Naar de content

‘Moord is niet aan de orde van de dag’

Interview met de auteurs van ‘Mythen over moord’

Plaats delict
Plaats delict
Image by freepik

Als je de krantenkoppen moet geloven regent het liquidaties, worden daders steeds jonger, en leven we in gevaarlijke tijden. Toch is het in Nederland veiliger dan ooit, volgens de auteurs van ‘Mythen over moord’.

8 augustus 2024

“Het viel ons op dat er in de politiek en media vaak harde, ongefundeerde uitspraken worden gedaan over moord.” Aan het woord is hoogleraar geweld en interventies Marieke Liem en auteur van het boek ‘Mythen over moord’, dat ze schreef met misdaadjournalist Gerlof Leistra. Daders zouden steeds jonger zijn, vrouwen vaker vermoord om hun gender, en er zouden steeds meer verwarde moordenaars rondlopen.

Liem: “Moord is een tragische gebeurtenis. Het is dan ook begrijpelijk dat mensen daar allerlei verhalen omheen verzinnen om het van context te kunnen voorzien. Die verhalen of mythes komen voort uit wat er in de maatschappij speelt. Wat mensen vandaag de dag bijvoorbeeld erg bezighoudt, is gender. Daardoor zien we veel moordzaken ook door die bril: komt een vrouw om het leven, dan wordt het bestempeld als femicide en denken we dat dat een toenemend probleem is. Maar dat betekent niet dat dat beeld ook klopt.” 

In 2015 startten Liem en collega-wetenschappers met het aanleggen van de Dutch Homicide Monitor, een uitgebreide database met daarin alle Nederlandse moordzaken vanaf 1992, aangevuld met informatie vanuit de politie en het OM. Die dataset vormt de basis van ‘Mythen over moord’, waarin twaalf aannames over fataal geweld worden gefactcheckt op basis van de data. Wat blijkt? Vrijwel al deze mythes over moord kunnen worden ontkracht, op één na: drugshandel en fataal geweld blijven weerbarstig aan elkaar gelinkt.

Misdaadjournalist Gerlof Leistra en hoogleraar Marieke Liem

Uitgeverij Balans

Hardnekkige mythes

Een van de eerste mythes die Liem en Leistra ontkrachten, is de aanname dat we in de gewelddadigste tijd ooit leven. Om je meteen maar gerust te stellen: de kans dat je om het leven komt door moord is in Nederland zeer klein en structureel dalende. In de jaren negentig schommelde het moordcijfer in Nederland rond de 250 moorden per jaar, de afgelopen jaren lag dat cijfer rond de 125. Het risico om om het leven te komen door moord in Nederland is daarmee gemiddeld 0,7 per 100.000 inwoners. Wereldwijd ligt dat cijfer rond de 6. Sommige landen, zoals Venezuela, schieten uit met een moordratio van 89 per 100.000 inwoners.

Elke moord die gepleegd wordt, staat enorm in de spotlights. Daarmee krijgen we het idee dat moord aan de orde van de dag is

Liem: “Globaal gezien doet Nederland het heel goed. Door tal van interventies en maatregelen is het aantal moorden enorm teruggedrongen. Misschien kunnen we de cijfers nog ietsje verder terugdringen, maar we zitten al op een heel laag punt. En hoe spijtig ook, moord zal altijd blijven voorkomen, hoe goed je de samenleving ook organiseert.”

Nog zo’n mythe: dat elke acht dagen een vrouw wordt vermoord omdat ze een vrouw is. “Dat is een ronduit foute statistiek die ooit zijn eigen leven is gaan leiden”, vertelt Liem. “Ik weet niet waar het vandaan komt, maar het klopt niet. Niet elke vrouw die gedood wordt, wordt gedood om haar gender. Er zijn ook vrouwen die in een tankstation werken en tijdens een roofoverval om het leven komen. Heeft dat iets met hun vrouw-zijn te maken?”

Moord op vrouwen

Jullie zijn vrij kritisch op het gebruik van de term ‘femicide’. Waarom?

“De term femicide is in de jaren ‘70 in het leven geroepen door activistische kringen om geweld tegen vrouwen op de kaart te zetten. Voor een deel hebben ze gelijk dat genderongelijkheid een rol speelt. Maar wetenschappelijk hebben we geen eenduidige definitie van femicide. Is het alle moord op vrouwen? Is het alle moord door mannen op vrouwen? Moet het motief gerelateerd zijn aan gender, en hoe stel je dat vast? Als wetenschapper zeg ik: zolang je geen eenduidige definitie hebt die te operationaliseren is, blijf er dan vanaf.”

De heersende gedachte is dat femicide duidt op partnermoord op vrouwen, waarbij de moord het sluitstuk is van jarenlang huiselijk geweld. Hoe zien de cijfers eruit als je daarnaar kijkt?

“Van alle vrouwenmoord is 53 procent partnerdoding, en daarvan bestaat ongeveer een zesde uit het prototype vrouwenmoord waarin jarenlang sprake was van intieme terreur. Die definitie is dus maar van toepassing op een klein deel van de vrouwenmoorden. Door zo op dat prototype vrouwenmoord te focussen, zien we partnermoorden met andere dynamieken over het hoofd. Zoals langdurige financiële problematiek, drugsgebruik, of gezondheidsproblematiek waarin de ene partner voor de andere zorgt. Je kunt dan wel allemaal preventieve maatregelen in het leven roepen, maar eigenlijk vergeet je het leeuwendeel. Als je écht recht wil doen aan geweld tegen vrouwen, moet je naar de hele linie kijken en niet alleen naar dit deel.”

Moord en drugs

De enige mythe die jullie wel bevestigden, is dat aan vrijwel elke moord in het criminele circuit drugs kleven. Hoe zit dat?

“Het enige type moord dat niet daalt en soms behoorlijke pieken laat zien, zijn de moorden die gerelateerd zijn aan drugshandel. Hoewel het aantal dodingen weliswaar gelijk blijft, gaat het om een substantieel aantal dodingen van soms wel meer dan dertig per jaar. Waar andere typen moord een dalende trend laten zien, lukt het in het criminele drugscircuit maar niet om dat aantal terug te dringen. Dat zegt ons iets over de veerkracht van die markt. Arrestaties verrichten en grote spelers uit de markt halen, zoals eerder al eens in Amsterdam gebeurde, drukt het geweld niet de kop in. Sterker nog: het geweld kan juist oplaaien omdat een netwerk verzwakt wordt en er een machtsstrijd ontstaat.”

Toch zijn we, op het persistente aantal drugsmoorden na, veiliger dan ooit in Nederland. Er worden echt heel weinig moorden gepleegd, al voelt dat soms anders. Liem: “Dat is paradoxaal. Elke moord die gepleegd wordt, staat enorm in de spotlights. Daarmee krijgen we het idee dat moord aan de orde van de dag is.” Hetzelfde zien we met geweld, dat ook al jarenlang afneemt. “We zijn intoleranter geworden tegenover het geweld dat wél plaatsvindt. Daardoor lijkt onze definitie van geweld ook op te rekken, straatintimidatie en micro-agressie worden nu ook gezien als geweld. Dat was vroeger anders. Niet om deze zaken teniet te doen, maar het is belangrijk om te relativeren: wat zeggen de data ons? En dan blijkt: we zijn veiliger dan ooit.”

Bron

Marieke Liem en Gerlof Leistra, ‘Mythen over moord'. Dertig jaar fataal geweld in Nederland’, Uitgeverij Balans 2024.