Naar de content

Hulp voor de eisprong

Een close-up van een eicel die via een naald kunstmatig bevrucht wordt.
Een close-up van een eicel die via een naald kunstmatig bevrucht wordt.
Shutterstock

Een relatief veel voorkomende oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen is een onregelmatige menstruele cyclus. Als een vrouw zwanger wil worden, maar zij heeft een onregelmatige cyclus, of helemaal geen menstruaties, dan is er een goede reden om dit verder te onderzoeken.

Een relatief veel voorkomende oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen is een onregelmatige menstruele cyclus. Het centrale punt in de cyclus is het optreden van eicelrijping, die vervolgens een eisprong of ovulatie tot gevolg heeft. Als een vrouw zwanger wil worden, maar zij heeft een onregelmatige cyclus, of helemaal geen menstruaties, dan is er een goede reden om dit verder te onderzoeken. Immers, zonder eisprong per definitie geen zwangerschap. Ook de timing van de geslachtsgemeenschap in relatie tot de eisprong is belangrijk. Bij een onregelmatige, verlengde menstruele cyclus is er minder vaak een eisprong en dus ook minder kans op zwangerschap per tijdseenheid. Bovendien weet je dan niet precies wanneer de eisprong plaatsvindt en dus ook niet wanneer je vruchtbare dagen zijn. Normaal liggen die van enkele dagen voor de ovulatie tot ongeveer vierentwintig uur daarna.

Hoe werkt de menstruele cyclus?

De menstruele cyclus wordt geregeld vanuit de hersenen: de hypothalamus geeft een signaal naar de hypofyse en deze stuurt dit signaal door naar de eierstokken. In de eierstokken gaat vervolgens een eiblaasje of follikel rijpen dat uiteindelijk openbarst: de eisprong. Dat is meestal rond de veertiende dag na de eerste dag van de voorgaande menstruatie. Als er geen zwangerschap optreedt komt twaalf tot veertien dagen na de eisprong de menstruatie weer op gang en begint de cyclus opnieuw. De totale cyclus duurt zo dus ongeveer 28 dagen.

Verstoring van de menstruele cyclus

Wanneer de cyclus uitblijft tot na de leeftijd van zestien jaar is er sprake van zogeheten primaire amenorroe. Wanneer de cyclus wel op gang is gekomen, maar later in het leven gaat haperen wordt gesproken van secundaire amenorroe. Er zijn verschillende redenen waardoor de menstruele cyclus verstoord kan worden. Het probleem kan onder andere in de hersenen liggen, waardoor de hormonen die de cyclus sturen niet, of niet goed worden afgescheiden. Stress, grote schommelingen in lichaamsgewicht en zware lichamelijke inspanning kunnen hiervan de reden zijn. Er kan ook een probleem zijn in de interactie tussen de eierstokken en de hersenen, waarbij er wel voldoende eicellen aanwezig zijn, maar deze onvoldoende reageren op de prikkel uit de hersenen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het polycysteus­ovariumsyndroom.

Bij ongeveer één procent van de vrouwen neemt het aantal eitjes al voor haar veertigste af. Bij één promille kan dit zelfs al voor haar dertigste gebeuren. In die gevallen wordt gesproken van vroegtijdige overgang of primaire ovariële insufficiëntie. Onderzoek naar de oorzaak van een onregelmatige cyclus gebeurt door middel van bijhouden van de menstruaties op een menstruatiekalender. Ook kan een temperatuurcurve worden bijgehouden en kan lichamelijk onderzoek of hormonaal bloedonderzoek nodig zijn. Daarnaast kan echoscopisch onderzoek van de eierstokken meer duidelijkheid geven. Als je vrijwel nooit een eisprong hebt, is de kans op zwangerschap uiteraard afgenomen. Als er wel een kinderwens is, is dus een behandeling nodig.

Een zwart-wit foto van nationaalsocialist Joseph Mengele.

Extreme schommelingen in het lichaamsgewicht kunnen zorgen voor het uitblijven van de cyclus.

Imageselect, Wassenaar
Eindige eitjes

Waar een man bijna continu nieuwe zaadcellen aanmaakt, wordt een vrouw geboren met het maximale aantal eitjes dat zij in haar leven bij zich zal dragen: ongeveer twee miljoen. Direct na de geboorte begint dat aantal eitjes al af te nemen. Tegen de tijd dat een vrouw voor het eerst menstrueert zijn er nog ‘maar’ 400 duizend over. Iedere vier weken springt er één van die eitjes uit een gerijpt eiblaasje of follikel. Maar iedere dag zijn er nog veel meer eitjes die om welke reden dan ook het loodje leggen. Na ongeveer 500 eisprongen heeft een vrouw op de leeftijd van gemiddeld 52 jaar geen eicellen meer over. Het overgrote merendeel van de eicellen gaat dus ongebruikt verloren.

