Naar de content

Kinderen gebruiken grammaticale regels anders

Erik-Jan Smits deed taalkundig onderzoek bij kinderen tussen de vier en zes jaar oud, naar het gebruik van woorden als ‘alle’, ‘veel’ en ‘allemaal’, zogenaamde ‘kwantoren’. Hij concludeert onder meer dat kinderen hierbij dezelfde taalkundige regels gebruiken als volwassenen, maar alleen op een andere manier. Kinderen laten zich meer leiden door visuele informatie dan volwassenen.

Lange tijd werd gedacht dat kinderen een probleem hebben met het verwerven van kwantoren: woordjes als alle, veel en allemaal. Kinderen tussen de 4 en 6 jaar interpreteren zinnen met dit soort woordjes namelijk vaak anders dan volwassenen. Volgens Erik-Jan Smits, die donderdag promoveert op dit onderwerp, hebben deze kinderen echter helemaal geen probleem. “Kinderen op deze leeftijd beschikken over dezelfde taalregels als volwassenen, alleen passen ze deze anders toe.”

Tot deze conclusie komt Smits nadat hij in zijn onderzoek drie benaderingen heeft samengevoegd: een syntactische, een semantische en een pragmatische. Tot dusver werkte veel taalverwervingsonderzoek vanuit slechts één invalshoek. Volgens Smits gebruiken mensen allerlei soorten informatie om te komen tot een interpretatie van een woord. Welke taalregels het zwaarst wegen, is verschillend voor kinderen en volwassenen.

De invloed van de context

Dat kwantoren door kinderen anders worden geïnterpreteerd dan door volwassenen, werd in de jaren ’60 gesignaleerd door psychologen, zo legt Smits uit. Al snel gingen taalkundigen met dit vraagstuk aan de haal. Eerst werd er gezocht naar een syntactische verklaring, waarbij de structuur van de zin als uitgangspunt werd genomen. Later stond de semantische benadering centraal, waarbij enkel gekeken werd naar de betekenis. En nog weer later werd een verklaring gezocht in de pragmatiek. De invloed van de context.

Hoe belangrijk pragmatische effecten zijn laat Smits zien aan de hand van een voorbeeld. In de zin Alle bloemen staan in een vaas kun je alle bloemen niet interpreteren als ‘alle bloemen van de wereld’. Er is een pragmatisch effect: de interpretatie wordt gestuurd door de context. In dit geval: de rest van de zin. Maar soms is het ook een andere zin die bepalend is voor de interpretatie van een woord in de zin.

Visuele informatie

Behalve door de tekstuele context wordt de interpretatie van kwantoren ook beïnvloed door de visuele context. Dat de visuele context vooral bij kinderen een grote rol speelt, toont Smits aan in zijn proefschrift. Tijdens zijn onderzoek hield hij volwassenen en kinderen eenzelfde plaatje voor. Daarop stonden vier paarden: drie daarvan hadden een cowboy op hun rug. Vervolgens confronteerde hij de testpersonen met de zin Alle cowboys rijden op een paard. Daarbij viel op dat de volwassenen zonder meer accepteerden dat het plaatje en de zin bij elkaar hoorden. Zij gingen in eerste instantie af op de syntactische informatie.

De kinderen echter bleken veel gevoeliger voor pragmatische —in dit geval: visuele— informatie. De aandacht van de kinderen werd namelijk direct getrokken naar het paard zonder cowboy. Daardoor interpreteerden ze de zin op een andere manier. Volgens Smits is deze interpretatie niet fout, alleen gebruiken de kinderen een regel op het verkeerde moment. Je kunt ook zeggen: in een situatie waarin volwassenen dat niet zouden doen. Het taalonderwijs zou daarom meer aandacht moeten besteden aan de manier waarop zinnen worden aangeboden, aldus de onderzoeker.

Optimaliteitstheorie

In zijn proefschrift maakt Smits gebruik van de optimaliteitstheorie om het verschillende gedrag van kinderen en volwassenen te verklaren. Deze theorie gaat ervan uit dat een zin een oneindig aantal mogelijke interpretaties heeft. Maar door de werking van allerlei taalregels, blijft er uiteindelijk maar één interpretatie over. Smits laat zien dat er bij de verwerving van kwantoren niet één soort taalregel aan het werk is, maar allerlei soorten: zowel syntactische, semantische als pragmatische. Maar terwijl volwassenen in eerste instantie afgaan op de syntaxis, laten kinderen zich vooral leiden door pragmatische, visuele informatie.

Smits theorie lijkt op te gaan voor kinderen in het algemeen, ongeacht hun moedertaal. In zijn proefschrift bekijkt hij ook hoe Engelse kinderen het woord many (veel) interpreteren. Dat doen ze op dezelfde manier als Nederlandse kinderen. Zijn theorie lijkt ook te worden ondersteund door moderne onderzoekstechnieken waarbij reactietijden door middel van eye-tracking worden gemeten. Ook hieruit blijkt dat volwassenen wel kijken naar het paard zonder cowboy, maar niks met deze informatie doen. “Maar”, besluit de promovendus, “dat onderzoek staat nog in de kinderschoenen.”

Zie ook: