Naar de content

Is de hunkering naar snacks te overwinnen?

Flickr.com, Arne Halvorsen via CC BY-NC 2.0

Ook als je geen honger hebt, kan het zien van een snackbar al verteringsprocessen in gang zetten en ‘lekkere trek’ opwekken. Psycholoog Ghislaine Schyns onderzocht of het doorbreken van dit soort koppelingen mensen kan helpen afvallen. Ze promoveert deze week aan de Universiteit Maastricht.

8 februari 2018

Iedereen leert op dezelfde manier koppelingen maken tussen cues en voedsel. Het is onbekend of mensen met overgewicht die associaties sneller aanleggen dan dunne mensen.

Maurits90 via Wikimedia Commons, publiek domein

We leven in een omgeving vol met triggers om te gaan eten; voedsel is altijd en overal verkrijgbaar. Psychologen denken dat mensen zichzelf hebben aangeleerd om bij bepaalde signalen te eten. Stel, je neemt een paar keer chocoladekoekjes tijdens een avondje Netflix. Je leert die twee dingen dan met elkaar te associëren, waardoor je spontaan begint te hunkeren naar koekjes op het moment dat je Netflix aanzet. Je lichaam reageert door meer speeksel aan te maken, ter voorbereiding op het verteren van de snack.

Netflix aanzetten is hier een ‘cue’, een signaal dat voorspelt dat iemand gaat eten. Voor een ander is het zien van de grote gele M van McDonalds een cue die trek opwekt. Ook je humeur of het tijdstip van de dag kunnen triggers zijn die tot eten aanzetten, ook al heb je geen echte honger.

“Als je dit soort associaties kan aanleren, kan je ze wellicht ook weer afleren”, zegt Ghislaine Schyns. Zij deed aan de Universiteit Maastricht promotieonderzoek naar het doorbreken van cues en voedselinname met ‘_cue exposure_-therapie’. Door mensen herhaaldelijk bloot te stellen aan hun favoriete snack, zonder ervan te mogen eten, wordt het makkelijker om dat voedsel voortaan te laten liggen, is het idee. En ja, mensen die stelselmatig overeten lijken door de therapie inderdaad hun drang naar snacks beter te kunnen weerstaan.

Oefenen met laten liggen

Schyns deed experimenten met mensen die overeten en te zwaar zijn. Van tevoren gaven zij in een interview aan welke producten voor hen de grootste verleiding zijn en wanneer. Het gaat meestal om de usual suspects: chips, chocola en koekjes. Met dat verleidelijke product ging elke deelnemer een paar sessies oefenen. Iemand legt bijvoorbeeld de chocoladekoekjes op tafel terwijl hij een Netflix-serie gaat kijken. Zien, voelen en ruiken wordt aangemoedigd, consumptie is niet toegestaan.

In de gedragstests die volgden, vond de promovendus heel consequent dat die blootstelling hielp om overeten van het product waarmee geoefend is te verminderen. “Van voedsel waarmee niet geoefend is, aten de deelnemers echter niet minder.”

“Voor hoogcalorisch eten, zoals chips en koekjes, zijn minder koppelingen nodig om een associatie tot stand te brengen dan voor iets als een komkommer”, aldus Schyns.

Unsplash, Charisse Kenion via CC0

Gewichtsverlies

Volledig afleren van een eenmaal aangeleerde associatie kan niet. Door vaak te oefenen dooft de koppeling tussen koekjes en Netflix uit, maar je vergeet ‘m niet. “Dat verklaart ook waarom mensen vaak terugvallen in hun oude gedrag. De uitgedoofde koppeling kan in een nieuwe situatie weer de kop opsteken. Het is de uitdaging om in je hersenen een nieuw pad aan te leggen waarin de cue wel aanwezig is, maar niet voorspellend is voor eten”, aldus Schyns.

De grote vraag is: kan _cue exposure_-therapie ook echt helpen bij afvallen? Vergeleken met de controlegroep had de groep mensen met therapie meer gewicht verloren, al was het verschil niet bijster groot. Na drie maanden was het verschil er nog steeds, maar dat is volgens Schyns niet veelzeggend. “Het lukt aardig wat mensen om in eerste instantie gewicht te verliezen, maar dit gewichtsverlies vasthouden is heel moeilijk. We hebben nog geen bewijs dat onze therapie op de lange termijn, zeg vijf jaar, helpt.”

Een close-up van een bak popcorn met een tv op de achtergrond.

Veel mensen leren het kijken van een film associëren met popcorn.

Flickr.com, Ginny via CC BY-SA 2.0

Dweilen met de kraan open

Met _cue exposure_-therapie leer je de drang naar één product overwinnen. Is dat genoeg om het probleem van overeten aan te pakken? Mensen reageren op meerdere cues, en nieuwe associaties leer je makkelijk aan. Neem een paar keer een frietje als je op de trein wacht en een nieuwe associatie is geboren. Weer in therapie dan maar? Zo is het dweilen met de kraan open. “Zeker, dat is zo”, zegt Schyns. “Maar ik denk dat als mensen goede therapie krijgen, en ze zich ervan bewust zijn hoe het aanleren van associaties werkt, dat zal helpen bij het omgaan met andere triggers.” Desondanks zal deze therapie nooit in zijn eentje obesitas in bedwang houden, denkt ze. Er zijn meer psychologische processen betrokken bij overeten. “Bovendien komt op gewicht blijven uiteindelijk neer op minder eten en/of meer bewegen.”

Momenteel wordt cue exposure_-therapie aangeboden aan mensen met eetbuien. Zij voldoen aan de criteria voor een eetstoornis en krijgen de therapie, gegeven door een psycholoog, vergoed door de zorgverzekeraar. Mensen met overgewicht krijgen nu alleen diëtistische hulp vergoed. Reden te meer voor Schyns om haar onderzoek naar de effectiviteit van _cue exposure voort te zetten. In haar vervolgonderzoek gaat ze zich ook richten op mensen met de eetstoornis anorexia nervosa.

Ghislaine Schyns promoveert 9 februari 2018 aan de Universiteit Maastricht op het proefschrift Conquer your cravings: investigating the effects and working mechanisms of food cue exposure in overweight and obese individuals.

ReactiesReageer