Naar de content

Jonge ganzen in vervuild poolgebied zijn rustelozer

Wikimedia Commons, Ludovic Péron via CC BY-SA 3.0

Een verontreinigde leefomgeving kan schadelijk uitpakken voor de gezondheid van het wildleven. Groningse biologen laten zien hoe zware metalen in de bodem van het poolgebied tot stress leiden in jonge ganzen.

20 december 2018

Jonge brandganzen in vervuild poolgebied zijn gevoeliger voor stress.

Flickr.com, Roine Johansson via CC BY-NC-ND 2.0

Jonge brandganzen (Branta leucopsis) die grazen op vervuilde grond in het poolgebied, reageren anders in een stressvolle situatie dan soortgenoten die in een schoon gebied leven. Toen een internationaal team van biologen de jongen isoleerde van hun familie, reageerden deze paniekeriger. Ook maakten ze meer stresshormoon aan. Dat rapporteren hoogleraar evolutionaire ecologie Jan Komdeur van de Rijksuniversiteit Groningen en collega’s uit Wageningen, Wenen en Leipzig in Proceedings of the Royal Society B.

Met dit experiment, uitgevoerd op het eiland Spitsbergen in de Noordelijke IJszee, geven zij meer inzicht in de impact van milieuvervuiling op wilde dieren. Sporen van zware metalen beïnvloeden zowel de fysiologie (de aanmaak van het stresshormoon cortisol) als de reactie van brandganzen op een stressvolle situatie.

Verlaten kolenmijn

In 1962 sloot nabij het Noorse dorpje Ny-Ålesund op Spitsbergen een kolenmijn, vanwege meerdere ongelukken en explosies waarbij arbeiders omkwamen. De omgeving rond het dorpje werd gesaneerd, maar het verlaten mijngebied werd vuil achtergelaten. “We weten dat er in de bodem en in de planten die daar groeien significant meer kwik zit dan in een schoon gebied”, zegt onderzoeksleider Komdeur. Het zijn relatief lage, maar meetbare hoeveelheden.

Bij koolverontreiniging in mijngebied komt er vooral kwik in het milieu terecht en ook wat lood en ijzer.

Wikimedia Commons, Sigvald Moa / Riksarkivet via publiek domein

Om uit te vinden wat die vervuiling doet met de dieren, gebruikten de onderzoekers zestien door henzelf opgevoede ganzenjongen. De eieren, afkomstig uit nesten van een nabij gelegen onvervuild eilandje op Spitsbergen, werden uitgebroed in een broedmachine. Alle kuikens kwamen dus onder precies dezelfde omstandigheden ‘schoon’ ter wereld, wat het makkelijker maakt om de impact van zware metalen te meten.

Per nest werden er twee eieren uitgebroed: het gansje uit het ene ei mocht drie weken grazen op schone grond. Zijn broertje of zusje deed dat in vervuild gebied. Dat gebeurde onder begeleiding en bewaking van Komdeur en zijn team die poolvossen, geduchte rovers, op afstand hielden en alert waren op aanwezigheid van ijsberen.

Ontsnappen

Na deze periode werden de twee groepen jongen, toen twee tot drie weken oud, aan drie stressvolle tests onderworpen. Zo werden individuele dieren geïsoleerd van de groep, werd de groep als geheel in een nieuwe omgeving gezet, en werden jonkies op hun rug gelegd.

Ondertussen hielden de onderzoekers tekenen bij van gestrest gedrag, zoals ‘opkijken’ (een maat voor waakzaamheid) en pogingen om te ontsnappen. Bij de ‘rugtest’ maten ze hoe lang het duurde voor de dieren zichzelf weer rechtop zetten. Hoe eerder ze dat doen, hoe gestresster ze zijn. Verder verzamelden ze van ieder jong uitwerpselen, voor en na de tests, om daarin cortisol te meten.

Rusteloos

Gedroegen de ‘vieze’ ganzen zich anders? Niet in de rugtest. De blootgestelde groep kwam even snel overeind als de controlegroep. In de andere tests waren de verschillen des te opvallender. Vervuilde ganzen keken vaker op en deden meer pogingen uit hun hok te springen of weg te lopen bij de groep. Al met al gedroegen gansjes die op schone grond opgroeiden zich een stuk kalmer. Dieren in de blootgestelde groep maakten tijdens de tests ook meer cortisol aan.

Kennelijk is de vervuiling, van meer dan vijftig jaren terug, genoeg om de kuikens gevoeliger te maken voor stress. “Na drie weken zien we al zulke grote verschillen tussen de groepen”, aldus Komdeur. “Wat als ze daar maanden of jaren zouden leven?” Rond Ny-Ålesund leven ganzenfamilies die daar altijd grazen. Die populatie wordt momenteel onderzocht.

De vraag is hoe erg het is dat blootgestelde kuikens rustelozer zijn. Hebben zij minder kans om te overleven? Krijgen ze minder nakomelingen? De langetermijneffecten van vervuiling zijn nu nog onduidelijk, schrijft het team in de publicatie. Je zou de ganzen langer moeten volgen. Komdeur kan wel speculeren: “We zien dat blootgestelde ganzen minder geneigd zijn om in de groep te blijven, terwijl dat belangrijk is voor overleving. Als de ene gans eet, kan de ander de wacht houden. Waken voor poolvossen en grazen gaat niet samen.”

Jonge brandganzen die op vervuilde grond grazen hebben kwik in hun lever en hersenen.

Flickr.com, Tom Phillips via CC BY 2.0

Kwik in de hersenen

Met de kuikens uit deze studie lukt dat opvolgen niet; ze zijn na het experiment omgebracht. De kadavers gingen mee terug naar Groningen. Daar troffen de onderzoekers kwik aan in de lever en hersenen, zoals ze dit voorjaar beschreven in het vakblad Science of The Total Environment. In het hersenweefsel van de vervuilde ganzen zat naarmate de concentratie kwik toenam, minder van het hormoon dopamine. Komdeur: “Uit studies met apen weten we dat dopamine belangrijk is voor cognitieve functies en om sociale contacten aan te gaan.”

Ganzen migreren aan de hand van bakens in het landschap die ze herkennen. Het is best mogelijk dat milieuverontreiniging, via de verminderde afgifte van dopamine, het migratiesucces van brandganzen beïnvloedt. Het is voor de Groningers nu eerst zaak om subsidie te krijgen om dit soort langetermijneffecten te onderzoeken. Komdeur: “De aanvraag is al ingediend.”

Bron:

Isabella B. R. Scheiber e.a., Stress behaviour and physiology of developing Arctic barnacle goslings (Branta leucopsis) is affected by legacy trace contaminants
, Proceedings of the Royal Society B. Online op 12 december 2018.

ReactiesReageer