Hiv is een weerbarstig virus. Het nestelt zich razendsnel tussen het DNA van de gastheer en is dan bijna ongrijpbaar. Om het virus te kunnen vangen voordat het zich verstopt, zijn wetenschappers al tientallen jaren op zoek naar een werkzaam vaccin. De eerste stappen in de goede richting lijken nu gezet.
Wetenschappers van het Amerikaanse Duke University Medical Center keken de kunst af bij een patiënt die van nature beschermende antistoffen maakt tegen hiv. Door precies te volgen wanneer en hoe die antistoffen ontstaan, hopen de onderzoekers in de toekomst dezelfde reactie op te wekken bij andere hiv-patiënten.
Diversiteit van hiv
Rogier Sanders, hoogleraar virologie aan de Universiteit van Amsterdam, is nauw betrokken bij de zoektocht naar een vaccin tegen hiv. “De meeste vaccins die we kennen en die werken, wekken beschermende antistoffen op”, legt hij uit. “Maar het is heel moeilijk om antistoffen op te wekken tegen hiv. Daar zijn twee belangrijke redenen voor. Ten eerste valt het molecuul aan de buitenkant van het virus heel makkelijk uit elkaar. Ten tweede neemt het voortdurend verschillende vormen aan.”
Ieder hiv-deeltje ziet er dus net iets anders uit. Stel dat het lukt om beschermende antistoffen tegen één van de hiv-stammen op te wekken, dan beschermen die meestal niet tegen andere typen hiv. “Wij willen daarom ‘breed-neutraliserende’ antistoffen opwekken; antistoffen die om kunnen gaan met de diversiteit van hiv”, vertelt Sanders. Dat is heel moeilijk. “Onze griepvaccins moeten ieder jaar geüpdatet worden vanwege de diversiteit van het griepvirus, maar hiv is nog vele malen variabeler dan het griepvirus”.
Zeldzame verandering
Het goede nieuws is dat het menselijk afweersysteem in zeldzame gevallen wel om kan gaan met hiv. Sommige mensen die geïnfecteerd zijn met het virus maken van nature ‘breed neutraliserende’ antistoffen aan. Amerikaanse wetenschappers hebben zo’n patiënt nu vijf jaar lang gevolgd om te kijken hoe de aanmaak van die antistoffen precies op gang komt.
Zij ontdekten dat, gedurende de studieperiode, vier varianten van hiv met elkaar streden om een plekje in de menselijke gastheercellen. Onder druk van het afweersysteem slagen sommige typen erin om binnen te komen, andere stammen worden snel onschadelijk gemaakt. Het duurde echter viereneenhalf jaar voordat het afweersysteem ‘breed neutraliserende’ antistoffen ging produceren. Daarvoor is een zeldzame en onwaarschijnlijke verandering nodig in de B-cellen (de cellen die beschermende antistoffen maken) van de patiënt.
Omzetten in vaccin-design
Sanders ziet het onderzoek van de Amerikanen als een goed voorbeeld. De resultaten kunnen gebruikt worden als model voor het ontwerpen van vaccins, met als doel om vergelijkbare antistoffen op te wekken. “We krijgen steeds meer gedetailleerde informatie over hoe het menselijk afweersysteem tijdens een natuurlijke infectie het probleem van hiv diversiteit kan tackelen”, zegt hij. “Zelf werken we hier ook aan. Wij kijken naar een aantal patiënten in het Amsterdams cohort van hiv geïnfecteerden die fantastische ‘breed neutraliserende’ antistoffen maken. Nu moeten we dit omzetten in vaccin-design en daar werken verschillende groepen inmiddels aan.”
De Amerikanen onderzoeken aan de hand van diermodellen of ze het afweersysteem zo kunnen stimuleren dat het vergelijkbare antistoffen aanmaakt als het afweersysteem van de onderzochte patiënt. De volgende stap zal zijn om dieren bloot te stellen aan hiv en zo te achterhalen hoe goed de gemaakte antistoffen beschermen tegen het virus. Zo worden er langzaamaan kleine stappen gezet richting een werkzaam hiv-vaccin.