Naar de content

Hey, blijf van dat gen af!

De voors en tegens van gen-editing op embryo’s

Karl-Ludwig Poggemann/Flickr.com via CC BY 2.0

De medische biotechnologie is steeds meer in opmars. We kunnen inmiddels al genetisch materiaal in embryo’s manipuleren om ziektes te voorkomen. Maar moeten we dat ook willen? Wat zijn eigenlijk de ethische aspecten van gen-editing op embryo’s?

Een groeiachterstand, spastisch en veelvuldig naar adem happen. Als Leilah iets vreesde, was het wel dat ze als drager van het syndroom van Leigh die vreselijke ziekte door zou geven aan haar toekomstige kind. Ook omdat het dan hoogstwaarschijnlijk maar enkele jaren te leven had.

Toen de arts Leilah vertelde dat hij in het lab het verkeerd gemuteerde gen dat verantwoordelijk is voor Leigh uit haar eicel kon halen en vervangen door het gen van een gezonde vrouw, pinkten haar man John en zijzelf dan ook een traantje weg. Iets wat ze nog veel meer deden toen Joseph geboren werd, zo’n negen maanden nadat Leilah’s veranderde eicel succesvol bevrucht was met Johns sperma.

Hoewel de namen Leilah, John en Joseph verzonnen zijn, en we natuurlijk niet precies weten hoe ze op alles reageerden, is de kern van dit verhaal waargebeurd. Een Amerikaans-Jordaanse vrouw met Leigh beviel, dankzij het medische ingrijpen dat hierboven beschreven werd, in september 2016 van een Leigh-vrij jongetje. Daarmee bewezen voor het eerst eerdere labexperimenten met het genvervanging in embryo’s zich in ‘real life’.

VPRO Tegenlicht: Dokteren met DNA

VPRO Tegenlicht: Dokteren met DNA

‘Bio is the New Digital’. We kunnen nu met de nieuwe CRISPR-technologie letterlijk knippen en plakken in DNA. Er is een revolutionaire ontwikkeling gaande die grote gevolgen gaat hebben voor mens, plant en dier. De nieuwe biotechnologie is hier en beschikbaar voor iedereen. VPRO Tegenlicht schetst zondag om 21:05 op NPO 2 de mogelijkheden en ethische dilemma’s.

Fragment ‘Dokteren met DNA’ (VPRO Tegenlicht)

Doorbraak

Het aanpakken van het syndroom van Leigh is nog maar een opstapje naar het aanpakken van andere ziektes die door één bepaald gen worden veroorzaakt, zeggen wetenschappers. Denk hier bijvoorbeeld aan bepaalde vormen van borstkanker, taaislijmziekte en de dodelijke ziekte van Huntington. Sinds de doorbraak van de CRISPR-CAS9-techniek vorig jaar is genmodificatie op eicellen, sperma en embryo’s snel effectiever en goedkoper geworden. Ook het hierboven genoemde baby’tje werd met CRISPR genetisch gemanipuleerd. Op termijn kunnen wetenschappers via gentherapie hoogstwaarschijnlijk ook (sommige) ziektes aanpakken die door meer dan één problematisch gemuteerd gen veroorzaakt worden.

Een diagram van CRISPR-Cas. Die maakt gebruik van RNA om beide DNA-strengen te knippen.

Knip. Knip. CRISPR maakt onder meer gebruik van een enzym genaamd Cas9, dat als een soort moleculair schaartje DNA-strengen kan doorknippen. Hierdoor kunnen biotechnologen het genoom aanpassen, bijvoorbeeld door nieuwe stukjes DNA toe te voegen. Dergelijke ingrepen vinden plaats op de kiembaan: een groep cellen waaruit zogenaamde gameten gecreëerd worden: de cellen die ons erfelijk materiaal doorgeven.

Biosciences for farming in Africa/Flickr.com CC BY-NC-ND 2.0

Gevaren

Toch hieven biotechnologen niet wereldwijd het glas om vervolgens weer snel het lab in te duiken om nog meer doorbraken op het gebied van genmanipulatie op de kiembaan te forceren. Sterker nog, de uitvindster van CRISPR, biologe Jennifer Doudna van de Universiteit van Californië, pleitte vorig jaar in het wetenschappelijke tijdschrift Science voor een tijdelijk verbod op het gebruik van CRISPR voor genome-editing in de beginfase van het menselijk leven. Ook in Nature riepen gerenommeerde genwetenschappers al op tot zo’n moratorium. Hoe kan dat nu?

