
Eén plaatje zegt meer dan duizend woorden, maar zelfs het eerste plaatje in het Lancet-artikel hadden de redacties van diverse media blijkbaar niet bekeken. Dit laat de sterftecijfers zien, door alle doodsoorzaken, van de zeshonderdduizend mensen in dit onderzoek. Hieruit blijkt dat alcoholconsumptie tot honderd gram per week (gelijk aan tien standaard glazen), geen verhoogde kans op overlijden geeft. In de rest van dit artikel beschouwen we honderd gram per week als de bovengrens voor ‘matig drinken’.
Mendeliaanse randomisatie
Een langlopend onderzoek onder een half miljoen Chinezen, in april 2019 gepubliceerd in The Lancet maakt slim gebruik van het feit, dat zowel onder mannen als vrouwen twee genvarianten veel voorkomen die de dragers intolerant maken voor alcohol, zodat die vrijwel nooit alcohol drinken. Onder de aanname dat dragers en niet-dragers in principe even gezond zijn, vormen die ‘genetische’ niet-drinkers een goede controlegroep van gezonde niet-drinkers. Daarom spreekt men van ‘Mendeliaanse randomisatie’: dankzij de genetische willekeur is er een representatieve controlegroep. In Westerse onderzoeken naar alcohol zitten in de groep niet-drinkers gemiddeld meer mensen met een slechte gezondheid, waardoor het lijkt of matige drinkers langer leven dan niet-drinkers.
Bovendien drinkt 98% van de Chinese vrouwen geen alcohol wegens een cultureel taboe, zodat bij hen te checken is, dat drager zijn op zich geen invloed heeft op hun op gezondheid. Zo waren beter dan ooit de effecten van alcohol te isoleren van andere leefstijlfactoren. De studie ondergraaft het idee, dat matig drinken beschermt tegen hartkwalen; drinken tot de hoogste categorie in het onderzoek (280 gram per week, ruim drie flessen wijn of 28 pilsjes) heeft geen effect op hartinfarcten of andere hartkwalen.
Het relatieve risico op hersen-bloedingen en -infarcten neemt bij 280 gram per week met ongeveer een kwart toe, maar tot 100 gram per week is het effect niet groter dan de onzekerheidsmarge in het risico voor mensen die niets of heel weinig drinken. En ook deze studie is gebaseerd op zelf-rapportage van de alcoholconsumptie, die waarschijnlijk ook door Chinezen fors onderschat wordt.
Dit is eigenlijk alles wat een redelijk gezonde burger hoeft te weten: als je dagelijks een of twee glaasjes drinkt, heeft verder minderen medisch geen zin. Matig drinken verlengt je leven niet, maar verkort het ook niet, het doet wat dat betreft netto niks volgens deze studie.
Groot meta-onderzoek
Het Lancet-artikel betreft een groot meta-onderzoek, waarin de resultaten van 83 eerdere bevolkingsonderzoeken in 19 landen werden samengevoegd en specifiek geanalyseerd op de invloed van alcoholgebruik. Omdat er in totaal zo veel mensen in die onderzoeken zitten, kun je de effecten van alcoholgebruik uitsplitsen naar hoeveelheid, leeftijd, soort kwaal waaraan ze (over)lijden, en naar het soort drank (bier, wijn of sterke drank).
Aldus uitgesplitst, zijn er zowel licht negatieve als licht positieve effecten van alcoholgebruik te zien, wat veel ruimte laat om de data naar eigen voorkeur te interpreteren. Zo stelt Trudy Voortman, voedingswetenschapper bij het Erasmus Medisch Centrum en betrokken bij het Lancet-onderzoek, op de Erasmus-website: “In tegenstelling tot wat mensen vaak denken, blijkt er geen veilige ondergrens te zijn voor het drinken van alcohol. Ook niet bij hart- en vaatziekten.”
‘Hoeveel drinkt u?’ ‘De helft’.
Een moeilijk te omzeilen zwakheid van het onderzoek in de Lancet is, dat alle alcoholhoeveelheden zijn gebaseerd op zelfrapportage. Algemeen geldt: als je zelfrapportages zou geloven, en die vergelijkt met hoeveel drank supermarkten en de horeca in totaal verkopen, dan gooien mensen ruim de helft van alle aangeschafte drank direct in de gootsteen.
