Naar de content

Hoe armer, hoe dommer?

De psychologische valkuilen van schaarste

Heb je weer eens teveel geld uitgegeven terwijl je juist krap bij kas zit? Geef jezelf er dan misschien niet teveel van langs. Schaarste kan je namelijk vatbaarder maken voor het nemen van stomme beslissingen.

Dit zeggen Princeton psycholoog Eldar Shafir en Harvard econoom Sendhil Mullainathan in hun onlangs in het Nederlands vertaalde boek Schaarste. Volgens de twee Amerikanen ondermijnt armoede onze cognitieve vermogens, net zoals tijdsschaarste – of eigenlijk elke vorm van schaarste – dat doet.

Hoe dat dan wel werkt? Nou, het managen van schaarste slokt flink wat van je denkvermogen op. Zo zorgen tekorten ervoor dat je meer moet dubben over alledaagse beslissingen.

Neem de situatie van Ilona Smit, moeder van drie kinderen in Amsterdam. De Smits leven van de uitkering van meneer Smit, die MS heeft. Haar leven op bijstandsniveau roept flink wat kopzorgen op, vertelt ze aan Kennislink: “Onderweg een beker koffie kopen kan betekenen dat ik aan het einde van de maand geen pak luiers kan kopen. En uitnodigingen voor feestjes zijn een ramp. Ik wil dat mijn kind plezier heeft, maar die cadeautjes zijn zo duur…”

Volgens Shafir en Mullainathan heeft dergelijk wikken en wegen een belangrijke functie: het helpt ons het hoofd boven water te houden. Maar het managen van schaarste neemt veel mentale ruimte of ‘bandbreedte’ in beslag. Zoveel zelfs, dat we er slechtere beslissingen door gaan nemen.

Uit de band springen

Allereerst maakt onze preoccupatie met schaarste ons ironisch genoeg vatbaarder voor verleidingen– waardoor onze tekorten nog verder kunnen oplopen. Zo kon het dat de tijdens het onderzoek gevolgde Indiase straatverkoper Aziz ineens een veel te dure leren jas kocht. Een beetje zoals toch al overwerkte mensen zichzelf weer ja horen zeggen op weer een nieuwe activiteit.

“Continu tobben eist z’n tol. Je bent emotioneler en hebt jezelf minder in de hand,” zeggen de onderzoekers daarover. Bovendien vereist wilskracht flink wat cognitieve kracht, maar “die heb je juist minder, omdat je zoveel mentale kracht kwijt bent aan het managen van je schaarste.”

Zorgen over (dreigende) tekorten vergen bovendien zoveel concentratie dat je minder goed kunt focussen op andere zaken. Waardoor we tijdelijk zelfs minder slim kunnen worden. Zo scoorden arme Amerikanen zo’n 13 IQ punten minder op intelligentietesten als ze zich vooraf voorstelden dat ze een rekening van 1000 Euro moesten betalen. En Indiase suikerrietboeren scoorden beter na de oogst, als ze weer beter bij kas zaten, dan ervoor.

Tunnelvisie

Ten slotte maakt schaarste het gemakkelijker je andere prioriteiten uit het oog te verliezen. Zo is het juist als je druk bent belangrijk goed voor je lichaam te zorgen, zodat je niet ziek wordt. Maar velen van ons doen dat juist dan niet – ook als we een goede gezondheid juist heel belangrijk vinden.

Opvoeding is een ander voorbeeld. Zo bleken verkeersleiders na een paar erg drukke werkdagen minder aandacht aan hun kinderen te schenken, ook al vonden ze dit belangrijk. Dit tot de werkdruk (en daarmee hun tijdsschaarste) weer afnam. Ook arme mensen steken vaak opvallend minder tijd in de opvoeding van hun kinderen dan mensen met hogere inkomens.

De onderzoekers vergelijken in schaarste leven met een koffer. Als die klein is, zul je nauwkeurig moeten nadenken over wat je wel en niet kunt meenemen. Dat extra paar schoenen of toch een regenjas? Extra ruimte voor onverwachte extra’s (lees: tegenslagen) is er al helemaal niet. Hoe anders is het bij een grote koffer. Je hoeft niet zo te dubben over wat je wel en niet kunt meenemen. En je kunt zelfs alvast gaan plannen voor leuke aanvullingen.

Impact

De onderzoeksresultaten van Shafir en Mullainathan sloegen met name bij organisaties die zich bezig houden met de bestrijding van armoede in als een bom. Geen wonder: ze verklaren waarom mensen met lage inkomens vaker stomme keuzes maken dan rijkere: van het eerder afsluiten van ongunstige leningen (ook bij betere alternatieven) tot het minder stipt innemen van medicijnen. Gedrag dat er voor zorgt dat ze langer arm blijven.

Tot nu toe werd dergelijk gedrag vooral verklaard door factoren als een gebrek aan opleiding, andere waarden of een oneerlijke maatschappij.

Lekker zeg, zo’n vicieuze cirkel als je eenmaal geld- of tijdtekort hebt, denk je nu misschien. Maar volgens de onderzoekers zouden kleine beleidsmaatregelen al verlichting kunnen brengen. Door op werk- of carrière gerichte trainingsprogramma’s flexibeler in te richten bijvoorbeeld, zodat iemand ook in een paar, apart af te rekenen sessies al flink wat kan leren.

Bovendien zijn er technische snufjes die ons kunnen ontlasten bij alle zaken waar we aan moeten denken. Voor mensen die veel medicijnen moeten slikken is er bijvoorbeeld de glowcap. Dit elektronische medicijnenpotje gloeit, piept en belt eventueel je mobiele telefoon als je je medicijnen vergeet in te nemen. Ideaal voor als je hoofd vol is met andere zorgen.

Ten slotte zal ook de ene persoon beter bestand zijn tegen de ondermijnende effecten van schaarste dan de ander. Zo vond Smit werk als oproepkracht in de gezondheidszorg, waardoor haar geldzorgen voorbij zijn. Maar nu heeft ze wel een nieuw tekort: tijdgebrek.

ReactiesReageer