Naar de content

Lofzang op de internetgeneratie

Filosoof Serres verklaart liefde aan nieuwe technologie

Stefan Klauke

Met ‘De wereld onder de duim’ bejubelt de Franse filosoof Michel Serres de mogelijkheden die de nieuwe technologie de mensheid biedt. Vrijwel iedereen heeft toegang tot een indrukwekkende hoeveelheid kennis. Dat is een ware revolutie, volgens de wijsgeer.

25 april 2014

De Franse filosoof Michel Serres is vol lof over de internetgeneratie.

Espace des Science

Volgens een legende vond er lang geleden een wonder plaats in de stad Lutetia (tegenwoordig Parijs). In de derde eeuw martelden heidenen daar de bisschop Dionysius. Hij werd onthoofd op een hoge heuvel waar later de bekende wijk Montmartre (martelaarsberg) zou ontstaan. Nadat de kop van zijn romp was geslagen vond volgens het verhaal een wonder plaats. Dionysius kwam overeind, raapte zijn hoofd van de grond en liep tien kilometer met zijn hoofd in de handen naar de plek waar hij begraven wilde worden.

Volgens de Franse filosoof Michel Serres zijn er parallellen tussen deze legende en de huidige tijd. Want onze laptops, smartphones en tablets die we overal mee naar toe nemen zijn vergelijkbaar met het hoofd van Diosnysius. “Een hoofd dat rijk gevuld is met een onuitputtelijke hoeveelheid informatie, maar dat tegelijk een goed werkend hoofd is, want de zoekmachines wedijveren in het oproepen van teksten en beelden, en met wel tien softwareprogramma’s kunnen ontelbaar veel data worden bewerkt.” Dankzij de moderne technologie hebben we een superhoofd vol met ontzaglijk veel kennis, dat we ook nog eens overal mee naar toe kunnen nemen.

Portret van de nieuwe mens

Dat biedt geweldige mogelijkheden, jubelt Serres. Hij is zeer optimistisch over de mogelijkheden die nieuwe technieken de mensheid biedt in zijn boek De wereld onder de duim. ‘Het portret van de Nieuwe Mens’, typeerde de Franse krant Le Figaro het boek.

Zij hebben allemaal ongelooflijk veel kennis en informatie tot hun beschikking, volgens Serres.

Stefan Klauke

Serres (1930) is een van belangrijkste filosofen van onze tijd. Hij geeft les aan de Amerikaanse Stanford University. Volgens hem is het verschil met vroeger groot en zorgt het voor een radicale verandering. Maar gek genoeg is die verandering nog niet overal zichtbaar. Serres verbaast zich er bijvoorbeeld vooral over dat we nog steeds voornamelijk les geven vanuit klaslokalen. Nog altijd zijn er scholen, campussen en collegezalen waar scholieren en studenten luisteren naar onderwijzers.

Serres noemt dit de oude ruimte van kennis. Vroeger was het nodig om op zo’n plek te komen of in een bibliotheek omdat daar alle informatie was verzameld. Maar dat is achterhaald. Want ‘die kennis, die ijkpunten, die teksten en woordenboeken’ zijn tegenwoordig vrijwel overal op te roepen. Wat doen jongeren dan nog in een collegezaal? ‘De vroegere klaslokalen en de oude collegezalen zijn dood, ook al vinden we ze nog alom en kan er kennelijk nog steeds niets anders worden gebouwd, ook al probeert de spektakelmaatschappij nog steeds ze aan ons op te dringen.’

De veranderingen gaan veel verder dan het klaslokaal. ‘Het feit dat we bijna allemaal via internet toegang hebben tot kennis verandert onze manier van denken en samenleven,’ zei Serres onlangs in een interview met Vrij Nederland. ‘Ook machtsverhoudingen zullen veranderen. Macht is vaak gebaseerd op bezit van informatie die anderen niet hebben. En iedereen heeft nu met de duim waarmee hij of zij de telefoon bedient, toegang tot alle beschikbare informatie.’

Tijdperk kennis is voorbij

Serres ziet parallellen met de ontwikkeling van de boekdrukkunst. Volgens de filosoof Michel de Montaigne (1533-1592) was het daarna vooral wenselijk om een ‘goed werkend hoofd’ te hebben in plaats van een ‘rijk gevuld hoofd’. En dat hoofd is onlangs alweer veranderd, schrijft Serres. Daardoor is er nu een verandering nodig van de opvoeding. In de woorden van Serres: ‘het tijdperk van de kennis is voorbij’.

Haarscherp analyseert Serres onze tijd en de invloed van nieuwe technologieën. Zijn optimisme valt te prijzen. Serres kijkt met name naar de grote mogelijkheden. Hij jubelt, juicht en kraait over de kansen die mensen krijgen door internet, GPS, smartphones en tablets. We kunnen bijna overal heen reizen en nemen de kennis met ons mee. Dat is een verademing vergeleken bij veel pessimisten die de neiging hebben negatief over nieuwe technologie te schrijven.

Toch laat Serres ook steken vallen. Hij biedt geen oplossingen. Hij verwoordt helder waarom we bijvoorbeeld klaslokalen niet meer nodig hebben. Maar wat moet er voor in de plaats komen? De filosoof blijft het antwoord schuldig. Hij zet wel anderen aan om nieuwe oplossingen te bedenken. Hij schrijft over ‘allerlei nieuwigheden’ die nog verzonnen moeten worden, waarvan ‘we ons nog geen voorstelling kunnen maken’. Het is jammer dat Serres geen poging heeft gedaan om daar zelf een voorstelling van te maken.

Ondanks dat kritiekpunt, is het een aanrader om dit boek te lezen. Serres schrijf helder over de invloed van nieuwe technologie en de grote mogelijkheden die het biedt. Te vaak staat technologie in een kwaad daglicht en wordt met name benadrukt hoe het misbruikt kan worden. Ja die kant bestaat, maar er is veel te weinig aandacht voor optimistische analyses zoals die van Serres.

Michael Serres, De wereld onder de duim (Uitgeverij Boom, 2014 (€12,50)).

ReactiesReageer