Sommige geurstoffen in lichaamsgeur zijn aantrekkelijk voor de malariamug, zo ontdekten onderzoekers uit Wageningen en Londen. Mensen die geïnfecteerd zijn met de malariaparasiet produceren meer van deze stoffen dan gezonde mensen. Die kennis biedt nieuwe mogelijkheden voor malariabestrijding.
De malariaparasiet (Plasmodium) brengt een deel van zijn leven door in muggen en een ander deel in mensen. Voor de overleving van de parasiet is het dus belangrijk dat mug en mens elkaar regelmatig tegenkomen. Uit eerder onderzoek van de Wageningen Universiteit bleek dat kinderen die de malariaparasiet bij zich dragen twee keer zoveel muggen aantrekken als gezonde kinderen. Nu is ook duidelijk hoe dat komt. Geïnfecteerde kinderen hebben een iets andere lichaamsgeur, die erg aantrekkelijk is voor malariamuggen.
Toename van aantrekkelijke geurstoffen
In West-Kenia verzamelden onderzoekers van de Wageningen Universiteit en de London School of Hygiene and Tropical Medicine geurmonsters van 56 kinderen, tussen de vijf en twaalf jaar oud. De voet van de kinderen werd verpakt in een speciale plastic zak, waar drie uur lang lucht doorheen werd geblazen. De lichaamsgeur werd opgevangen op een filter en vervolgens geanalyseerd in het laboratorium in Londen. Verschillende geurstoffen, waaronder de aldehyden heptanal, octanal en nonanal, bleken bij geïnfecteerde kinderen meer voor te komen dan bij gezonde kinderen. “Gemiddeld zaten er ongeveer 170 geurcomponenten in de geurmonsters”, legt hoofdonderzoeker Jetske de Boer uit. “Bij gezonde kinderen behoort 15 procent daarvan tot de aantrekkelijke geurstoffen voor de malariamug. Bij geïnfecteerde kinderen ligt dat percentage op 23 procent. Dat is een toename van een derde.”
De Boer en haar collega’s gaan ervan uit dat de malariaparasiet verantwoordelijk is voor de toename van geurstoffen die aantrekkelijk zijn voor muggen. Hoe dat precies werkt, is nog niet duidelijk. “Vorig jaar is in Zweden een onderzoek uitgevoerd waarbij rode bloedcellen in het laboratorium direct werden blootgesteld aan een metaboliet van de malariaparasiet. Deze stof zet de rode bloedcellen aan tot de productie van aldehyden”, zegt de Boer. “Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de parasiet de rode bloedcellen in een stresssituatie brengt en dat daardoor de productie van aldehyden omhoog gaat.”
Nieuwe kennis inzetten
De malariaparasiet zorgt er dus voor dat muggen geïnfecteerde mensen aantrekkelijk vinden. Dat is handig om de infectie over te dragen van mens op mug. Om de infectie vervolgens verder te kunnen verspreiden, zou het logisch zijn dat besmette muggen eerder afgaan op gezonde mensen. “Het was het plan om dat te onderzoeken en zo de cirkel rond te maken, maar daar zijn we helaas niet aan toe gekomen”, aldus de Boer. “Er is eerder wel onderzoek gedaan bij vogels. Daaruit bleek dat zowel besmette als niet-besmette muggen meer aangetrokken waren tot geïnfecteerde vogels. In dat geval klopt de aanname dus niet, maar het ging hier om een andere soort malariaparasiet en een andere soort mug.”
Op dit moment is er geen financiering om onderzoek te doen naar de voorkeur van besmette muggen. Wel werken de onderzoekers verder aan het inzetten van deze nieuwe kennis voor de bestrijding van malaria. Een eerste idee is om (een deel van) de aantrekkelijke geurstoffen toe te voegen aan muggenvallen. Een tweede idee is dat de geurstoffen kunnen dienen als biomarkers. Malaria diagnosticeren aan de hand van een geurtest, in plaats van een bloedtest, zou een stuk patiëntvriendelijker zijn. De Boer: “Er is natuurlijk geen zwart-wit verschil tussen gezonde en geïnfecteerde mensen, maar het is niet ondenkbaar dat je de diagnose aan de hand van lichaamsgeur kunt stellen. Dat zou een mooi vervolg zijn op dit onderzoek.”