Hoewel niemand het precieze verloop van genmodificatie op eicellen, sperma en embryo’s kan voorspellen, zijn er op basis van wat we nu van deze methode en de menselijk natuur weten wel bepaalde scenario’s te voorspellen, waaronder negatieve. Met name filosofen reflecteren daar al een poosje op.

Filosoof Rob Zwijnenberg van de Universiteit Leiden bijvoorbeeld. De professor op het gebied van Art & Science ontving onlangs van NWO een subsidie om samen te werken met Waag Society in Amsterdam, een instituut dat ook graag burgers uitnodigt het lab in te duiken, zodat ze om beter kunnen begrijpen wat genmodifcatie inhoudt. Volgens Zwijnenberg is een dergelijke burgerlijke betrokkenheid cruciaal. “Deze technologie biedt heel veel moois, maar is tegelijkertijd zo ingrijpend dat we nu al als maatschappij moeten nadenken over wat we wel en niet willen.”

Voor het eerst in de menselijke geschiedenis krijgen we de mogelijkheid genetische defecten te repareren nog voor een mens geboren is. Maar mogen we wel zonder hun toestemming ingrijpen in de erfelijkheid van toekomstige generaties?

Karl-Ludwig Poggemann/Flickr.com via CC BY 2.0

Mens 2.0

Genmodificatie op de kiembaan kent inderdaad flink wat haken en ogen. Zo vrezen veel mensen, waaronder ook genwetenschappers zelf, dat genetisch ingrijpen in het DNA een hellend vlak is. Oorspronkelijk bedoeld voor medische doeleinden, kan het ook gebruikt worden voor mensverbetering.

Want als ze de eigenschappen van hun kinderen zelf kunnen bepalen, zouden (sommige) ouders weleens een baby willen ‘bestellen’. Met bijvoorbeeld een bepaalde kleur ogen, mate van intelligentie of andere kenmerken waar ze van dromen. Of de staat gaat juist bepalen aan welk ideaalbeeld een kind moet voldoen om geboren te mogen worden. Volgens veel mensen is het echter onethisch om op grond van niet-medische redenen een kind ‘aan te passen’- in plaats van dat het zich gewoon kan ontwikkelen op basis van het DNA dat het heeft.

Een jonge jongen in een supermankostuum dat in het zand staat.

Lopen er straks alleen maar ‘perfecte’ mensjes rond, waarvan een groot deel bovendien sterk op elkaar lijkt?

Giorgio Minguzzi, Flickr.com CC BY-SA 2.0

Als die (schijnbare) perfecte mensen vervolgens ook nog eens gekloond zouden worden, dan zou je in de verre toekomst “nieuwe subrassen van mensen kunnen krijgen, bijvoorbeeld hoogontwikkelde en minder ontwikkelde rassen,” vertelde Henk Jochemsen, filosoof en bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Wageningen University and Reseach eerder aan de Evangelische Omroep.

Nu lijkt genetische manipulatie ten behoeve van mensverbetering misschien niet zo’n vaart te lopen. In landen waar er al aan embryo’s gesleuteld mag worden, mogen wetenschappers dat alleen doen om ziektes op te sporen of te bestrijden. Daar hebben landen ook internationale afspraken over gemaakt. Toch is daarmee de kous niet af, volgens Zwijnenberg. “De grens tussen medisch ingrijpen en mensverbetering is vaak vaag. Zo vinden sommige mensen kaalheid of kleiner zijn dan 1.60 meter een medisch probleem, maar anderen niet”.

Ook worden wetten in het ene land strenger gehandhaafd dan in het andere. Zo vertrokken de Amerikaans-Jordanese ouders van ‘Joseph’ naar Mexico voor hun ingreep om de strengere Amerikaanse wetten op genmodificatie te omzeilen. En CRISPR maakt genetisch ingrijpen in de kiembaan zo laagdrempelig dat ook vruchtbaarheidsklinieken er al mee uit de voeten kunnen, inclusief meer schimmige, zo waarschuwden wetenschappers vorig jaar in Nature.

