Het Jaar van het Boek en de Week van de Alfabetisering: er zijn genoeg redenen om het ‘Het Boek van het gedrukte boek’ te bespreken, een overzichtswerk van ruim vijfhonderd jaar geschiedenis van de boekdrukkunst.
Het drukken en het vormgeven van boeken zijn sinds de uitvinding van de drukpers rond 1450 nauw met elkaar verbonden. We hebben het niet voor niets over ‘boekdrukkunst’. Maar ook bij de goedkoopste pocket wordt nagedacht over de vormgeving van de letters, de eventuele afbeeldingen en de kaft.
Kloosterboeken
‘Het boek van het gedrukte boek’ geeft een overzicht van de westerse ontwikkeling van de vormgeving van het gedrukte boek. Auteur Mathieu Lommen (designhistoricus en conservator grafische vormgeving aan de Universiteit van Amsterdam) begint bij de uitvinding van de drukpers en heeft vervolgens ruim vierhonderd bladzijden om tot het jaar 2010 te komen. Een moeilijke opgave, want is het überhaupt mogelijk om ruim 500 jaar vormgevingsgeschiedenis in één werk samen te vatten?
Lommen probeert het in ieder geval, door vooral veel te laten zien: hij bespreekt 125 voorbeelden van boeken aan de hand van grote kleurenfoto’s. Om tot deze selectie te komen heeft de auteur de Bijzondere Collecties van de universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam doorgespit. Dit beperkt natuurlijk de keus, ondanks de uitgebreide en eeuwenoude collectie. De oorspronkelijke protestantse stadsbibliotheek uit 1578, die de boeken had geconfisqueerd van de katholieke kloosterbibliotheek, is bijvoorbeeld ook onderdeel van de Bijzondere Collecties.
De mooie foto’s van al deze bijzondere boeken maken van dit dikke naslagwerk een echt koffietafelexemplaar. Heel fijn om doorheen te bladeren, plaatjes te kijken en ook nog iets op te steken. De uitgever mikt op een breed lezerspubliek, van ontwerpers en designhistorici tot boekenliefhebbers en -verzamelaars. Dit lukt aardig ondanks dat de auteur hier en daar met grafisch jargon strooit.
Drukkers en ontwerpers
Het boek bestaat niet uit genummerde hoofdstukken, maar Lommen noemt in de inhoudsopgave in chronologische volgorde de namen van alle drukkers en ontwerpers die hij bespreekt. Hij werkt dit in het boek zelf uit tot een korte informatieve tekst met daarbij de foto’s. Verder geeft de auteur per eeuw of belangrijke geografische stroming een inleiding met extra informatie. Door deze indeling kun je vooral in de vroege eeuwen mooi de ontwikkelingen binnen de wetenschap zien. Verder bevatten de korte teksten toch genoeg onverwachte weetjes. Om drukletters te maken bijvoorbeeld, gebruikten de vroegste drukkers technieken van goudsmeden, muntslagers en tinnegieters.
Het eerste deel van het boek gaat over het ambachtelijke drukken. Vanuit Mainz, waar Johann Gutenberg (circa 1394 – 1468) de vroegste bekende Europese drukkerij met losse letters in Gotische stijl begon, verspreidde de boekdrukkunst zich over Europa. Binnen twintig jaar waren er honderden drukkerijen, waarbij sommige drukkers meer dan duizend exemplaren van een enkel boek drukten. Ze bedienden hun drukpersen handmatig, wat een stuk sneller ging dan het monnikenwerk van een geschreven boek.
Snelle ontwikkelingen binnen de wetenschap en religie en het ontstaan van populaire genres zoals reisverhalen, stimuleerden in de zestiende eeuw de vraag naar boeken. Met het drukken van boeken en pamfletten konden nieuwe ideeën snel verspreid worden, wat tegen het zere been van menig Europese koning en kerkelijke leider was. Verboden boeken kwamen in de tolerantere Nederlanden van de zeventiende eeuw alsnog onder de drukpersen vandaan. Ondanks de schaalvergroting waren boeken in veel landen nog steeds duur en bestemd voor de elite, maar in dezelfde periode begonnen Nederlandse drukkers met goedkopere edities voor de gewone man, zoals kleine bijbels en moralistische embleemboeken.
Massaproductie
De negentiende eeuw was er een van de grote technische ontwikkelingen, wat een breuklijn vormt in het boek. Het jargon van de auteur wordt ook wat technischer maar aan de andere kant is het drukwerk dat voortkomt uit moderne drukprocessen een stuk herkenbaarder voor de lezer. Wie staat er ooit bij stil dat in de tijd van de handmatige drukpers boeken zonder kaft werden verkocht? Kopers moesten hun eigen exemplaren laten inbinden. Met de opkomst van de mechanische drukpers na 1830 namen de oplages enorm toe en daardoor daalde de prijs van boeken.
Ook de veelzijdigheid van mechanische druktechnieken nam toe. De Duitser Alois Senefelder ontwikkelde de lithografie of steendruk. Tot het eind van de achttiende eeuw moesten afbeeldingen in hout of koper gegraveerd worden wat veel tijd kostte en erg bewerkelijk was. Bij lithografie tekenen kunstenaars direct met krijt of speciale inkt op steen. Deze werkwijze gaf veel meer vrijheid en bleek ook nog eens erg geschikt voor kleurendruk.
De uitvinding van de fotografie (1839) beïnvloedde de grafische vormgeving vanaf 1868, wanneer het mogelijk wordt foto’s op grote schaal te drukken. Het aantal tijdschriften en kranten voor een breed publiek groeide hierdoor sterk. Een andere belangrijke uitvinding kwam bij de krant New York Tribune vandaan. In 1886 gingen zij werken met de linotype machine waarbij niet langer losse letters gezet hoefden te worden. Hierdoor rolde de krant een stuk sneller van de pers dan bij de concurrenten.
Kunstenaars
In de twintigste eeuw nam het grafische ontwerp als kunst- en gebruiksvorm een vlucht. Kunstschilders, architecten of interieurontwerpers ontwierpen ook nieuwe lettertypes en omslagen voor de drukkerij. Ze weken af van vroegere stijlen door bijvoorbeeld veel asymmetrie te gebruiken en nieuwe lettertypes te ontwerpen zonder schreven (de dwarsstreepjes aan letters). De auteur noemt als belangrijkste Nederlandse ontwerper Piet Zwart (1885-1977). Deze veelzijdige kunstenaar ontwierp van alles, van keukens voor Bruynzeel tot nationale postzegels. Aan het einde van het boek komen ook het naoorlogse minimalistische modernisme en het juist overdadige postmodernisme uit de jaren tachtig en negentig nog langs.
Ontwierpen drukkers uit de achttiende eeuw nog hun eigen stijl drukletters (nu nog te herkennen aan hun naam, zoals lettertpye Baskerville, ontworpen door John Baskerville, 1707-1775), vandaag de dag hebben ontwerpers de vormgeving helemaal overgenomen. Dat wil niet zeggen dat dat ook het einde betekent van het boek. Een e-reader is leuk om veel leesvoer op kwijt te kunnen, maar er gaat niets boven het in handen te hebben van een mooi vormgegeven boek.‘Het boek van het gedrukte boek’ is hier een aardig voorbeeld van: inhoudelijk blijft het wat op de vlakte omdat het heel veel wil behandelen, maar met de vormgeving is weinig mis.