Naar de content

Insectenallergie

Pexels, Pixabay licence.

Vooral bekend door hun steken zijn de sociaal levende bijen, hommels en wespen. Bij veel mensen ontstaat in de loop van de dag een zwelling die soms heel fors kan worden. Wanneer iemand last krijgt van klachten over het hele lichaam, dan gaat het om een echte allergische reactie.

Er zijn meer dan 6 miljoen soorten insecten, maar slechts enkele soorten zoeken mensen op en kunnen steken en bijten. Insecten die mensen bijten zijn bijvoorbeeld de steekmuggen en dazen. De vrouwtjes hebben bloed nodig voor de aanmaak van hun eitjes. Tijdens hun bloedmaaltijd spuiten ze via hun speeksel stoffen in de huid die de bloedstolling remmen, en dat geeft een ontstekingsreactie zoals roodheid en zwelling.

Stekende bijen, hommels en wespen

Vooral bekend door hun steken zijn de sociaal levende bijen, hommels en wespen. Hun angel is verbonden met een gifzakje dat bij het steken samentrekt en zo gif in de huid spuit. Dit gif bevat verschillende eiwitten, die pijn, zwelling en jeuk kunnen veroorzaken maar ook forse allergische reacties.

In Nederland worden we van deze drie het meest gestoken door wespen, meestal rond eind augustus wanneer de wespennesten de maximale omvang bereikt hebben. De taak voor de werksters zit erop en ze trekken de wijde wespenwereld in. Deze volwassen wespen leven vooral van zoetigheid, laten zich niet gauw hun eten afnemen en prikken snel.

De bruinzwart gekleurde honingbij steekt meestal pas als zij gestoord wordt bij het zoeken naar voedsel, of wanneer iemand te dicht bij de kolonie komt. De meer harige en bollere hommel steekt in de vrije natuur vrijwel niet, tenzij iemand erbovenop gaat staan of zitten. Wel worden vaak allergische reacties gezien bij kwekers die gebruik maken van hommels voor het bestuiven van tomaten en paprikabloemen.

Een jongen die een epipen in zijn been doet, om een ernstige allergische reactie te voorkomen.

Jongen gebruikt zijn epipen direct nadat hij gestoken is.

Imageselect, Wassenaar

Opzwellen en pijn

De pijn na een steek is te verlichten door azijn of ammonia op de steek te deppen. Het gif van een bij is zuur en te neutraliseren met het basische ammonia. Het gif van een wesp is daarentegen juist basisch en te neutraliseren met azijnzuur.

Bij veel mensen ontstaat in de loop van de dag een zwelling die soms heel fors kan worden, zo kan een arm helemaal opzwellen na een steek in de hand. Deze reacties worden ook wel large locals genoemd, en ontstaan bij 20 procent van de mensen die gestoken worden. De large local is geen echte allergische (IgE-gemedieerde) reactie, maar een soort vertraagde (T-cel-gemedieerde) overgevoeligheidsreactie op het gif.

De klachten zijn te verminderen door een ijsblokje op de steekplek te leggen. Ze zijn vaak te voorkomen door direct na de steek ontstekingsremmers (corticosteroïden) op de plek te smeren. Het is overigens een fabel dat juist mensen die eerder een large local hebben gehad, de volgende keer een levensbedreigende reactie zullen krijgen.

Echte allergie

Wanneer iemand last krijgt van klachten over het hele lichaam, zoals overal jeuk en galbulten, buikkrampen, braken en diarree, een dichtgeknepen keel of een astma-aanval, dan gaat het om een echte allergische (IgE-gemedieerde) reactie. Mensen kunnen zelfs in shock raken en overlijden, maar die kans is gelukkig bijzonder klein.

Dit risico is het grootst bij mensen met een onderliggende aandoening zoals mastocytose, een ziekte met verhoogd aantal mestcellen door een mutatie in de groeifactor-receptor (de zogenaamde c-kit receptor) van mestcellen. Ofschoon dit een zeer zeldzame aandoening is, wordt deze bij meer dan 20 procent van de mensen met een shockreactie na een insectensteek gevonden. Er zijn dan niet alleen meer mestcellen dan normaal, maar ze zijn bovendien zeer gevoelig voor prikkels en scheiden snel hun alarmstoffen zoals histamine af (degranuleren).

Een epipen met gebruiksaanwijzing.
Dreamstime

Patiënten die een IgE-gemedieerde allergische reactie hebben gehad, hebben wel een verhoogde kans op een ernstige reactie bij een volgende steek. Het risico is afhankelijk van de eerdere ernst en varieert van 20 procent bij iemand die alleen galbulten heeft gehad, tot 70 procent bij iemand die in shock is geraakt. Bij patiënten met mastocytose is het risico zelfs 100 procent.

Een echte allergische reactie wordt behandeld met adrenaline, antihistaminica en corticosteroiden. Mensen die al eerder een echte allergische reactie hebben gehad, moeten zelf een adrenalinepen (EpiPen®, Jext®, of Emerade®) bij zich hebben om direct te kunnen reageren.

Allergische reacties zijn te voorkomen met immunotherapie met het oorzakelijke insectengif (lees meer over immunotherapie in het artikel van prof. dr. Edward Knol). Dit is een zeer effectieve behandeling waarbij men ongevoelig wordt gemaakt door in oplopende dosis het insectengif te injecteren in het lichaam.

Aspirinepapje

Sinds 1980 beveelt het Australische vergiftigingen-informatiecentrum van New South Wales aan om na een insectenbeet een papje gemaakt van aspirine op de huid te smeren. Het is waarschijnlijk iets uit de oude doos. Je komt het ook tegen op Nederlandse websites (omaweetraad.nl, mens-en-gezondheid.infonu.nl, www.oudersenzo.nl). Het zou de zwelling en pijn na een insectenbeet verminderen.

Maar de werkzame component van Aspirine, acetylsalicylzuur, is in oplossing erg hydrofiel. Dat wil zeggen dat het goed in water oplost en niet in vet. De stof wordt dus nauwelijks vanuit een papje opgenomen in de huid en kan eigenlijk niet veel doen. Dat was waarschijnlijk ook de reden voor artsen van het Children’s Hospital in Westmead (Australië) om hier een gerandomiseerd onderzoek naar te doen.

Dat onderzoek werd uitgevoerd in 2003 bij twee groepen mensen. De ene groep legde alleen ijsklontjes op de huid na een bijen- of wespensteek. De andere groep bracht naast ijs ook een aspirinepapje aan op de huid. De uitkomst was opvallend. De groep die alleen ijs aanbracht had minder last van de steek dan de groep die ook een papje smeerde. De vermeende pijnstillende en zwellingslinkende werking van een aspirinepapje berust dus op een fabel.

Dit artikel is een publicatie van Stichting Biowetenschappen en Maatschappij
ReactiesReageer