Zoek online op ‘obesitas’ en je ziet anonieme buiken, hamburgers en weegschalen. Zulke beelden zijn niet neutraal, maar versterken hardnekkige vooroordelen. Wat doet dat met de beeldvorming over dikke mensen – en hoe kan het beter?
Wie op internet zoekt op ‘obesitas’, ziet naast enkele plaatjes over medische definities vooral veel dikke buiken, maar zonder hoofd. Ook populair in de zoekresultaten: iemand met een grote buikomvang die een hamburger of andere vette snack naar binnen werkt. Meetlinten, strakgetrokken rond een vaak blote buik, doen het ook goed, net als mensen die met twee handen in hun eigen blote buik knijpen.
Nooit verschijnt er bij deze beelden iemand met overgewicht die een presentatie houdt bij een zakelijke bespreking. Geen dikke mensen die een gezellig gesprek voeren in een sfeervolle kantoortuin. Niemand die zwaarlijvig is en gewoon de hond uitlaat of de ramen lapt.
En toch moeten dat soort beelden er zijn. De helft van de Nederlanders is immers te zwaar en bijna één op de zes heeft zelfs obesitas. Mensen met overgewicht zijn, kortom, net zo gangbaar als mensen zonder. Maar waarom zien we dan van die stereotype beelden, en zien we dikke mensen geen gewonemensendingen doen in zoekmachineresultaten? Welke gevolgen heeft dat voor de beeldvorming, en vooral: hoe kan het beter?
Veranderende meningen
Hoe de samenleving keek naar volle mensen, verschilde in de loop van de geschiedenis. De oude Grieken zagen een slank en atletisch lichaam als ideaal, en overgewicht als zwak en ongezond. In de prehistorie en ook tijdens de middeleeuwen, toen voedsel regelmatig schaars was, was overgewicht juist benijdenswaardig: ronde vormen gaven aan dat je het goed had. Volheid als statussymbool is ook terug te zien op de schilderijen van de zeventiende-eeuwse schilder Rubens.
In de achttiende eeuw sloeg de publieke opinie om: dankzij technologie was voedselschaarste steeds minder een probleem. Het schoonheidsideaal verschoof daardoor naar slank. De Amerikaanse socioloog Sabrina Strings beargumenteert in haar boek ‘Fearing the black body’ uit 2020 zelfs dat ‘vetfobie’ en het bijbehorende negatieve beeld van dikke mensen niet zozeer door medische bevindingen komen, maar misschien wel voortkomen uit de tijd van de slavenhandel. Witte slavenhandelaren hadden er belang bij de tot slaaf gemaakten zoveel mogelijk als minderwaardig af te schilderen. Ronde vormen, vooral bij vrouwelijke tot slaaf gemaakten, zagen zij als een bewijs van die minderwaardigheid.
Jenny Klijnsmit, bestuurslid van Stichting Dikke Vinger, vindt dat gezondheid wordt gebruikt om de vooroordelen over dikke mensen – slap, lui, vraatzuchtig – goed te praten. Dikke mensen mogen er zijn, ongeacht de redenen van dik zijn, vindt ze.
Klijnsmit gebruikt met opzet het woord ‘dik’. Ze vindt ‘obesitas’ een stigmatiserend, medisch woord. “Het betekent letterlijk “volgegeten”. Het wordt veel gebruikt in medische settings, en niet op een neutrale positieve manier, maar als een probleem dat opgelost moet worden.” Ook de term ‘overgewicht’ suggereert volgens haar dat het niet oké is om dik te zijn. Ze wil sowieso af van de associatie met eten. “Er zijn zo veel dingen gelinkt met dik zijn, maar die zijn ook gelinkt met jojoën, stress en gewichtsdiscriminatie.”
Dik in beeld
Klijnsmit stoort zich dan ook enorm aan stereotype beelden van dikke mensen in de media. Dikke Vinger maakte daarom een checklist van wat respectvol beeld is. Staan dikke mensen met hun gezicht in beeld? Worden ze niet afgebeeld als lui en bankhangend? Dragen ze kleding die past? Zien we dikke mensen die gevarieerd eten? Blijven de weegschaal en de centimeter buiten beeld als ze bij de dokter zijn? Zijn ze niet zonder toestemming van achteren in beeld gebracht, zoals in een drukke winkelstraat? Worden dikke mensen niet belachelijk gemaakt? En zijn het geen before-after-beelden die een ‘succes’ met afvallen suggereren?