Een vrouw die in een ziekenhuisbed ligt voor IVF.

Gaat in vitro fertilisatie in de toekomst steeds meer concurreren met natuurlijke bevruchting?

Johnathan D. Anderson, Flickr.com CC BY-ND 2.0

Druk

Maar ook als genmodificatie op eicellen, sperma of embryo’s slechts uit medische noodzaak zou plaatsvinden, is daarmee de kous niet af. Zo heeft een samenleving die er naar streeft zo ziektevrij mogelijk te zijn een potentiële schaduwkant. Het kan volgens Zwijnenberg tot maatschappelijke druk op mensen leiden om geen baby’s te krijgen met erfelijke afwijkingen, omdat die de samenleving maar geld zouden kosten of niet genoeg zouden opleveren.“Een beetje zoals ouders van een kindje met het syndroom van Down sinds nieuwe prenatale opsporingstechnieken er soms op aangesproken worden dat ze zo’n kindje lieten komen.” Ook zou in zo’n maatschappij bevruchting via IVF steeds meer de norm kunnen worden; in het lab kunnen ongewenste genetische ziektes of trekjes immers nog aangepast worden. Maar wat als je gewoon een natuurlijke bevruchting wilt?

Onvoorziene gevolgen

Omdat genetisch ingrijpen zo nieuw is, hebben wetenschappers bovendien nog nauwelijks inzicht in de gezondheidseffecten op de lange termijn. Waar nare complicaties van bijvoorbeeld een operatie op een baby in elk geval beperkt blijven tot die baby, geldt dat niet voor genmanipulatie op hem als hij nog maar een hompje cellen in het lab is. Omdat zijn DNA aangepast is, zitten ook zijn nakomelingen immers opgescheept met eventuele onbedoelde mutaties – tenzij die ook weer genetisch ‘gerepareerd’ worden natuurlijk. Maar dan moeten artsen wel eerst de fout opgespoord hebben. Hoe lastig de consequenties van gentherapie ingeschat kunnen worden, liet eerder onderzoek op embryo’s door Puping Liang en Junjiu Huang van de Sun Yat-sen University in China zien: gen-editing op een bepaalde plek leidde soms tot onvoorziene mutaties elders.

Naast eventuele fysieke consequenties van genome-editing, zou iemand die genetisch gemanipuleerd is ook mentaal de gevolgen ervan kunnen voelen. Want als je een kind bent met het gen van een vreemde vrouw of man, hoe voelt dat dan? Weliswaar gaat het maar om een heel klein stukje, maar het is wel nieuw dat we het biologisch materiaal van meer dan twee mensen met ons meedragen.

Daarbij zou er op termijn ook DNA van dieren in mensen geplaatst zou kunnen worden, om bepaalde eigenschappen te vermijden of juist te vergroten. “Dat roept dan weer de vragen op over de scheidslijn tussen mens en dier. We moeten dan op een heel andere manier naar onze ‘soort’ leren kijken”, waarschuwt Zwijnenberg.

In de ijskast

Hoewel het de mensheid in de toekomst voor nare ziekten zou kunnen behoeden, roept het sleutelen aan DNA dus flink wat dilemma’s op. Om die reden zetten sommige genwetenschappers (toegepast onderzoek naar) genmodificatie liever nog even in de ijskast. Andere academici is die houding echter een doorn in het oog.

John Harris, professor emeritus in science ethics aan de Universiteit van Manchester, is er daar een van. Als je kunt voorkomen dat mensen in de toekomst nog moeten lijden en vroegtijdig overlijden door vreselijke mono-gen ziektes zoals Huntington en taalslijmziekte, dan moet je dat doen, zo schrijft hij in National Geographic. “Mensen langer dood laten gaan aan ziektes dan nodig is, dát is pas onrechtvaardig”.

Poll
Poll

Poll: Wat vind jij? Moet genmodificatie op de kiembaan mogen?

Bronnen
ReactiesReageer