Naar de content

Een motor die bestaat uit één enkel molecuul; tegenwoordig kan het. In het laboratorium worden moleculen gemaakt die werken als minuscule machines, aangedreven door minimotoren. Maar om de belofte van nanomachines als werkende robotjes en sensoren waar te maken is nog veel meer kennis nodig over de beweging ervan.

Wist je dat jij miljoenen motortjes in je lichaam hebt zitten? Motortjes ter grootte van één molecuul. In de natuur zijn zulke moleculaire motoren betrokken bij bijna elk essentieel biologisch proces. In onze cellen bevinden zich eiwitten die al wandelend over het wegennetwerk van de cel – de zogenaamde microtubules – pakketjes vervoeren van de ene naar de andere plek in de cel. En sommige cellen – met name bacteriën – worden aangedreven door een zweepstaart waardoor ze zich in hun geheel kunnen verplaatsen.

Wetenschappers pogen om synthetische varianten van zulke motortjes in het laboratorium in elkaar te zetten. Er ligt namelijk een grote belofte voor moleculaire motoren in toekomstige nanomachines en -sensoren. De Nederlandse wetenschap is een van de koplopers in dit vakgebied.

Er valt echter nog een hoop te leren en te beschrijven over het gedrag van moleculaire machines voordat de eerste toepassingen in zicht komen. Omdat ze zo klein zijn is het lastig om te zien wat er nou precies gebeurt als zo’n motortje onder invloed van bijvoorbeeld licht begint te bewegen. In het overzicht hieronder kan je lezen hoe ver onderzoekers al zijn gekomen met de bouw en toepassing van nanomotors.