Zijn wij van nature egoïsten of altruïsten? Het is een vraag die economen al decennialang bezig houdt, en die door middel van experimenten steeds weer opnieuw getest wordt. Het meest recente inzicht wijst echter op iets opmerkelijks: we hebben geen natuurlijke staat van vrijgevigheid óf zelfzuchtigheid. Ons gedrag passen we aan de verwachtingen van anderen en de regels van het spel aan.
Je bent ongetwijfeld iemand die ruimhartig rondjes geeft. Maar doe je dit echt uit vrijgevigheid? Denk je er werkelijk niks voor terug te krijgen? Of ga je ervan uit dat iedereen om de beurt betaalt? Moeilijke vragen. Economen proberen al een tijdje met wisselend succes antwoord te geven op de vraag of de mens van nature vrijgevig of zelfzuchtig is. Daarvoor gaan ze meestal niet naar het café. Economen hebben een andere methode om te bekijken of mensen zelfzuchtig of vrijgevig zijn: ze bestuderen onderhandelingssituaties.
Onderhandelingen zijn erg geschikt om menselijk gedrag te bestuderen omdat je precies waar kunt nemen wat elke partij inbrengt en terug krijgt. De belangrijkste reden om aan een onderhandeling te beginnen is dat je erop vooruit gaat. Je zult dan ook niet gauw akkoord gaan met een verdeling waar je slechter van wordt; je blijft net zolang onderhandelen totdat een overeenkomst is gesloten waar beide partijen tevreden mee zijn.
Als je er daarbij naar streeft dat de ander ook wat krijgt – zelfs wanneer je eigenlijk sterker in je schoenen staat tijdens de onderhandeling – ben je vrijgevig. Een zelfzuchtige onderhandelaar daarentegen, probeert zoveel mogelijk uit een onderhandeling te krijgen en is dus meedogenloos.
Het ultimatumspel
Begin jaren tachtig deed de Duitse onderzoeker Werner Güth met zijn collega’s onderzoek naar onderhandelingen. Zij lieten hun studenten meedoen met een eenvoudig spel voor twee spelers. Het spel van Güth wordt ook wel het ‘ultimatumspel’ genoemd (er wordt immers een ultimatum ter acceptatie voorgelegd), en zou uitgroeien tot een van de grote klassieke experimenten uit de gedragseconomie.
Het gaat als volgt: speler A krijgt van de onderzoekers een bepaald bedrag. Hij bepaalt hoeveel hij wil houden, en hoeveel hij bereid is aan zijn medespeler te geven. Speler B krijgt dit anonieme bod vervolgens te horen en heeft twee keuzes. Hij kan het bod (en daarmee de door A bepaalde verdeling) accepteren, of hij kan het bod weigeren. Als speler B weigert, vertrekken beide spelers met lege handen.
http://www.youtube.com/watch?v=BfE4ZL08twA
Het ultimatumspel in de televisieserie ‘Numb3rs’
Werner Güth en zijn collega’s ontdekten dat weinig ‘voorstellers’ kozen voor een zelfzuchtig ultimatum. Een 50/50-verdeling kwam het vaakst voor. Dit lijkt erop te duiden dat mensen van nature vrijgevig zijn. Maar toont dit ultimatumspel werkelijk aan dat de mens is geneigd tot vrijgevigheid (of, in wetenschappelijke termen, altruïsme)?
Nee, want het spel blijkt niet geschikt om altruïsme te bestuderen. Waarom niet? Omdat er een alternatieve verklaring is voor het ruimhartige bod van speler A: hij houdt rekening met het feit dat zijn medespeler er wel eens geld voor over kan hebben om een oneerlijk voorstel af te wijzen.
Wat gebeurde er met de zelfzuchtige voorstellen in Güth’s onderzoek? Deze werden veelal afgewezen, waardoor er helemaal geen geld werd uitgekeerd. Stel je eens voor dat je als speler B het voorstel ‘€1 voor jou en €9 voor speler A’ krijgt voorgelegd. Je hebt dus de keuze tussen €1 en helemaal niks.
