De winter komt eraan. Als je de hele dag op school of op je werk zit, zie je deze maanden soms nauwelijks daglicht. Wat gebeurt er in je lichaam wanneer je weinig zonlicht ziet? Kan een lamp een winterdip voorkomen? Of kan je net zo goed naar buiten gaan?
Zit je in de wintermaanden minder lekker in je vel? Dan ben je niet de enige. Ongeveer 8 procent van de Nederlanders heeft last van winterblues of winterdip, zo schatten ze bij de polikliniek Winterdepressie van het UMC Groningen. Daarnaast heeft zo’n 3 procent van de mensen te maken met een winterdepressie.
Nachthormoon
Het verschil tussen een winterdip en -depressie zit in de ernst en de duur van de symptomen, legt Douwe van Tuinen van de polikliniek uit. “Mensen met een winterdip hebben meer behoefte aan slaap en slapen langer, of slapen juist onrustig waardoor de slaapkwaliteit afneemt. Daarnaast zien we dat deze mensen meer vetten en suikers eten, zich somber voelen en piekeren.” Pas als deze symptomen langer dan twee weken aanhouden, en invloed hebben op iemands dagelijkse leven is er sprake van een winterdepressie. “Sociaal doen mensen niet meer mee en op het werk gaat het allemaal een stuk moeilijker.”
Het staat nog niet helemaal vast wat de oorzaak is van een winterdepressie. Volgens een gangbare theorie hebben we voldoende daglicht nodig om onze biologische klok in de ochtend te herstarten. In je ogen zitten naast staafjes en kegeltjes – die je helpen om kleuren en vormen te onderscheiden – nog een derde soort fotoreceptoren: melanopsinecellen. Deze cellen registreren hoeveel licht er je oog binnenkomt, en geven dit door aan het deel van de hersenen dat de biologische klok aanstuurt. “Wanneer je ogen te weinig licht ontvangen, kan je biologische klok mogelijk ontregeld raken. Hierdoor kan het zijn dat je in de ochtend nog te veel van het nachthormoon melatonine in je lichaam hebt, en je moeilijk wakker wordt.”
Ieder jaar opnieuw
Bij een winterdepressie is lichttherapie vaak de aangewezen behandeling. Daarbij zitten patiënten vijf opeenvolgende dagen 40 minuten lang voor een speciale lamp. Deze lampen zenden fel licht uit van 10.000 lux. Dat is vergelijkbaar met indirect licht op een zonnige dag. “Soms stellen mensen dat naar buiten gaan hetzelfde effect heeft als lichttherapie. Maar dat is afhankelijk van het weer. Op een bewolkte dag is de lichtsterkte ongeveer 1000 lux, dat is aanzienlijk minder fel dan lichttherapie.”
De professionele lampen van de polikliniek staan – met 42 cm – op relatief grote afstand van de patiënten. “Dat geeft hen de mogelijkheid om tijdens de therapie een boek te lezen of huiswerk te maken. Zolang ze regelmatig maar even in de lamp kijken.”
In de polikliniek in Groningen behandelen ze mensen van verschillende leeftijden. “We hebben patiënten van 5 tot en met 85 jaar. Boven die leeftijd is het vaak lastig om naar de polikliniek te komen.” De polikliniek volgt mensen met wekelijkse vragenlijsten vanaf eind augustus, zodat ze weten wanneer de eerste klachten beginnen. “Als je dan direct start met de behandeling, is een week lichttherapie per jaar vaak voldoende om mensen van hun winterdepressie af te helpen. Soms hebben mensen na een aantal weken nog een tweede sessie nodig.” Een deel van de patiënten komt volgens Van Tuinen al sinds de jaren 90 ieder jaar langs voor een behandeling. “Dat is het vervelende van een winterdepressie: als je er gevoelig voor bent, dan heb je er ieder jaar weer mee te maken.”
Averechts effect
Doordat de lampen geen uv-stralen uitzenden, is lichttherapie niet schadelijk voor de huid. Toch kan lichttherapie bij een bepaalde groep patiënten een averechts effect hebben. “Sommige mensen zijn gevoelig voor lichttherapie. Dan kan de standaardbehandeling ervoor zorgen dat ze te energiek worden en ’s nachts niet meer in slaap komen. We schatten al voor de behandeling in of iemand gevoelig is voor lichttherapie, en passen de behandeling indien nodig tussentijds aan.”
Bij een winterdip kan ritme en regelmaat volgens Van Tuinen al voldoende uitkomst bieden. “Zorg dat je op vaste tijden eet en ga iedere dag op de zelfde tijd naar bed. Of ga in de winter naar een zonnige bestemming.” Houden symptomen langere tijd aan? “Zoek dan hulp via je huisarts en vraag om een verwijzing naar een specialist.”