Archeologen hebben bij het Overijsselse Dalfsen het grootste grafveld uit de steentijd in heel Noordwest-Europa gevonden. Het grafveld bevat 120 graven. Door deze enorme hoeveelheid graven kunnen wetenschappelijke theorieën de prullenbak in: in de prehistorie was begraven worden niet weggelegd voor een enkeling, maar standaard voor iedereen.
5000 jaar geleden vestigden zich voor het eerst boeren boven de grote Nederlandse rivieren. Het Trechterbekervolk, genoemd naar de kenmerkende trechterbekers die dit volk maakte, ruilde hier een leven van jagen en verzamelen in voor een gesetteld bestaan. Deze steentijdmensen hebben de hunebedden in Drenthe gebouwd en één van hun grafvelden is nu teruggevonden in Dalfsen. Het grafveld is 120 bij 20 meter groot en heeft in het midden een aarden monument van 30 bij 4 meter.
Iedereen krijgt een grafgift mee
Tot nu toe waren er ongeveer vijftig graven van hunebedbouwers teruggevonden in heel Nederland, waarvan het grootste grafveld acht graven bevat. De verrassing en verbazing was dan ook groot toen bij de opgraving in Dalfsen 120 graven bloot kwamen te liggen. In elk graf lag ook nog minimaal één versierde trechterbeker als grafgift, potten die tot nu toe zeer zeldzaam waren in Nederland.
De vraag is of er ook sociale verschillen zijn. Professor Daan Raemaekers, hoogleraar Archeologie aan de Rijksuniversiteit van Groningen, denkt van wel. “De versieringen op de potten verschillen, net als de soort graven die zijn gevonden. Sommige doden lagen in een bekiste kuil, anderen in eivormige kuilen. Maar is er een link tussen de vorm van het graf en de verschillende versieringen? Kregen mannen andere grafgiften dan vrouwen? Verder onderzoek is nodig om hier ideeën over te ontwikkelen en patronen te ontdekken.”
Versieringen op de grafgiften
Uit het aantal graven en de versieringen van het aardewerk kunnen de wetenschappers opmaken hoe lang het grafveld is gebruikt en hoe groot het dorp moet zijn geweest. Raemaekers: “De bevolkingsgroei ging niet zo hard vanwege de vele sterfgevallen. Elke generatie bleef ongeveer even groot als de vorige. We hebben ook kindergraven gevonden en we gaan er vanuit dat iedereen, zowel man als vrouw, werd begraven. Zeker weten doen we het niet omdat er geen skeletten bewaard zijn gebleven.”
“De grafgiften die we hebben gevonden zijn mooi versierd en ook toen al was versiering onderhevig aan mode. Door de veranderende versieringen weet je dat het grafveld een of twee eeuwen is gebruikt. Met 120 graven in twee eeuwen zullen hier ongeveer drie tot zes families hun doden hebben begraven. Het lijkt er ook sterk op dat elke familie zijn eigen kenmerken had, maar dat moeten we nog verder uitzoeken aan de hand van de versieringen op de grafgiften.”
Leven naast de dood
Naast de versierde trechterbekers en andere grafgiften als stenen bijlen, vuurstenen pijlpunten en barnstenen kettingen, is er ook een plattegrond van een boerderij gevonden. Dit is de eerste plattegrond ooit in Nederland uit deze periode en hij is af te lezen door de verkleuring in het zand. Het gaat om een boerderij van 12 meter lang en 4,5 meter breed dat naast het grafveld stond. In de boerderij zelf vonden de archeologen ook een grafkuil. Dit geeft aan dat onze voorouders heel anders omgingen met de dood dan wij nu.
Raemaekers: “Nu vinden we het heel normaal dat de dood en de begraafplaats afgescheiden zijn van ons dagelijks leven. In de prehistorie was dat duidelijk niet het geval. Het Trechterbekervolk leefde samen met de dood én met de doden, zo blijkt uit deze vondst. De dood hoorde veel meer bij het dagelijks leven, waarin veel kinderen jong stierven en de levensverwachting laag was.” Waarschijnlijk stonden hier nog meer boerderijen, maar de grondverkleuringen die daar op zouden kunnen wijzen zijn in 5000 jaar tijd te ernstig verstoord om dit met zekerheid te kunnen zeggen.
Verdere inzichten
De wetenschappers gaan nu de vondsten verder onderzoeken. Ze hopen patronen te vinden die meer zullen zeggen over de sociale verhoudingen en verschillen tussen mannen en vrouwen. Raemakers: “In enkele Duitse graven van hunebedbouwers zijn wel mannelijke en vrouwelijke skeletten gevonden. Door hun grafgiften te vergelijken met onze grafgiften, hopen we typische vrouwelijke of mannelijke kenmerken te ontdekken. Daarnaast lijkt het erop dat de doden proviand meekregen. Zo zag ik zelf zwarte spikkeltjes tussen het zand in een trechterbeker, wat wijst op graan. Ook dit onderzoek zal verdere inzichten geven over de begrafenisrituelen uit de prehistorie.”
In twee grafkuilen zijn wat bot- en kiesresten gevonden. De wetenschappers zullen proberen hier DNA uit te halen om genetische verwantschappen te kunnen onderzoeken. Chemisch onderzoek kan meer zeggen over het dieet van de steentijdmensen: een vegetarische maaltijd reageert anders dan vlees.
Met deze vondsten en de toekomstige onderzoeksresultaten hebben wetenschappers voor het eerst meer dan een paar splinters kennis over het Trechterbekervolk in handen, waardoor ze een compleet plaatje kunnen maken van deze periode uit onze geschiedenis.