Naar de content

Helpt een dutje bij het leren van je moedertaal?

Alessandro Zangrilli, via CC 0

Eenjarige kinderen blijken baat te hebben bij een dutje tijdens het leren van taal, terwijl kinderen van tweeënhalf juist beter leren als ze wakker blijven. Psychologe Rebecca Gómez doet onderzoek naar de invloed van slaap op het leren van taal.

9 oktober 2015

Een keer per jaar organiseert het Max Planck Instituut in Nijmegen een schrijfwedstrijd voor haar promovendi. Johanna de Vos, Emma Valtersson & Moritz Negwer zijn de auteurs van het winnende artikel in 2015. Dit artikel op Kennislink is een Nederlandse vertaling van het Engelstalige stuk dat terug te vinden is op de website van het Max Planck Instituut.

Dat kleine kinderen goed zijn in het leren van talen wisten we allang. Al met ruim een jaar kunnen ze patronen herkennen in een taal die ze nog nooit eerder hebben gehoord. Als ze twee-en-een-half zijn kunnen ze bovendien voorwerpen herkennen in onbekende omgevingen. Maar wat we nog niet wisten, is dat jongere kinderen hier beter in zijn nadat ze eventjes hebben geslapen, terwijl oudere kinderen juist beter presteren als ze géén dutje hebben gedaan.

Professor Rebecca Gómez is psychologe aan de Universiteit van Arizona en doet onderzoek naar de invloed van slaap op het leren van taal.

University of Arizona

Professor Rebecca Gómez, psychologe aan de Universiteit van Arizona, staat aan de wieg van dit slaaponderzoek. Hoewel ze haar carrière begon met onderzoek naar onbewuste patroonherkenning bij volwassenen, wilde ze al gauw weten hoe het nu eigenlijk zit bij kinderen. “De ontwikkeling van kinderen is zo fascinerend”, vertelt ze tijdens een bezoek aan het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek in Nijmegen. “Van nu af aan zal ik waarschijnlijk altijd met baby’s en jonge kinderen blijven werken.”

Ze is speciaal overgekomen uit Arizona om te vertellen over het onderzoek dat plaatsvindt in haar Child Cognition Lab. In dit lab wordt onderzoek gedaan naar de rol van slaap bij leren. Wat haar onderzoek zo bijzonder maakt, is dat het specifiek gaat over dutjes. Van nachtelijke slaap weten we namelijk al dat het onmisbaar is voor leren. Maar maakt het voor kleine kinderen die bezig zijn om hun moedertaal te leren ook uit of ze overdag wel of geen dutjes doen? En verschilt dit tussen jongere (15 maanden) en oudere (30 maanden) kinderen?

Patronen

Kinderen die hun moedertaal leren, krijgen een hoop op hun bord: nieuwe woorden, klanken, grammaticaregels, enzovoorts. Gómez doet onderzoek naar één specifiek aspect van de moedertaalverwerving, namelijk generalisatie. Dit gaat over het vermogen om patronen te kunnen afleiden en toe te passen op nieuwe situaties. Zo heeft ze bijvoorbeeld onderzocht of kinderen de naam van een nieuw voorwerp (“dax”) kunnen leren als dat voorwerp steeds een andere kleur heeft, en wordt afgebeeld tegen een andere achtergrond (figuur 1).

De onderzoeker zocht kinderen van 30 maanden thuis op en liet ze de plaatjes uit figuur 1 zien. Tegelijkertijd hoorden de kinderen een audio-opname: “Kijk naar de dax! Kun je de dax zien?” Om te checken of de kinderen leerden om te generaliseren, moesten ze vier uur later de dax aanwijzen tussen een aantal verschillende voorwerpen (figuur 2). Let op: de kleur van de dax en van de achtergrond waren weer veranderd.

Poedel of hond

Voor het leren van je moedertaal, is generalisatie extreem belangrijk. Stel je voor dat een meisje een poedel als huisdier heeft, en weet dat dit een ‘hond’ is. Op straat komt ze misschien ook wel teckels en rottweilers tegen. Maar omdat deze beesten nauwelijks op haar eigen poedel lijken, snapt ze niet direct dat zij ook ‘hond’ genoemd worden. Dit verschijnsel heet ondergeneralisatie. Voor een correcte generalisatie moet het kind nu gaan kijken naar wat deze dieren met elkaar gemeen hebben (ze hebben bijvoorbeeld een snuit en een staart), maar tegelijkertijd de irrelevante verschillen negeren (welke kleur heeft de hond).

Verschillende beesten (een poedel, een teckel en een rottweiler), toch allemaal een hond.

Max Planck Instituut

Dutje of niet?

Gómez en haar team wilden niet alleen weten óf kinderen al op jonge leeftijd kunnen generaliseren, maar ook welke rol slaap daarin speelt. In het experiment met de dax deden sommige kinderen daarom een dutje tussen het spelen en het aanwijzen, maar andere kinderen bleven wakker. De onderzoekers waren ervan overtuigd dat ze zouden vinden dat de kinderen die geslapen hadden, het beter zouden doen dan de kinderen die niet hadden geslapen. Uit eerder onderzoek weten we namelijk al dat dit het geval is voor volwassenen én voor jongere kinderen van vijftien maanden.

Gómez en haar team kwamen echter voor een grote verrassing te staan: de kinderen die wakker waren gebleven, waren juist beter in staat de dax te herkennen. Terwijl jongere kinderen (15 maanden) dus beter kunnen generaliseren na een dutje, zijn iets oudere kinderen (30 maanden) er juist bij gebaat om wakker te blijven. Hoe kan dat?

Vergeetfunctie

Volgens Gómez heeft slapen zo zijn voor- en nadelen. Slaap kan enerzijds bevorderlijk zijn voor generalisatie omdat het helpt bij het sterker maken van herinneringen, bijvoorbeeld welke vorm de dax had. Aan de andere kant heeft wakker blijven ook weer z’n voordelen, omdat je dan meer irrelevante details vergeet. In het geval van de dax was het bijvoorbeeld irrelevant hoe de achtergrond eruitziet.

Nu blijft de vraag waarom de geheugenfunctie van dutjes belangrijker is voor jongere kinderen, terwijl de vergeetfunctie van wakker blijven belangrijker is voor oudere kinderen. Gómez denkt dat het te maken heeft met de verschillende stadia van de cognitieve ontwikkeling van het kind. Maar voorlopig is het definitieve antwoord nog niet boven water. Wat Goméz wél zeker weet, is dat ze de rest van haar carrière aan deze vragen wil wijden.

_Nieuwsgierig geworden? Neem dan een kijkje op de website van Gómez’ Child Cognition Lab

Bronnen:

Gómez, Rebecca L., Bootzin, Richard R en Nadel, Lynn (2006), Naps Promote Abstraction in Language-Learning Infants. Psychological Science, 17(8): 670-674.

Werchan, D. M. en Gómez, R. L. (2014), Wakefulness (Not Sleep) Promotes Generalization of Word Learning in 2.5-Year-Old Children. Child Development, 85: 429–436.

ReactiesReageer