Naar de content

Het graf van Tyrannosaurus Trix

Escherprijs voor onderzoek aan het graf van Trix de Tyrannosaurus

Tekening door Inge van Noortwijk - Naturalis Biodiversity Center

Na een lang leven in een groen rivierenlandschap, eindigde Trix de Tyrannosaurus rex in een riviergeul waar haar botten perfect bewaard bleven. Pim Kaskes van de Vrije Universiteit Amsterdam onderzocht de leefomgeving van het dier, dat nu in Naturalis staat. Donderdag ontvangt hij de Escherprijs, voor de beste masterscriptie aardwetenschappen van 2016.

Tyrannosaurus rex Trix, in het Pesthuis in Naturalis

Marlies ter Voorde, NEMO Kennislink

Trix, de Tyrannosaurus rex die zich momenteel braaf laat bewonderen in het Pesthuis van Naturalis, maakte ongeveer 67 miljoen jaar geleden de buurt onveilig in een tamelijk vlak rivierenlandschap. Het was er vaak drassig, met ondiepe meren en dichtbegroeide uiterwaarden. Er groeiden varens en palmen, in subtropische bossen. En de seizoenen varieerden, met droge en juist zeer natte perioden. Dat concludeert Pim Kaskes, student aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Donderdag 30 maart ontvangt hij de Escherprijs van het Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap (KNGMG) voor de beste masterscriptie aardwetenschappen van 2016.

Het is een meisje! (Toch?)

Dat Trix een dame is denken onderzoekers vanwege de vrouwelijke vorm van haar skelet. Ze was ruim 12 meter lang, woog waarschijnlijk ongeveer 6 ton en behoort tot het zogenaamde ‘robuuste morphotype’, met onder meer brede heupbeenderen. De mannetjes zijn van een slankere soort. Althans, daar gaan wetenschappers van uit, sinds ze in 2005 in het dijbeen van een robuuste T. rex uit Montana een speciale botstructuur vonden (het medullaire bot). Dit is een soort kalkreservoir, dat je ook aantreft bij vogelvrouwtjes, en dat gemobiliseerd wordt als ze eieren aanmaken. In Trix is overigens geen medullair bot gevonden – maar daarvoor had ze ook net bevrucht moeten zijn toen ze dood ging. “Om zeker te weten dat de robuuste beesten altijd vrouwtjes zijn moeten we eerst veel meer skeletten vinden en onderzoeken”, zegt Kaskes. Het vrouwtje uit 2005 kan natuurlijk ook gewoon een fors uitgevallen exemplaar zijn geweest…

Onderbelicht

Kaskes is niet de enige onderzoeker die zich op Trix stortte. Biologen en paleontologen zochten uit hoe hard ze kon lopen (maximaal 17 kilometer per uur), hoe oud ze is geworden (minstens dertig jaar), wie de bijtsporen op haar schedel maakte (een andere T. rex) en of ze een tumor had in haar staart (waarschijnlijk wel).

Uitermate boeiend, vindt Kaskes, maar is het niet minstens net zo interessant om iets te weten over de leefomgeving waarin het beest zich moest zien te redden? “Dat deel van het verhaal wordt meestal onderbelicht”, zegt hij. “Bij het opgraven van dinosauriërs let men meestal zelfs helemaal niet op de aardlagen. Die worden in veel gevallen zo snel mogelijk weggegraven. Ik snap dat niet, dan verdwijnt veel waardevolle informatie voorgoed.”

Een graf van zand

Toen Kaskes in 2014 voor zijn onderzoek aankwam in de Hell Creek regio in de staat Montana, in het noorden van de Verenigde Staten, was Trix al weg. Het zand waaruit ze was opgegraven lag er nog en kon als onderzoeksmateriaal worden gebruikt, maar van de oorspronkelijke gelaagdheid was weinig meer over. Kaskes moest de context dus vooral uit de gesteentelagen in de directe omgeving halen. Het nu zo ruige, kale prairielandschap was destijds een groene vlakte met meanderende rivieren, ontdekte hij. De T. rex deelde haar leefomgeving met andere beesten zoals de Triceratops en Edmontosaurus.

Trix liep 67 jaar geleden rond in een groen rivierenlandschap.

Tekening door Inge van Noortwijk - Naturalis Biodiversity Center

Kaskes trok zijn conclusie uit de patronen die hij zag in de lagen zand en klei, aangevuld met laboratoriummetingen. Zo wist hij zelfs in grote lijnen te achterhalen hoe Trix in het landschap begraven raakte. “Trix is gevonden in een voormalige riviergeul. Ze was bedolven onder drie meter zand, waarvan in het lab bleek dat de korrelgrootte nauwelijks varieerde. Dat betekent dat al dit zand in zeer korte tijd op de bodem is neergeslagen, en dat duidt meestal op een flinke overstroming.”

Trix was op dat moment al dood, vermoedt Kaskes. Een mogelijk scenario is dat het karkas terecht is gekomen in een zijrivier en daar binnen enkele maanden volledig is bedekt met zand. Maar niet iedereen denkt dat Trix zo snel begraven raakte, en daar een overstroming aan te pas kwam, vertelt hij er eerlijk bij. Ook zonder overstroming slibben dergelijke geulen dicht, zij het wat langzamer. “Maar waarom missen dan de armpjes van het beest, en de achterpoten?”, vraagt Kaskes zich af. “Voor aaseters hebben we weinig aanwijzingen.” Er valt dus nog wel wat uit te zoeken.

Verpakking

Het graf van Trix bleek de beste bewaarplaats die je als dino – of in elk geval als paleontoloog die het dier later ontdekt – kan wensen. Het relatief losse zand was perfect verpakkingsmateriaal, het fungeerde als de piepschuimkorrels waarmee je breekbare spullen in een doos beschermt. Ook het kalkpercentage in het zand (rond de 25 procent) droeg bij aan de houdbaarheid van de botten. Waar veel kalk is, krijgen de bodemzuren geen kans om de botten aan te tasten.

Van Trix is meer dan vijftig procent aan botmateriaal gevonden en die botten zijn nog in zeer goede staat. “Alsof ze nog maar net dood is”, zegt Kaskes. Tot nu toe zijn er maar twee Tyrannosauriërs op de wereld ontdekt die completer zijn dan Trix: Stan, waarvan 63 procent is gevonden, en Sue, die voor 73 procent compleet is. Maar de botten van Trix zijn het mooist bewaard gebleven. “De schedel van Sue is bijvoorbeeld helemaal scheefgedrukt”, zegt Kaskes. Zij is opgegraven uit een bodem met meer klei.

Pim Kaskes maakt een sleuf voor geologisch onderzoek, in de Hell Creek regio in Montana (Verenigde Staten).

Anne Schulp, Naturalis

Context

Kaskes pleit ervoor om het geologische onderzoek bij interessante vondsten van fossielen voortaan eerder in te zetten – namelijk tegelijkertijd met de opgraving, nog voor de hele context weg is. “Uit de botten kan je het beest reconstrueren”, zegt Kaskes, “uit de gesteentelagen zijn leefomgeving.”

Want of het dier eieren legde (ja) en veren had (waarschijnlijk wel) zegt iets over haar leven, maar of ze zich moest zien te redden in een bos, een graslandschap, of een woestijn toch net zo goed?

Bron

Kaskes, Unearthing the background of Naturalis’ Tyrannosaurus rex: taphonomy, stratigraphy and paleoenvironment,  Master Thesis Earth Sciences, Vrije Universiteit Amsterdam, (2016)

ReactiesReageer