Hulp bij de eisprong

De behandeling bij het uitblijven van de eisprong wordt ovulatie-inductie genoemd. De oorzaak van het uitblijven van de eisprong bepaalt de keuze van de behandeling. Ligt de oorzaak in de aansturing vanuit de hersenen, dan kan die aansturing worden overgenomen door een pompje dat pulsgewijs het hormoon GnRH (gonadotrofine releasing hormone) afgeeft. Dat hormoon uit de hypothalamus stimuleert van nature de hypofyse tot afgifte van de hormonen LH (luteïniserend hormoon) en FSH (follikelstimulerend hormoon). Deze twee hormonen zorgen ervoor dat één eiblaasje in de eierstok gaat rijpen. Daarnaast kan de arts ook kiezen voor directe stimulatie van de eierstokken, door middel van injecties met LH en FSH.

Als de interactie tussen de eierstokken en de hypofysehormonen verstoord is, kan de stimulatie van de eierstokken tijdelijk worden opgevoerd. In dat geval krijgt de vrouw pillen met anti-oestrogenen of aromataseblockers. De eierstokken kunnen ook direct worden gestimuleerd door middel van injecties met de hormonen LH en FSH. In beide gevallen is er een risico dat er in plaats van één eicel meerdere eicellen gaan rijpen. Daardoor neemt de kans op een meerlingzwangerschap toe. Met echoscopisch onderzoek, eventueel gecombineerd met bloedonderzoek, kan de arts dit controleren.

Een zwart-witfoto van een gezin in een keuken.

Het moment van de eisprong is te herkennen in een zogeheten ‘temperatuurcurve’.

Shutterstock

Het is ook mogelijk om de gevoeligheid van de eierstokken voor de gonadotrofines te laten toenemen. Dit kan soms door aanpassing van de leefstijl: gezonder eten, gezond gewicht of stoppen met roken. In specifieke situaties geeft de arts bij deze behandelingen ook medicijnen (de zogeheten insuline sensitizers). Ook kan een arts door middel van een kijkoperatie eenmalig minimale schade maken aan het oppervlak van de eierstokken. Door die zogenoemde laparoscopische coagulatie van de ovaria (LEO) neemt de gevoeligheid van de eierstokken voor hormonen vaak voor langere tijd toe. Ook combinaties van al deze behandelingen zijn mogelijk, bijvoorbeeld LEO, gevolgd door een behandeling met LH en FSH-injecties.

Ligt de oorzaak van de onregelmatige cyclus in het feit dat de eicellen in de eierstokken vrijwel of helemaal op zijn, dan is daar eigenlijk geen goede behandeling meer voor. Het is immers niet mogelijk om nieuwe eicellen te laten ontstaan.

Goede resultaten

Wanneer het enige probleem na vruchtbaarheidsanalyse is dat een vrouw geen maandelijkse eisprong heeft, en het lukt om de normale cyclus weer op gang te brengen, dan is de kans groot dat zij zwanger kan worden. Ruim 70% van de paren die starten met ovulatie-inductie krijgt op deze manier een kind. Daarmee is het een zeer succesvolle methode in vergelijking met andere technieken. Anders dan bij andere vruchtbaarheidsbehandelingen, heeft ovulatie-inductie dan ook een duidelijk omschreven achterliggend probleem – geen eisprong – met goede technische oplossingen.

Spoelen met papaverolie voor schone eileiders

Een deel van de gevallen van verminderde vruchtbaarheid bij de vrouw wordt veroorzaakt door verstopte eileiders. Uit onderzoek van de Amsterdamse academische centra VUmc en AMC in een groot aantal Nederlandse ziekenhuizen blijkt dat het spoelen van verstopte eileiders met een oliehoudend contrastmiddel voor een röntgenonderzoek naar verstopte eileiders, de kans op zwangerschap vergroot. Maakten de onderzoekers in deze gerandomiseerde studie gebruik van een contrastvloeistof op waterbasis, dan was binnen een half jaar na het onderzoek 29% van de vrouwen zwanger. Bij gebruik van een contrastmiddel op basis van papaverolie was dit 40%. Waar de voordelen van de papaverolie vandaan komen is nog allerminst duidelijk, laat staan dat deze kennis al is omgezet in praktische richtlijnen. De onderzoeksleider, professor Ben Willem Mol van de Universiteit van Amsterdam, veronderstelt dat het oliehoudende middel mogelijk ‘afval’ of slijmproppen in de eileiders beter opruimt dan een middel op waterbasis. (New England Journal of Medicine, DOI 10.1056)

Dit artikel is een publicatie van Stichting Biowetenschappen en Maatschappij
ReactiesReageer