Naar de content

'Het is nu niet de tijd om experimentele technologie uit te rollen'

Interview met Kenny Meesters over apps die het coronavirus opsporen

newkemall, flickr.com, (CC BY 2.0)

Met je telefoon de verspreiding van Covid-19 tegengaan. Dat is het doel van een groep wetenschappers, die momenteel een Corona-app ontwikkelen. “Het wordt met de beste bedoelingen gemaakt maar het is nu niet de tijd om experimentele technologie uit te rollen.”

Vanaf je telefoon deel je voortdurend gegevens met apps, zoals Google Maps, waar je bent geweest. Wat nu als we dit slim inzetten om virussen op te sporen? Zodat jouw telefoon een vechtmachine wordt tegen besmettelijke ziekten. Dat is het idee achter een corona-app, die nu wordt ontwikkeld door onder meer onderzoeker Ramesh Raskar van de Amerikaanse universiteit MIT.

De ‘Corona-app’ wil je laten zien of je in de buurt bent geweest van iemand die mogelijk de ziekte had.

Joris Louwes, flickr.com, (CC BY-ND 2.0)
FluPhone

De Corona-app is gebaseerd op , een app die in 2011 werd ontwikkeld aan de universiteit van Cambridge. Het werd gebruikt om na te gaan hoe de griep zich kan verspreiden.

Het heet CoEpi, dat staat voor community epidemiology in action en wordt open source gemaakt, wat betekent dat iedereen zicht krijgt op hoe het werkt en wordt ontwikkeld. Het zal ook gratis beschikbaar komen.

Apps weten waar je bent

De app laat je weten of je in contact of in de buurt bent geweest bij iemand die Covid-19 heeft. Stel dat je gisteren in de rij bij de bakker hebt gestaan met iemand die later ziek is geworden. Of een treincoupé met zo iemand hebt gedeeld? Als zo iemand de app gebruikt, dan weet je waar ze zijn geweest. Jij krijgt dan een berichtje zodat je voorzorgsmaatregelen kan nemen, bijvoorbeeld door in quarantaine te gaan. Hoe weet je dat iemand ziek was? Dat komt doordat je dit zelf in de app aan kunt geven, laten ontwikkelaars aan technologietijdschrift Wired weten Bovendien weten wetenschappers via de app hoe het virus zich verspreidt.

“Technisch is dit mogelijk”, zegt onderzoeker Kenny Meesters van de TU Delft. Hij is gespecialiseerd in de informatievoorziening van internationale rampen. Hij is niet betrokken bij het onderzoek, maar geeft er desgevraagd commentaar op. “Er zijn nu al veel apps die nagaan waar je bent geweest. Dat doen ze op basis van GPS en wifi. Jouw telefoon merkt wifi-netwerken in de buurt op. Onder meer door auto’s van Google Maps die rondrijden is bekend waar die wifi-netwerken zich bevinden. Daardoor weten apps vaak behoorlijk nauwkeurig waar je bent geweest.”

Zodra iemand aangeeft ziek te zijn geweest, dan wordt met terugwerkende kracht gecheckt bij wie diegene in de buurt was. “Dan krijg je een notificatie. En dan wordt het een lastig verhaal. Want stel nu dat jij een paar dagen geleden met mij en een vriend hebt afgesproken. En twee van de drie krijgen een melding dat ze in contact zijn geweest dat iemand ziek was? Dan is vrij eenvoudig na te gaan wie de veroorzaker was.”

Onbedoelde gevolgen

De privacy is dus niet goed te waarborgen bij dit soort apps, stelt Meesters. “De gegevens worden door zo’n app weliswaar anoniem opgeslagen in een dataset. Maar er zijn meerdere van die datasets, die bijvoorbeeld weer door een andere app worden gemaakt, en als je die combineert dan kan je wel degelijk nagaan wie er ziek is geworden. Je hoeft alleen maar te weten waar iemand was en op welke tijd. Daardoor is het vrijwel onmogelijk om de privacy te garanderen.”

Meesters wijst erop dat een melding in de app onbedoelde gevolgen kan hebben. Stel je denkt dat je met iemand in contact bent geweest die Covid-19 heeft en je past je gedrag daar op aan. Dan weet je nog steeds niet zeker of je het hebt. Want diegene kan jou ook niet besmet hebben. “Het doet me denken aan de tekenfilm Rick and Morty over een wetenschapper en zijn kleinzoon. In een aflevering hebben de hoofdrolspelers een apparaat waarmee ze de toekomst zien. Op een gegeven moment ziet iemand dat er iets ellendigs gaat gebeuren en daardoor durft hij geen keuzes meer te maken. Zo’n apparaat en ook deze app kan met de beste bedoelingen worden gemaakt, maar het kan leiden tot sociale ontwrichting. Het zijn de onbedoelde gevolgen, die techneuten vaak niet altijd even goed kunnen inschatten van te voren.” Bovendien is het nog maar de vraag hoe betrouwbaar de gegevens van zo’n app zijn. Iemand kan aangeven ziek te zijn, zonder dat dit zo is of iemand is verkouden maar denkt dat hij Covid-19 heeft.

Meesters stelt dat nu het virus flink huishoudt over de hele wereld, het niet de beste tijd is om experimentele technologie grootschalig toe te passen. En je moet het wel grootschalig aanpakken wil zo’n app goed werken. Als er te weinig mensen aan meedoen, heb je niks aan de info die wordt verstuurd. “Techneuten willen graag met uitvindingen problemen te lijf gaan en dat valt te prijzen. In deze tijd worden ze creatief en dat is prima. Maar we moeten wel opletten. Op dit moment valt niet te overzien wat de gevolgen zijn als we experimentele technologie grootscheeps uitrollen. Zo’n app kan je best maken, maar dan eerst op kleine schaal.”

#coronahulp

Moet technologie dan helemaal niets doen? Juist wel, zegt Meesters. Hij noemt een app die je wat minder specifieke en persoonsgebonden tips geeft. Bijvoorbeeld wanneer je naar de supermarkt wilt gaan en je te horen krijgt ‘let op het is nu druk, je kunt beter op een ander moment gaan’. Of die een waarschuwing geeft dat op een bepaald plein veel mensen zijn. “Dat is informatie die ik nu graag wil hebben en niet tot een specifiek persoon te herleiden valt. Afstand houden is nu belangrijk. Als ik wil hardlopen en informatie krijg welke route rustig is, dan heb ik daar nu wat aan.”

Ook prijst Meesters hoe technologie nu wordt ingezet om mensen te helpen, online te leren en te vergaderen. Ik vertel hem dat we met de redactie van NEMO Kennislink vergaderen via een game-app, ik mijn taekwondo-lessen online volg met instructies van mijn leraar en mijn oudste zoon (8) zijn thuiswerk digitaal krijgt opgestuurd. “Dat is allemaal mogelijk dankzij technologie en daardoor kunnen we nog enigszins dezelfde dingen doen als normaal. Ik geef nu ook online colleges aan mijn studenten. Een ander goed voorbeeld vind ik #coronahulp op Twitter, waarmee mensen hulp aanbieden aan wie het nodig heeft. Bijvoorbeeld boodschappen doen of voor kinderen zorgen. Zo helpen we elkaar. Je kunt ook een bordspel spelen met iemand op afstand, bijvoorbeeld via videobellen. Maar we moeten niet vergeten dat er ook digitaal ongeletterden zijn. Mensen die niet online zijn, waaronder veel ouderen. Hen moeten we niet vergeten en bijvoorbeeld opbellen. Zodat niemand wordt buitengesloten.”

ReactiesReageer