Wie er graag een onwrikbare mening op na houdt, kan zich maar beter niet te veel in allerlei zaken verdiepen. Wel kan het vergaren van kennis zinvol zijn als je je beweringen wil onderbouwen. Of als je gewoon wil weten waar je het over hebt natuurlijk.
“Zeg, jij bent toch aardwetenschapper, wat vind jij er eigenlijk van?” Verschrikt kijk ik op. Waar moet ik iets van vinden? “Moeten we in Nederland naar schaliegas gaan boren of niet?” Verwachtingsvol word ik aangekeken, terwijl ik intussen koortsachtig probeer een antwoord te verzinnen.
Schaliegas, moeten we dat willen? Het is een lastige vraag, en het feit dat ik aardwetenschapper ben helpt nauwelijks bij het vormen van een uitgesproken mening. Ik ken de voor- en tegenargumenten, maar ook de grote onzekerheden waar deze mee gepaard gaan. En dat maakt het weliswaar mogelijk om allerlei gefundeerde en genuanceerde uitspraken te doen, maar nauwelijks om te bepalen in welk kamp ik me zal scharen.
Twijfel
“Hoe meer je ergens van weet, hoe lastiger het is er iets van te vinden”, hoor ik mezelf opeens antwoorden. Een uitvlucht natuurlijk, maar ik denk dat het ook klopt. Was de vraag over het Nederlands elftal gegaan, dan had ik, niet gehinderd door al te veel kennis van zaken, wél meteen een duidelijke mening paraat gehad (Depay in de basis!).
Misschien zouden we onze Kennislink-website wel moeten voorzien van een disclaimer: “Pas op! Het vergaren van kennis kan uw onwrikbare mening ernstige schade toebrengen!”
Kennis zaait twijfel. Voor ‘klimaatontkenners’ is het reuze handig het broeikaseffect niet te begrijpen, voorstanders van windenergie kunnen de cijfers over de efficiëntie van windmolens er maar beter niet bij pakken, PVV-stemmers moeten oppassen niet teveel met moslims in aanraking te komen en wie heilig gelooft in de genezende werking van ingestraald water moet helemaal zo weinig mogelijk met wetenschappers omgaan: Het kan allemaal ten koste gaan van je zo zorgvuldig gekoesterde standpunt.
Onderbouwing
Voor wie al een mening heeft, deze koste wat kost wil houden, en op zoek is naar ‘een stukje onderbouwing’, kan een bezoek aan Kennislink dan weer wél de moeite waard zijn – mits hij (of zij) bereid is een beetje selectief te winkelen. Naar het artikel dat vertelt dat het klimaat er zonder menselijke CO2-uitstoot misschien nog wel slechter aan toe zou zijn dan nu, kan je als Greenpeace-activist maar beter geen link plaatsen. Berichten over homeopathische geneesmiddelen die niet werken moeten natuurgenezers links laten liggen – terwijl het verhaal waarin verteld wordt dat reguliere geneesmiddelen óók niet altijd helpen ze juist wel aan zal spreken.
Maar wat dan? Kennislink voortaan maar niet meer bezoeken, en ook de wetenschapspagina’s uit de krant maar overslaan? Het hoeft niet per se. Het is fijn om te weten waar je over praat, ook al brengt het je mening aan het wankelen. Het is hartstikke leuk om regelmatig nieuwe kennis op te doen, of je te laten verrassen door een onverwachte wending in de wetenschap. Het is zinvol te weten hoe de dingen zitten, opdat anderen je niet met pseudo-wetenschappelijke prietpraat van alles wijs kunnen maken. En hoewel de tijdgeest er een beetje om vraagt, is het hebben van een zeer uitgesproken mening in Nederland helemaal niet verplicht.
“En? Ben je er al uit?” O ja, de schaliegasvraag ligt nog te wachten… Het is de verkeerde vraag, besluit ik. Schaliegas, in plaats van wat? Gas uit Groningen? Gas uit Rusland? Windmolens, aardwarmte, kernenergie? Wat is het beste energiebeleid voor de toekomst – dát zou de vraag moeten zijn. En daar wil ik in mijn volgende column best een paar genuanceerde uitspraken over proberen te doen.