Naar de content

Lezersvraag: 'Waarom kom ik vaak niet op die naam?'

De buik van een zwangere vrouw met plakbriefjes erop. Op de briefjes staan verschillende namen.
De buik van een zwangere vrouw met plakbriefjes erop. Op de briefjes staan verschillende namen.
Roeland Segeren, via Envato

Het lijkt makkelijker om iemand voor de geest te halen als je de naam hoort, dan om een naam op te rakelen bij een gezicht. Dat ervaren veel mensen zo door de manier waarop je geheugen werkt, maar het is deels ook een illusie.

‘Waarom kan ik niet op de naam komen van iemand die ik zie of waar ik aan denk, terwijl ik bij het horen van een naam juist wel meteen een beeld krijg van die persoon?’ Toen deze vraag van een lezer van NEMO Kennislink bij de redactie op de mat viel, kwam ons dit bekend voor. Want wie kent het niet: je ziet op straat iemand voorbij fietsen en denkt: hé die ken ik! Vervolgens struin je de hele dag je brein af naar de naam, maar die komt maar niet tevoorschijn. Terwijl je dat omgekeerd eigenlijk nooit hebt: als er een naam valt tijdens een gesprek, dan zie je die persoon toch echt voor je.

Zijn we beter in het opduikelen van beelden dan van woorden? We vroegen het hersenonderzoeker Micha Heilbron (UvA). “We zijn vooral beter in herkennen dan in het ophalen van complete herinneringen. Als je iemand ziet, kan je al snel denken dat je diegene kent. Maar een naam herinneren is een ander verhaal. Dat zogeheten herkenningsgeheugen is heel sterk. Als we tijdens onderzoek duizenden plaatjes laten zien aan proefpersonen en dat een tijd later opnieuw doen met deels andere plaatjes, dan pikken ze vrij makkelijk de beelden eruit die ze eerder ook zagen.”

De illusie van herkenning

Toch is het volgens Heilbron niet zo simpel dat je brein makkelijker van naam naar gezicht kan gaan, dan andersom. Het is vooral ook een illusie, een gevoel dat veel mensen hebben. Want om op iemands naam te kunnen komen, moet je niet alleen iemand herkennen, maar actief een herinnering over die persoon kunnen raadplegen.

Er lopen hier volgens Heilbron twee dingen door elkaar: het herkennen van iemand is iets anders dan het oprakelen van een meer complete herinnering. “Er zijn hier twee verschillende soorten van geheugen aan het werk. Omdat het herkenningsgeheugen juist veel sterker is dan het ophalen van die dieperliggende concepten lijkt het vaak dat je zo’n complete herinnering aanspreekt. Maar het is helemaal niet gezegd dat je die persoon echt altijd voor de geest zou halen als je de naam hoort. Het werkt ongeveer hetzelfde als je een liedje hoort op de radio. Dat kan je wel herkennen, maar je kan niet meteen het hele nummer meezingen.”

Vaker herkennen dan herinneren

Mensen hebben vergelijkbare ervaringen met voorwerpen, situaties of omgevingen. Herkenning is altijd sterker dan echte herinnering, maar dat onderscheid is soms lastig te maken. Denk aan een film die je ooit al eens had gezien: je herkent de acteurs, de situaties, de verhaallijn, maar je weet soms echt niet meer hoe het afloopt. Of een stedentrip naar die mooie stad waar je jaren geleden al eens was: je herkent van alles, maar je moet toch de weg vragen.

Volgens Heilbron is hier dan ook niet zozeer sprake van asymmetrie tussen herinneringen van beeld naar woord en omgekeerd. “Je hebt nou eenmaal veel meer mensen en beelden gezien dan dat je complete herinneringen van personen en dingen hebt. Dus dat herkenningsgeheugen wordt vaak geactiveerd. Daardoor beklijft het gevoel dat je vaak niet op iemands naam kan komen. Omgekeerd komt er inderdaad van alles boven op het moment dat je bij de kern van een herinnering komt, zoals een naam. Deze twee dingen zijn dus niet rechtstreeks met elkaar verbonden, maar we kunnen dat wel zo ervaren.”