Naar de content

Emoties delen helpt niet om je beter te voelen

De silhouetten van twee mensen die bij zonsondergang een gesprek op een bankje voeren.
De silhouetten van twee mensen die bij zonsondergang een gesprek op een bankje voeren.
Wikimedia Commons, Alvesgaspar via CC BY 2.5

‘Gedeelde smart is halve smart’, wie kent de uitspraak niet? Die vlieger gaat helaas niet helemaal op, want je emoties delen met anderen helpt op de lange termijn niet om je beter te voelen. Dat blijkt uit onderzoek van sociaal psycholoog Lisanne Pauw.

Twee drankjes op een tafel op het strand.

Geen drankjes op het strand,. Wantje gaat toch niet op vakantie omdat je partner op het laatste moment afzegt.

Flickr.com, Christopher via CC BY-NC 2.0

Je wilt deze zomer graag op vakantie met je beste vrienden. Maar je partner ziet dat niet zo zitten en dus boeken jullie uiteindelijk een romantisch reisje met zijn tweeën. Een maand voor vertrek, heeft je geliefde plots geen zin meer en zegt de vakantie af. Nu kun je helemaal niet weg deze zomer. Je bent boos op je partner en hebt spijt dat je niet voor de vakantie met vrienden hebt gekozen. Je belt je beste vriend op en legt de situatie uit. Je vriend bevestigt jouw gevoel; het is inderdaad heel stom en je hebt alle recht om boos te zijn. Opgelucht hang je na een half uur de telefoon op.

Troostende woorden

Mensen delen hun emoties regelmatig en voelen zich daardoor vaak tijdelijk beter. Toch is het delen van emoties met anderen op de lange termijn geen garantie voor geluk. Lisanne Pauw, sociaal psycholoog aan de Universiteit van Amsterdam, keek tijdens haar promotieonderzoek naar het delen van emoties in allerlei situaties. Haar conclusie is opmerkelijk: het delen van emoties met anderen helpt op de lange termijn niet om je beter te voelen.

Dit klinkt niet logisch, maar het is wel te verklaren. “Als mensen emotioneel zijn, zoeken ze naar wat ze op dat moment prettig vinden. Maar iets wat prettig is, biedt niet altijd een oplossing voor het probleem. Je kunt het vergelijken met een kind dat valt op straat. Dat zoekt met een bloedende knie troost bij zijn vader of moeder, ook al helpt een kusje niet tegen het bloeden. Het is heel basaal dat we behoefte hebben aan troostende woorden als het niet goed met ons gaat.”

Verschil tussen situaties

Als je een goede vriend opbelt met het vakantieprobleem, kan deze twee strategieën toepassen: emotionele steun bieden of cognitieve steun bieden. Emotionele steun gaat uit van troost en erkenning. Je vriend begrijpt je probleem en onderkent jouw gevoel. Cognitieve steun geeft een ander perspectief op de situatie. Je vriend luistert naar jouw verhaal, maar geeft daarna aan dat je partner wellicht een hele goede reden had om niet meer met jou op vakantie te willen.

Pauw ontdekte dat mensen die hun emoties delen vooral op zoek zijn naar emotionele steun en dat luisteraars ook heel erg geneigd zijn die steun te bieden. “Daarbij is er wel verschil tussen situaties”, vertelt ze. “Mensen die boos of verdrietig zijn, staan veel minder open voor een ander perspectief dan mensen die ergens spijt van hebben of ergens bezorgd over zijn.”

Virtuele therapeut

Dat andere perspectief is uiteindelijk wel nodig om een nare gebeurtenis echt te kunnen verwerken. Sommige therapievormen, zoals bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie (CGT), maken hier gebruik van. Bij CGT probeert de therapeut een patiënt middels gesprekken voorzichtig richting het andere perspectief te sturen. Dit werkt vaak, maar niet altijd. De patiënt moet wel gemotiveerd zijn om zich beter te voelen en bereid zijn om met de therapeut in gesprek te gaan. “De relatie met de therapeut is heel belangrijk. Die moet goed zitten, wil de behandeling slagen”, stelt Pauw.

Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar virtuele therapeuten; avatars die wel tot op bepaalde hoogte empathisch reageren, maar daar geen oordeel aan verbinden. Dit is een uitkomst voor bijvoorbeeld soldaten met mogelijke klachten van een post-traumatische stress stoornis (PTSS) of sociaal angstige kinderen. Pauw zag in haar onderzoek ook dat mensen eerder geneigd zijn om steun te accepteren van een virtuele therapeut. “Dat komt waarschijnlijk doordat we een avatar niet tegen dezelfde lat leggen als een persoon. We verwachten van een computer nou eenmaal niet dat hij empathisch zal reageren.”

Delen met verschillende mensen

Is een virtuele hulplijn de oplossing en moeten we maar stoppen met het delen van onze emoties met anderen? Pauw: “Een avatar kan vooral goed gesprekken voeren waarbij de relatie met de therapeut minder noodzakelijk is. Het is een tijdelijke oplossing, bijvoorbeeld bij lange wachtlijsten voor psychologische hulp.”

Ze wil mensen zeker niet afraden om hun emoties te blijven delen. “Emoties opkroppen heeft sowieso negatieve gevolgen. Dat is al heel vaak uit onderzoek gebleken. Maar wees alert dat je niet in cirkels gaat redeneren. Als je iets met iemand deelt, en diegene onderschrijft jouw gevoel, dan bestaat het risico dat je samen gaat piekeren en uiteindelijk niet verder komt. Als je jouw emoties met verschillende mensen deelt, is de kans groter dat je ook een ander perspectief te horen krijgt.”

Lisanne Pauw promoveerde op 17 januari 2020 aan de Universiteit van Amsterdam. Haar promotieonderzoek is onderdeel van Promoties in de Geesteswetenschappen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
ReactiesReageer