je sportschoenen aantrekken om je sterk te voelen. Als je met één beweging bezig bent, kun je even geen andere bewegingen maken. Daardoor mis je al die andere mogelijke beloningen. Dit wordt door de Israëlische onderzoeker Yael Niv de ‘mogelijkhedenprijs’ genoemd.

Wanneer je brein de kosten van een beweging uitrekent, denkt het ook aan de alternatieve beloningen die het misloopt. Stel je voor dat je in de woestijn loopt. Dan is het de moeite waard een kilometer te lopen voor een glaasje water. Maar als je op een verjaardag bent, loop je natuurlijk geen kilometer voor een glaasje water. Dan mis je de lekkere verjaardagsdrankjes. Wanneer je sneller beweegt, heb je eerder tijd voor een tweede beweging die weer nieuwe beloning op kan leveren. De derde reden om meer energie uit te geven is dus om te zorgen dat je minder misloopt.

Sneller is niet altijd beter

We weten nu dat je sneller beweegt als je gemotiveerder bent. Maar ga je daar ook beter van presteren? In Amerika deed professor Paul Fitts in 1954 een beroemd experiment waarin proefpersonen een heleboel keer met hun vinger van het ene op het andere metalen plaatje moesten tikken. Zijn proefpersonen raakten de plaatjes minder precies wanneer ze de beweging sneller uitvoerden: hun vinger landde vaker naast het doel. Dit komt omdat je brein tijd nodig heeft om informatie te verwerken. Snel kan dus tot slordigheid leiden.

Wanneer het belangrijk is dat je een beweging heel precies uitvoert, zoals tijdens een borduurwerk, zal je daardoor eerder tijd dan energie investeren. Duitse onderzoekers lieten zien dat hun proefpersonen meer tijd namen voor precieze aanwijsbewegingen wanneer ze meer geld konden verdienen met succesvolle bewegingen. Motivatie verdeelt dus niet alleen de energie, maar ook de tijd die je investeert.

Trucs om jezelf te motiveren

Het kan dus zijn dat Stefanie inderdaad harder naar die laatste bal gerend had wanneer ze meer gemotiveerd was. Wat kan ze dan doen om de volgende wedstrijd gemotiveerder te beginnen?

1. Zorg voor succeservaringen. Het gevoel ergens goed in te zijn is heel belonend en daar kun je slim gebruik van maken. Je kunt een taak makkelijker maken, waardoor de kans groter wordt dat je succesvol bent. Stefanie zou bijvoorbeeld een tennisafspraak kunnen maken met een tennisvriend waar ze makkelijk van kan winnen. Soms kan het ook helpen om complimentjes te vragen.

2. Daag jezelf uit. Succes is fijn, maar het is alleen interessant ergens goed in te zijn als een taak uitdagend is. Als het tennissen Stefanie eigenlijk te gemakkelijk afging, zou ze juist een oefenwedstrijd kunnen plannen met iemand die heel goed is.

3. Zorg voor snelle beloningsmomenten. Beloning waar je lang op moet wachten is minder waard. Daarom is het slim jezelf kleine doelen te stellen, zodat je snel succes kunt ervaren. Stefanie kan zich bijvoorbeeld voornemen een punt te scoren met een backhand slag. Zo ervaart ze sneller succes dan wanneer ze alleen focust op het winnen van het toernooi.

ReactiesReageer