“Ik denk dat veel mensen er helemaal niet bij stilstaan dat beeld vooroordelen in de hand kan werken”, zegt Natasja Wijling, co-voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Overgewicht & Obesitas (NVOO). “Maar om vooroordelen de wereld uit te helpen, moeten we beelden laten zien van iemand die gewone activiteiten onderneemt, of gewoon een dikke politieagent is.”
Beelden doen ertoe, zegt ook Dide van Eck, organisatiewetenschapper aan de Universiteit Utrecht. Ook zij gebruikt overigens liever de termen ‘dik’, ‘vol’ of ‘zwaarlijvig’ dan de meer medische termen ‘overgewicht’ en ‘obesitas’.
Tijdens haar colleges laat ze studenten beelden en krantenkoppen zien over dikke mensen, en vraagt ze hen wat ze al denken te weten over deze groep. “In koppen en beelden zit vaak al iets van schuld, en dik zijn lijkt iets schaamtevols – vandaar dat ze vaak zonder hoofd staan afgebeeld.” Dat soort beelden hebben ook iets symbolisch, legt Van Eck uit. “Alsof dikke mensen geen stem hebben, en alsof ze een voorwerp zijn waar je iets van mag vinden.”
Dat alles leidt tot hardnekkige negatieve vooroordelen en discriminatie. Dat werkt bij dikke mensen wat anders dan vooroordelen over mensen van kleur of mensen met beperkingen, denkt Van Eck. “Dat komt doordat veel mensen dik zijn nog steeds zien als iets dat iemands eigen schuld is. Daarom zien we gewichtsdiscriminatie ook niet als erg. Terwijl het wel degelijk invloed heeft op iemands gezondheidstoestand, vooral psychisch.”
Ook in de zorg bestaan flinke vooroordelen, bleek eerder dit jaar uit Nederlands onderzoek. Hoe zwaarder mensen zijn, hoe vaker ze vooroordelen ervaren. Een kwart van deze mensen werd zelfs uitgescholden of belachelijk gemaakt door zorgverleners.
Verkeerd beeld
Ook NEMO Kennislink gebruikte beeld bij de serie over overgewicht, obesitas of dik zijn. Onbedoeld kunnen die beelden hebben bijgedragen aan het in stand houden van negatieve vooroordelen. “Je zou natuurlijk kunnen zeggen: maar de serie gáát toch ook over mensen die zwaar zijn?”, zegt Robert Visscher, hoofdredacteur van Nemo Kennislink. “Maar als we een serie zouden maken over ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, dan zou het een verkeerd beeld geven als we alleen maar vrouwen laten zien die aan het koken zijn of de was doen, ook al is dat feitelijk nu vaak nog wel het geval.”
Jenny Klijnsmit heeft een tip voor beter beeldgebruik. “Zou je zelf afgebeeld willen worden met een meetlint om je buik of naakt op een weegschaal? Als het antwoord ‘nee’ is, moet je dat ook niet met dikke mensen doen.” Natasja Wijling ziet heel langzaam een verschuiving ontstaan, bijvoorbeeld in reclames van Nike en Hunkemöller, die grotere maten hebben en gebruikmaken van vollere modellen. Maar beiden denken dat een echte cultuuromslag nog wel even op zich zal laten wachten. De valkuilen blijven nog wel even bestaan.
NEMO Kennislink is in zo’n valkuil getrapt, vindt Visscher. “We hebben stereotypen aangehaald, terwijl we dat helemaal niet wilden. Dat hadden we anders moeten doen, en dat hebben we inmiddels ook gedaan.”
Over gewicht
Bijna de helft van de volwassenen in Nederland heeft overgewicht en obesitas neemt snel toe. Wanneer heb je eigenlijk obesitas? Wat zijn de oorzaken en wat kunnen we eraan doen?