Naar de content

Geen woordenboek voor geuren

flickr.com

Mensen kunnen geuren slecht benoemen, zo wordt nog altijd gedacht. De abstractheid van een geur laat zich namelijk niet vangen door woorden. Taalonderzoekers hebben ontdekt dat dit niet waar is. We kunnen geuren heel goed omschrijven – mits we de juiste taal spreken.

Waarom kunnen we wel uitleggen hoe melk, lelies en jasmijn overeenkomen in kleur – ze zijn allemaal wit – maar niet in geur? Mensen zijn gewoon slecht in het benoemen van geuren, zo wordt nog altijd gedacht. Geuren zijn namelijk zo abstract dat we deze niet ‘kunnen gieten’ in een kunstmatige vorm als de woorden van een taal.

Is dat wel zo, vroegen taalwetenschappers Asifa Majid en Niclas Burenhult van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek in Nijmegen zich af. Is het slecht kunnen benoemen van geuren een algemeen menselijk, biologisch probleem of een beperking van de taal? Onderzoek hiernaar is namelijk vrijwel altijd gedaan met westerlingen die zijn opgegroeid in verstedelijkte samenlevingen, waar geuren niet aan de orde van de dag zijn. Een populatie die niet representatief is voor de hele wereldbevolking.

Andere talen dan het Engels, Nederlands en Duits hebben wellicht veel meer woorden voor geuromschrijvingen. Zouden de sprekers van die talen ook beter zijn in het benoemen van geuren? Majid en Burenhult ontdekten dat dit inderdaad zo is. Mensen die Jahai spreken – een taal die wordt gesproken door jagers en voedselverzamelaars in de bergen van Malakka, het Maleisisch schiereiland – kunnen geuren wél kernachtig benoemen. Omdat ze er de woorden voor hebben.

Geuren en kleuren

De onderzoekers vergeleken tien Engelssprekende mannen met tien mannen die Jahai spreken. Het Jahai heeft twaalf zelfstandige naamwoorden voor geuren. Die woorden zijn abstract, net zoals ‘rood’ of ‘blauw’ abstract zijn. Met één zo’n woord kunnen uiteenlopende geuren worden aangeduid: zo is plƐɁŋ een woord dat de geur van bloed, vers vlees en verse vis beschrijft. ltpɨt gebruik je als je de geur van bloemen, rijp fruit, parfum, zeep, of de geur van de beermarter wil overbrengen.

Alle deelnemers kregen in een vaste volgorde de geur van kaneel, terpentine, citroen, rook, chocola, thinner, banaan, ananas, petroleum, zeep en ui onder hun neus. Na elke geur stelden de onderzoekers de simpele vraag: ‘welke geur is dit?’ Ter vergelijking kregen de deelnemers verschillende kleuren te zien, gevolgd door de vraag: ‘welke kleur is dit?’

Het ruikt als kauwgom

Engelsen hadden vijf keer zoveel moeite met het bepalen van geuren als de Jahai-sprekers. Dat wil zeggen: ze gaven gemiddeld een vijf keer zo lang antwoord om hetzelfde te beschrijven. De geur van kaneel werd in het Engels beschreven als: ‘Ik weet niet hoe ik het moet zeggen… zoet, ja. Ik heb wel eens kauwgom gegeten dat zo smaakt.. ik kan niet op het woord komen. Is kauwgom goed?’ Jahai hadden maar een paar woorden nodig en waren ook nog eens eensgezinder over welke geur er geroken werd.

Dit komt, verklaren de onderzoekers, omdat de Engelse taal niet beschikt over het abstracte vocabulaire om geuren direct te benoemen. Hoewel de Jahai in 99 procent van de beschrijvingen voor kleuren en geuren in een vloeiende stroom abstracte woorden opsomden, gebruikten Engelstaligen wel abstracte woorden voor kleuren – rood, blauw, groen, of roze – maar niet voor geuren. Het handjevol Engelse woorden dat geur evalueert, zoals dat iets stinkt of lekker ruikt, komt nog het meest in de buurt, zeggen de onderzoekers.

kaneel

flickr.com

Om het tekort aan abstracte woorden te omzeilen gebruiken wij westerlingen een andere strategie om geur te duiden: we proberen de bron van de geur te omschrijven. Iets ruikt ‘als een banaan’ of ‘als natte was’. Of zoals bij kaneel ook gezegd werd: naar wijn, kruiden, zoet, rokerig, of naar kauwgom. Ook proberen we geuren te omschrijven met de woorden die we voor smaak hebben: een zure of een zoete lucht.

Het is dus gevaarlijk om te zeggen dat de mensheid niet in staat is om geuren goed te omschrijven, concluderen de onderzoekers. Mensen hebben wel het vermogen om een abstract ‘geurwoordenboek’ te maken – deze is alleen niet in alle talen vertaald.

Bronnen

Asifa Majid en Niclas Burenhult: Odors are expressible in language, as long as you speak the right language, Cognition DOI:10.1016/j.cognition.2013.11.004 (december 2013).