Naar de content

Lezen met een TikTok-brein

Zoeken naar verklaringen voor de ontlezing

Freepik

Het is slecht gesteld met de leesvaardigheid van Nederlandse jongeren. Tegelijkertijd zijn jongeren de afgelopen vijf jaar meer boeken gaan lezen. Hoe staat het met de ontlezing in Nederland?

Eind vorig jaar werden de scores bekend van het wereldwijde PISA-onderzoek naar prestaties van 15-jarige leerlingen op het gebied van wiskunde, lezen en natuurwetenschappen. Net als in de vorige meting in 2018 scoorden Nederlandse jongeren dramatisch laag op leesvaardigheid. Zelfs lager dan het Europese gemiddelde. In de media werd vervolgens druk gespeculeerd over de mogelijke oorzaken. Lag het aan de toegenomen digitalisering, aan de invulling van het schoolvak Nederlands?

De meningen buitelden over elkaar heen. Naar de oorzaken van de slechte leesprestaties in Nederland is nog geen uitvoerig wetenschappelijk onderzoek gedaan. Daarom “blijft het voorlopig gissen”, zegt Jeroen Dera, die aan de Radboud Universiteit onderzoek doet naar leesonderwijs en leescultuur onder jongeren. Toch wil hij met ons wel enkele mogelijke verklaringen onderzoeken.

PISA-resultaten 2023

Elke drie jaar worden de kennis en vaardigheden van 15-jarige jongeren wereldwijd getoetst in het zogenaamde PISA-onderzoek. In de meting in 2018 liet Nederland al een flinke daling zien in leesvaardigheid ten opzichte van de vorige meting. In dat jaar zat de Nederlandse score voor het eerst onder het Europese gemiddelde. In 2022 (door de coronapandemie was er in 2021 geen meting) zet die daling voort. In dat jaar zit 33 procent van de Nederlandse jongeren onder leesniveau 2 (PISA onderscheidt 6 niveaus), wat betekent dat zij risico lopen laaggeletterd het onderwijs te verlaten.

Taalarme lesmethodes

“Een van de meest geopperde verklaringen”, zegt Dera, “is dat we in het Nederlandse onderwijs leerlingen te weinig trainen in het langer geconcentreerd en inhoudelijk lezen.” ‘Diep lezen’ wordt dit ook wel genoemd, en dit begrip komt dan ook veel terug in discussies over leesvaardigheid. “Leerlingen zijn prima in staat om te begrijpen hoe een tekst in elkaar zit, hoe alinea’s op elkaar volgen, maar ze weten niet altijd wát er nu eigenlijk staat. En om die PISA-testen te maken moet je dat wel kunnen.”

Als kinderen hun mobiel mee mogen nemen naar school zeg je in feite: neem al je legospulletjes maar mee.

— Eliane Segers

“Als je kijkt naar landen die qua demografie vergelijkbaar zijn met Nederland en waar het wél goed gaat qua leesvaardigheid, kom je uit bij Ierland en Denemarken. Dan zie je dat in die landen veel meer wordt ingezet op rijk en geïntegreerd taalonderwijs. Dat betekent dat ook de andere schoolvakken – vakken als geschiedenis, aardrijkskunde – sterk verbonden zijn met lezen. Nederlandse basisscholen werken in toenemende mate met taalarme methodes, er wordt bijvoorbeeld bij wereldoriëntatie steeds meer ingezet op filmpjes in plaats van tekst. Dat is wel een deel van de verklaring denk ik.”

Ook is er de laatste jaren in Nederland te weinig ingezet op de leescultuur in het algemeen, zegt Dera. “Ik vind het tekenend dat tijdens corona de bibliotheken en boekhandels in Nederland dicht waren.” Misschien kan het mede verklaren waarom Nederlandse jongeren weinig plezier hebben in lezen. Want ook in dat opzicht bungelen de Nederlandse jongeren in het PISA-onderzoek onderaan. Maar daar kun je wel een kanttekening bij plaatsen, volgens Dera. Hoe mensen die attitudetesten invullen, op een schaal van 1 tot 5, is namelijk ook cultuurgebonden. “Als leerlingen uit een land als Singapore aangeven veel leesplezier te hebben, kun je je afvragen of dat niet ook verklaard kan worden door sociale wenselijkheid.”

Meer Engels

Terwijl de Nederlandse leesvaardigheid van jongeren achteruit holt, blijkt uit consumentenonderzoek dat ze juist meer boeken lezen. Het percentage jongeren tussen 12 en 25 dat wekelijks een boek leest, is de afgelopen vijf jaar gestegen van 39 naar 46 procent. Wel leest een derde van de jongeren het liefst in het Engels. Is het met die Engelse leesvaardigheid dan misschien wel goed gesteld?

Dera betwijfelt het. “Als je kijkt naar de verkoop van boeken, gaat het om heel specifieke genres”, licht hij toe. “Romance bijvoorbeeld of fantasy. Daar zitten soms wel kwalitatief goede teksten tussen, maar veel is toch formulefictie. Dat betekent dat ieder boek een beetje hetzelfde is, met een voorspelbare structuur en niet per se geschreven in een rijke taal. Terwijl we uit onderzoek weten dat het lezen van complexere teksten veel beter is voor de leesvaardigheid en de wereldbeeldontwikkeling van een kind. Dus dat jongeren veel boeken kopen is niet per se een graadmeter voor hoe goed ze lezen.”

