Wie naar een betere versie van zichzelf streeft, kan van alles doen. Peter Joosten maakt je wegwijs in de wereld van biohacking – het actief ingrijpen in jezelf om je prestaties op te krikken. Van diëten en ijsbaden tot stamcelinjecties en chips in je hersenen.
Sporten voor een betere conditie. Een dieet om het cholesterolgehalte in je bloed te verlagen. Mediteren voor meer innerlijke rust. Voedingssupplementen voor soepele gewrichten, sterkere botten of een betere afweer. Timemanagement-technieken zodat je meer gedaan krijgt op een dag. Hardlopen om ‘je hoofd leeg te maken’. Een warme douche om ontspannen en goed te slapen.
Bewust en onbewust zijn we allemaal bezig om op verschillende aspecten van ons leven beter te presteren. En dus zijn we volgens podcast-maker, blogger, spreker en vooral ook doe-het-zelf-biohacker Peter Joosten allemaal al bezig met biohacking: gericht ingrijpen om jezelf te verbeteren. In zijn boek ‘Biohacking: De toekomst van de maakbare mens’ neemt hij de lezer aan de hand door het doolhof van de biohacking subcultuur.
Superkrachten
De term biohacking geeft de indruk dat het om futuristische, hightech toepassingen gaat en dat is ook zo. Joosten laat je op enthousiaste wijze kennismaken met toekomstige mogelijkheden, zoals als het implanteren van chips in je brein om je geheugen uit te breiden, je DNA aanpassen om ziekten te voorkomen of bepaalde eigenschappen te veranderen, en 3D-geprinte organen om veroudering tegen te gaan of jezelf ‘superkrachten’ te geven.
Maar biohacking heeft ook een nuchtere, alledaagse kant, die Joosten zelf zoveel mogelijk probeert toe te passen in zijn leven. Dat kunnen heel gewone dingen zijn, denk aan een dieet, een stappenteller of een hartslagmeter voor tijdens het sporten. Wat de biohacker onderscheidt van de ‘gewone’ gebruiker is dat hij/zij niet alleen meet, maar ook probeert om door actieve veranderingen de prestaties te verbeteren. De biohacker meet en onderzoekt en probeert doelgericht het eigen lichaam naar een hoger niveau te tillen.
Dat kan natuurlijk op heel veel verschillende manieren en Joosten laat ze allemaal de revue passeren. Daarmee biedt zijn boek een snelle introductie in de bonte verzameling van biohacking-mogelijkheden en de relatie tot bestaande onderzoeksgebieden, zoals kunstmatige intelligentie en biotechnologie. Dat is prettig voor de niet-ingewijde lezer, maar tegelijkertijd krijg je daardoor zeker in het begin het gevoel dat je een handleiding zit te lezen met veel nieuwe termen die kort worden uitgelegd.
Optimist en realist
Gelukkig gaat Joosten daarna iets dieper op de materie in, maar dat had nog wel meer gemogen. De ontwikkelingen die hij beschrijft zijn interessant en prikkelend, maar ze worden soms zo summier beschreven dat het lastig is om de waarde ervan goed in te schatten. Maar misschien is dat ook nog niet mogelijk, omdat het in veel gevallen om nauwelijks meer dan een wild idee gaat. Zoals bijvoorbeeld het upgraden van je geheugen of het veel sneller leren van een vreemde taal door computerchips in je hersenen te plaatsen. Voor een praktische uitwerking en daarmee ook een evaluatie van de technische mogelijkheden is het vaak nog te vroeg.
Nieuwsgierig word je er wel van en dat is ook wat Joosten beoogt. Hij is een technologie-optimist en dartelt vrolijk door alle onderwerpen heen. Toch trapt hij niet in de valkuil van blinde technologie-adoratie en utopische visioenen waarin technologie alle problemen oplost. Joosten blijft nuchter en realistisch. Hij heeft oog voor de schaduwkanten van nieuwe technologieën en juist daarom vindt hij het belangrijk dat we allemaal meer over biohacking te weten komen. Want op veel fronten gebeurt het al. We worden aan alle kanten in de gaten gehouden, er worden al heel veel gegevens van ons opgeslagen en gebruikt en dus kunnen we maar beter goed weten wat er nog gaat komen.
Handschoenen
Joosten wijst er terecht op dat in veel nieuwe producten en diensten sluimerend allerlei sensoren en tracking mogelijkheden worden verwerkt. Formule 1-coureurs rijden met handschoenen vol sensoren die biometrische data opslaan. Nu nog vanuit veiligheidsoverwegingen, voor het geval ze een ongeluk krijgen. Maar het is geen heel grote stap naar handschoenen voor iedereen in het verkeer die de gezondheid en alertheid van de chauffeur registeren en signalen kunnen geven naar de chauffeur zelf, naar de auto of naar hulpdiensten. En als verzekeringsmaatschappijen het dragen van die handschoenen verplicht gaan stellen of als nieuwe auto’s alleen nog te besturen zijn als je die handschoenen draagt, dan is zo’n nieuwe ontwikkeling heel snel onderdeel van de dagelijkse praktijk.
Dit is overigens niet de letterlijke gedachtegang van Joosten maar van mijzelf, maar Joosten laat op verschillende momenten in zijn boek mooi zien hoe iets dat nu nog ver weg en extreem lijkt, heel snel via kleine stapjes dichtbij kan komen. Ook voor wie (nu nog) niet van plan is om z’n hersencapaciteit uit te breiden met een chip is het daarom toch nuttig om de ontwikkelingen te volgen. Peter Joosten biedt met zijn boek een goede introductie.