Naar de content

Internationale afspraken nodig om leeuwen te redden

Melissa Lewis

Leeuwen behoren tot de bekendste wilde dieren, maar hun voortbestaan is in gevaar. Om het tij te keren is politieke samenwerking cruciaal, blijkt uit een nieuwe studie. Internationale verdragen spelen hierbij een belangrijke rol.

15 september 2017

Vroeger waren leeuwen in Europa heel gewoon, maar al voor het jaar nul werd de laatste over de kling gejaagd. Tegenwoordig denken veel mensen dat leeuwen in Afrika heel gewoon zijn, maar ook daar is verandering in gekomen. In de meeste landen waar leeuwen nog in het wild voorkomen neemt hun aantal snel af. Er zijn er nog maar zo’n twintigduizend in Afrika, plus een paar honderd in India. Alsof de totale menselijke wereldbevolking zou zijn teruggebracht tot de inwoners van Urk.

Bij de Wildlife Conservation Research Unit van de Universiteit van Oxford zijn onderzoekers al jaren op zoek naar het beste recept om de teruggang van leeuwenpopulaties een halt toe te roepen. Zij hebben ook leeuw Cecil beroemd gemaakt. Ze gaven hem een zender mee en volgden zijn avonturen op de Zimbabwaanse savanne. Een van deze onderzoekers was benieuwd naar de rol van internationale samenwerking bij leeuwenbescherming. Vorig jaar klopte hij bij ons in Tilburg aan. Mijn Zuid-Afrikaanse collega-jurist Melissa Lewis en ik gingen graag de samenwerking aan.

Arie Trouwborst (rechts, met verrekijker), in het veld in Zuid-Afrika. Foto door

Elvira Martínez Camacho

Beschermde status helpt

Ons onderzoek laat het belang zien van verschillende bestaande verdragen voor het behoud van leeuwen en hun leefgebied. Bijvoorbeeld het UNESCO-Werelderfgoedverdrag en het Verdrag van Ramsar voor de Bescherming van Wetlands (waterrijke gebieden). Hoewel geen van beide verdragen zich specifiek op leeuwen richt, hebben tientallen natuurgebieden waar nog leeuwen voorkomen een internationale beschermde status gekregen als Werelderfgoed of ‘Wetland of International Importance’.

Wij zochten uit welke dat zijn, wat leeuwen hieraan (kunnen) hebben, en welke leeuwengebieden nog meer zouden kunnen profiteren van een dergelijke status. Ter illustratie, de voorgenomen aanleg van een enorme snelweg dwars door de Serengetisavanne werd onlangs door een internationaal tribunaal verboden, waarbij de rechter met name wees op de Werelderfgoed-status van het gebied.

Stroperij of jachttrofee?

De handel in leeuwenbotten – voor de traditionele Aziatische medicijnenmarkt – en jachttrofeeën wordt gereguleerd door het Verdrag inzake de Handel in Bedreigde Soorten (CITES). Trofeejacht ligt gevoelig. Toen een Amerikaanse tandarts twee jaar geleden een eind maakte aan het leven van leeuw Cecil, haalde hij zich een massale digitale lynchpartij via de sociale media op de hals. Veel bezorgde burgers in Amerika en Europa riepen regeringen op om de import van jachttrofeeën te verbieden.

Dergelijke maatregelen kunnen voor de toekomst van de leeuw echter juist averechts uitpakken. Trofeejacht brengt veel geld in het laatje voor de lokale bevolking, doorgaans behoorlijk meer dan fototoerisme. Als er een streep door dit verdienmodel gaat, is er weinig reden voor de doorgaans arme plattelanders om de bedreiging die leeuwen vormen voor hun vee en eigen veiligheid nog langer te tolereren. Grote kans dat de leeuwen dan worden gestroopt en hun habitat verandert in landbouwgebied. Het kan dus beter zijn om de import van leeuwtrofeeën aan voorwaarden te onderwerpen waardoor een duurzame jachtpraktijk bevorderd wordt, dan het regelrecht te verbieden. Het CITES-verdrag biedt de handvatten voor zulk maatwerk.

Overkoepelend kader nodig

Ons onderzoek laat zien dat er nog veel te verbeteren valt in de toepassing van verdragsverplichtingen in de praktijk. Desondanks is het duidelijk de moeite waard om te investeren in zulke verbeteringen, waarbij we vooral pleiten voor maatregelen waarbij de menselijke bevolking van leeuwengebieden actief wordt betrokken. Het artikel doet concrete aanbevelingen om de bijdrage van het internationaal recht aan het voortbestaan van de leeuw te vergroten. Het opnemen van de leeuw in de soortenlijsten van het Verdrag van Bonn inzake Trekkende Diersoorten is één van deze aanbevelingen.

Een voorstel om de leeuw binnen de reikwijdte van dit verdrag te brengen staat op de agenda van de komende vergadering van verdragspartijen, in oktober in de Filipijnen. Door de soort op te nemen onder het Verdrag van Bonn zou leeuwenbescherming hoger op de internationale agenda komen te staan. Nog belangrijker is dat het Verdrag een kader kan bieden voor het coördineren en ondersteunen van beschermingsmaatregelen in de vijfentwintig landen waar nog leeuwen voorkomen.

Op dit moment is er een verdrag dat de handel reguleert. Ook zijn er verdragen voor belangrijke wetlands en werelderfgoed en verschillende regionale natuurbeschermingsverdragen, maar een overkoepelend kader speciaal gericht op de leeuw ontbreekt. Hier lijkt bij uitstek een rol weggelegd voor het Verdrag van Bonn. Ons artikel is inmiddels door het Secretariaat van het verdrag ingebracht als officieel document voor de topontmoeting komende maand. Op die manier kunnen de afgevaardigden van de 124 verdragspartijen er kennis van nemen alvorens ze besluiten over de toekomstige rol van het verdrag bij de bescherming van de leeuw.

Bron

Arie Trouwborst, Melissa Lewis, e.a., International law and lions (Panthera leo): understanding and improving the contribution of wildlife treaties to the conservation and sustainable use of an iconic carnivore, Nature Conservation 21: 83-128 (13 Sep 2017). DOI: 10.3897/natureconservation.21.13690

Het leeuwenonderzoek vloeit voort uit het door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek gefinancierde project Ius Carnivoris. Dat richt zich vooral op wolven, beren en andere grote roofdieren in Europa. Een van de aanbevelingen toen het project gehonoreerd werd, was om ook de vergelijking te zoeken met roofdierbescherming buiten Europa, wat in dit onderzoek is gebeurd.

ReactiesReageer