Waarom lezen Nederlandse jongeren eigenlijk liever in het Engels? Dera vermoedt een aantal oorzaken: zo is er minder aanbod van youngadult-boeken in het Nederlands, wat onder meer te maken heeft met de vasteboekenprijs in Nederland die de prijs van boeken hoog maakt. Maar Dera ziet de trend om Engels te lezen ook als een diepgaand cultuurverschijnsel: “In een recent onderzoek van een van mijn masterstudenten geven jongeren aan dat ze het lezen van Nederlands ‘cringe’ vinden. Ook sociale media zijn ontzettend Engels georiënteerd: op TikTok en Instagram komen meer Engelse boeken voorbij.”

Freepik

Circuit in de hersenen

Het probleem is dus niet zozeer dat jongeren liever Engelse boeken lezen, maar vooral dat dit specifieke genres zijn, vaak formulefictie, met weinig rijke teksten. In haar boek 'Reader, come home' wijst de Amerikaanse neurowetenschapper Maryanne Wolf op het gevaar dat jongeren die opgroeien in een digitale samenleving het zogenaamde ‘diep lezen’ ontwennen. Zij stelt dat jongeren zoveel informatie op zich afkrijgen, dat ze elke tekst die ze tegenkomen eerder skimmen (snel en oppervlakkig lezen) dan daadwerkelijk tot zich nemen. Ook het lezen van beeldschermen zou hieraan bijdragen: het scrollen op een tablet of computer maakt dat je gehaaster door een tekst gaat.

Volgens Wolf wordt er bij jarenlange ervaringen met geconcentreerd lezen een circuit aangelegd in de hersenen, dat bij jonge lezers – die alleen maar op een vluchtige manier lezen – ontbreekt. Ook de Nederlandse boekhistoricus Adriaan van der Weel en docent Ruud Hisgen verkondigen dit standpunt in hun boek 'De lezende mens'. Over mensen die opgroeien met schermen schrijven zij: ‘geconditioneerd door hun meer fragmentarische manier van lezen, nemen zij hun aandachtsspanne mee naar lange en uitdagende teksten’. Jongeren die alleen maar fragmentarisch lezen zouden als volwassenen niet meer in staat zijn om diep te lezen omdat ze het juiste breincircuit missen.

Weg met afleiding

Maar dat de oorzaak van de slechte leesvaardigheid ligt in het lezen van een scherm gaat Eliane Segers een brug te ver. Zij is hoogleraar Leren en Technologie aan de Radboud Universiteit en doet onderzoek naar digitaal lezen. “Maryanne Wolf heeft een ontzettend inspirerend boek geschreven. Kort door de bocht zegt ze: ons brein is verpest omdat wij zoveel digitaal doen. Daardoor hebben we een veel kortere aandachtsspanne gekregen, en zijn we niet meer in staat tot ‘diep lezen’. Maar dat is nog niet zo specifiek aangetoond.” Segers gaat daar verandering in brengen: tweeëneenhalf jaar geleden ontving ze een VICI-beurs waarmee ze nu onderzoekt hoe het zit met die aandachtsspanne bij digitaal lezen en welke eigenschappen van digitaal lezen het diep lezen kunnen bevorderen. Ook andere onderzoeksprojecten op dit thema zijn nog maar net opgestart.

Over de relatie tussen digitalisering en leesvaardigheid is op dit moment dus nog bar weinig te zeggen, volgens Segers. Toch is zij zelf wel optimistisch als het gaat om digitale vormen van lezen. Je kunt immers nog zoveel doen in het ontwerp van digitale devices, waarmee je de leeservaring kunt opkrikken. “Het probleem met de huidige apparaten is denk ik dat we dachten dat we papier één-op-één konden transformeren naar de computer, maar dat werkt dus niet.” Volgens Segers kun je alle negatieve punten die nu genoemd worden voor digitaal lezen uiteindelijk ondervangen. “In een papieren boek kun je makkelijk even terugbladeren als je vergeten bent wie een bepaald personage is. Maar bij een e-book kun je de mogelijkheid inbouwen om op een naam in de tekst te klikken om in een pop-up venster terug te lezen wat dat personage gedaan heeft, dat moet mogelijk zijn met AI.”

Het enige echte negatieve aspect komt volgens Segers van de continue afleiding die alle andere software, zoals bijvoorbeeld Whatsapp, op digitale devices brengen. Ze is daarom wél voorstander van het smartphoneverbod op scholen. “Als kinderen hun mobiel mee mogen naar school zeg je in feite: neem al je legospulletjes maar mee. Dus in die zin snap ik dat je zegt: weg met de telefoon. Maar dat wil niet zeggen dat je op school weg moet blijven van digitale programma’s. Die kunnen heel goed helpen bij het oefenen met lezen en rekenen. En het is ook belangrijk dat kinderen leren navigeren op het internet.” Het gaat om het creëren van de juiste context, en daarmee zijn we met het strengere mobielbeleid al goed op weg. Segers denkt dan ook niet dat jongeren het ‘diep lezen’ echt verleerd zijn, dat is uiteindelijk een kwestie van veel oefenen. “Als je alle afleidingen weghaalt, denk ik dat jongeren dat nog steeds gewoon kunnen.”

Bronnen
  • Martina Meelissen et al (2023), Resultaten PISA 2022 in vogelvlucht, Universiteit Twente, DOI: 10.3990/1.9789036559461
  • Erica Nagelhout, Cary Richards & Lucy Qing (2023), In de leeswereld van jongeren Boeken lezen, lenen en kopen, Themameting 64, SMB -KVB
  • Ruud Hisgen & Adriaan van der Weel (2022), De lezende mens. De betekenis van het boek voor ons bestaan, Atlas Contact.
  • Maryanne Wolf (2018), Reader, come home. The reading brain in a digital world. HarperCollins.