Je zou misschien verwachten dat dit voorstel meestal wordt geaccepteerd. 1 Euro is immers nog altijd beter dan niks. Maar dit bleek dus niet het geval. Bij de beslissing van speler B blijkt mee te spelen hoe groot het verschil is tussen het bedrag dat hij krijgt en het bedrag waarmee speler A wegloopt. Is dit verschil te groot dan zal speler B liever met lege handen naar huis gaan dan een oneerlijk bod accepteren.
Het bod van speler A is dus eigenlijk helemaal niet ruimhartig; het anticipeert op een juiste manier op het gedrag van de medespeler.
Dictatorspel
De Amerikaan Robert Forsythe en zijn collega’s hebben begin jaren negentig onderzoek gedaan naar deze alternatieve verklaring. Daarvoor moesten ze het spel iets aanpassen; ze veranderden het ultimatumspel in het dictatorspel. Hierin bepaalt speler A nog steeds de verdeling maar heeft speler B deze nu maar gewoon te accepteren. Wat bleek? De voorstellen van speler A werden minder genereus in vergelijking met het ultimatumspel. Dit is ook precies wat de alternatieve verklaring voorspelt.
Maar vanuit een economisch oogpunt bleek het gedrag in het dictatorspel echter nog altijd verrassend. Het toonde namelijk aan dat mensen nog steeds vrijgevig zijn; ze geven nog altijd een gedeelte van het geld weg. Dat terwijl er weinig ‘goede’ redenen zijn om niet alles zelf te houden: ze kennen speler B niet en ze spelen het spel maar één keer.
Geeft het dictatorspel nu definief antwoord op de vraag of we vrijgevig of zelfzuchtig zijn? Heeft Robert Forsythe bewezen dat de mens altruïstisch is? Helaas niet:ruim tien jaar later, in 2007, kwam de Amerikaanse econoom John List met nieuwe ontdekkingen.
De context bepaalt
John List paste het experiment op zijn beurt weer iets aan. Speler A en speler B krijgen allebei 5 dollar. Vervolgens krijgt speler A nog een keer dit bedrag; hij mag een deel van dit extraatje aan zijn medespeler geven, die dit gewoon maar te accepteren heeft. Dit spel lijkt dus erg op Forsythe’s dictatorspel. List introduceerde echter ook een tweede variant. Hierin krijgt speler A een andere vraag voorgelegd: hij mag er ook voor kiezen om 5 dollar af te nemen van speler B.
http://www.youtube.com/watch?v=pQItB5uoiHI#t=8m08s
Het aangepaste dictatorspel van John List
De bevindingen zijn opmerkelijk: een derde koos ervoor om geen geld te geven maar ook geen geld af te pakken, maar een kleine meerderheid koos ervoor om (bijna) al het geld af te pakken. En nog slechts een klein aantal was nog bereid om iets te geven.
Hoe verklaart John List dit resultaat? De structuur van het spel van Forsythe geeft volgens hem aan dat er van je verwacht wordt dat je iets geeft aan de ander. De onderzoeker stelt de norm en de deelnemers handelen ernaar. Als het spel – en daarmee de norm – wordt aangepast veranderen de uitkomsten aanzienlijk. De vrijgevigheid (en daarmee het bewijs voor de van nature altruïstische mens) is dan als sneeuw voor de zon verdwenen.
Hoogstwaarschijnlijk verschaft John List’s onderzoek ons niet het laatste inzicht in de vraag of wij van nature zelfzuchtig zijn of niet. Het is wel duidelijk dat wij niet volkomen zelfzuchtig zijn; maar volkomen altruïstisch zijn wij zeker ook niet. Wij zijn ‘vrijgeviger’ (met strategische beweegredenen), zoals in het ultimatumspel, als de ander ons kan straffen in geval van een gierig bod. Daarentegen worden wij sterk zelfzuchtig, zoals in het aangepaste dictatorspel van John List, als wij niet alleen geld kunnen geven maar dit ook van de ander kunnen afpakken.