Trudy Voortman erkent dit probleem, maar: “Dat blijkt voor de ranking van mensen (hoe ze zichzelf ten opzichte van anderen inschatten, aj) weinig uit te maken. Dus ook met die onder-rapportage blijft het lineaire verband tussen alcohol en ziekte bestaan.” En daarmee haar theoretische conclusie, dat er geen veilige ondergrens voor alcoholconsumptie bestaat. Maar zou de besproken grens van 100 gram alcohol per week, vanwege de onder-rapportage, eigenlijk niet op 150 à 200 echte grammen alcohol per week liggen? Daar wil ze geen uitspraak over doen.
Van beroerte tot hartinfarct
Dit Lancet-onderzoek onderscheidt vijf categorieën hart- en vaatziekten. De enige categorie waarbij matig alcoholgebruik een nog net statistisch significant verhoogd risico oplevert, is beroerte. Iemand die honderd gram per week drinkt, heeft tien procent meer kans op een beroerte dan iemand die vijftig gram drinkt (let wel: dit is het relatieve risico. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer zes op elke duizend mensen een beroerte. Dus het verschil komt in een groep van duizend doorsnee Nederlanders neer op 6,6 tegen 6 beroertes per jaar).
Nou en? Is niet elke extra dode of zieke door alcohol er één te veel? Zeker. Maar kijk dan ook naar de overige categorieën hart- en vaatziekten. Voor ‘hartkwalen behalve hartinfarct’, ‘hartfalen’ en de restcategorie ‘overig’ levert matig drinken, binnen de statistische onzekerheidsmarge, geen extra risico op.
Blijft over: het klassieke hartinfarct, de meest voorkomende hartkwaal. Daar vermindert matig drinken het risico met twintig procent. Deze vermindering geldt zelfs nog bij alcoholconsumptie tot 350 gram (ruim vier flessen wijn) per week. Als je de vijf categorieën hart- en vaatziektes bij elkaar neemt, is matig drinken nog steeds optimaal beschermend, met een relatieve risicovermindering van 5 à 10 procent.

Niettemin houdt Voortman desgevraagd vol, dat er behalve voor hartinfarcten, géén veilige ondergrens voor alcoholconsumptie bestaat. “Het gaat om het soort verband dat we vinden tussen hoeveelheid alcohol en aantallen ziektegevallen”, stelt ze. “En dat is een lineair verband.”
Daarmee bedoelt ze, dat voor doses alcohol waar überhaupt een schadelijk effect meetbaar is, het extra aantal ziektegevallen ongeveer evenredig blijkt aan de dosis. Dat mag je volgens Voortman extrapoleren naar heel lage doses alcohol – tot maar 1 of 2 glazen per week aan toe – en dan hebben die dus in theorie ook een schadelijk effect. Echter, dit effect is door de onvermijdelijke statistische ruis niet te meten, maar is kleiner dan het wel meetbare, gunstige effect van alcohol op de aantallen hartinfarcten.
Geen alcohol=langer leven?
Inmiddels heeft bijvoorbeeld de Volkskrant zich genoodzaakt gezien, om hun eigen nieuwsbericht van 13 april 2018 over dit onderzoek in een vervolgartikel op belangrijke punten te corrigeren . De stelling ‘Geen alcohol = langer leven’, die ook als kop boven het nieuwsbericht op de Erasmus-website staat, klopt gewoon niet. Toch wil Voortman daar desgevraagd geen afstand van nemen.
In het Lancet-artikel, en het begeleidend commentaar, staan geen extreme uitspraken in de trant van ‘elk glas is er één te veel’. Daar wordt slechts gepleit voor het naar beneden bijstellen van de adviezen voor veilig alcoholgebruik in sommige landen. In de Verenigde Staten ligt het adviesniveau nu namelijk op ongeveer 200 gram per week, in sommige Zuid-Europese landen rond de 300 gram per week.
De Gezondheidsraad in Nederland adviseert mensen echter om helemaal geen alcohol te drinken, of desnoods, hoogstens, één glas per dag. Daarover verscheen eerder ook dit redactioneel op NEMO Kennislink. In dit nieuwe meta-onderzoek komt niets bovendrijven, dat een extra motivatie voor dit advies oplevert.
De Lancet suggereert dat 100 gram per week een veilige grens is. Als je meerekent dat mensen via zelfrapportage meestal maar de helft van hun werkelijke consumptie opgeven, kan je daar op grond van dit onderzoek ook nog wel iets meer van maken. Mits je genadeloos eerlijk tegen jezelf bent over hoeveel je drinkt.
Bronnen
Comment: Thresholds for safer alcohol use might need lowering , The Lancet, Volume 391, No. 10129, p1460–1461, 14 April 2018.
Risk thresholds for alcohol consumption: combined analysis of individual-participant data for 599.912 current drinkers in 83 prospective studies , A. Wood e.v.a, The Lancet, 2018; 391: 1513–23