Naar de content

Een pilletje tegen mentale luiheid

Een sudokuboek met een pen erop.
Een sudokuboek met een pen erop.
Flickr.com, Frédérique Voisin-Demery via CC BY 2.0

Soms is zelfs denken te vermoeiend. Neurowetenschapper Monja Froböse onderzocht waarom we er meestal voor kiezen om mentale inspanning te vermijden.

Waarom kiest de één vrijwillig voor een Sudoku en kijkt iemand anders, die even slim is, liever gedachteloos naar een serie op Netflix? Neurowetenschapper Monja Froböse keek in haar promotieonderzoek naar mentale couch potatoes, zoals ze hen noemt: mensen die mentale inspanning liever vermijden. Kun je ze met een pilletje stimuleren om alsnog van de bank te komen?

Of je ervoor kiest om wel of geen moeilijke taken te doen, wordt beïnvloed door bepaalde stoffen in je hersenen. Medicijnen als ritalin kunnen het aanmaken van die stoffen stimuleren of juist afremmen. Froböse ontdekte dat zulke medicijnen niet alleen ons vermogen veranderen om een taak goed uit te voeren, maar ook de motivatie om het te doen. Ze promoveerde onlangs bij het Radboudumc.

Dopamine en noradrenaline

In onze hersenen zitten stoffen die bepalen hoeveel motivatie jij hebt om na te denken. Dit zijn dopamine en noradrenaline (zogenaamde catecholamines). Bij sommige mensen is dat systeem van catecholamines heel actief. Zij zijn gemotiveerder om hun hersenen te laten kraken. Froböse wilde onderzoeken wat er gebeurt als je jonge gezonde volwassenen meer catecholamines laat aanmaken. Dat deed ze door hen het middel ritalin toe te dienen. Ritalin (methylfenidaat) maakt dopamine en noradrenaline vrij in de hersenen.

Maar hoe meet je nu hoe actief het systeem van catecholamines bij iemand is? Froböse: “Het liefst meten we direct hoe actief de catecholamines zijn, maar dan zouden we radioactieve stoffen moeten toedienen om dat in een PET-scan zichtbaar te maken.” Om dat te voorkomen, gebruikten Froböse en haar collega’s een andere maat: impulsiviteit. Hoe actiever het systeem van catecholamines, hoe impulsiever iemand is, dat is bekend. Door de impulsiviteit van proefpersonen te meten, kun je bepalen hoe actief hun catecholamines zijn. Impulsief zijn de proefpersonen die liever nu een klein geldbedrag aannemen (korte termijn) dan een groter geldbedrag over een paar dagen (lange termijn).

Makkelijke of moeilijke taak

Worden mensen mentaal minder lui als je ze ritalin geeft? Dat wilden de onderzoekers weten. Daarom lieten ze proefpersonen een computertaak uitvoeren, waarbij sommigen een pilletje ritalin kregen en anderen een placebo. In een van deze experimenten kregen de deelnemers steeds de keuze uit twee taken. Wat er niet bij werd vermeld, is dat de ene taak veel makkelijker was dan de andere. In beide taken kregen de proefpersonen cijfers te zien: bij een blauw cijfer moesten ze aangeven of het getal groter of kleiner is dan vijf, bij een geel cijfer of het even of oneven is. Bij de makkelijke taak kregen proefpersonen alleen gele of alleen blauwe cijfers te zien, bij de moeilijke taak wisselden de kleuren elkaar af. Froböse: “We vertelden de proefpersonen vooraf niet welke taak makkelijk of moeilijk is. We volgden hun natuurlijke keuzeproces.”

Wat bleek? In vergelijking met een placebo zijn deelnemers met ritalin minder gemotiveerd om voor de moeilijke taak te kiezen. Ze maken het zichzelf liever gemakkelijk. Zo ging het tenminste bij de impulsieve mensen, met veel actieve dopamine en noradrenaline in hun brein. Mensen die minder impulsief zijn, lieten het tegenovergestelde effect zien; zij kozen met ritalin vaker het moeilijke plaatje en leken dus meer gemotiveerd dan met een placebo.

Je zou verwachten dat mensen met actieve catecholamines, die van zichzelf al gemotiveerder zijn, door aanmaken van extra catecholamines nóg gemotiveerder raken. Het omgekeerde gebeurde: zij gingen mentale inspanning juist vermijden. “Dat komt omdat er een optimum zit aan de hoeveelheid hersenstoffen die je motivatie en prestatie verhogen. Ben je iemand die al hoog zit en krijg je nog meer? Dan schuif je over het optimum heen en gaat je motivatie juist achteruit.” Dit is misschien de reden dat extra dopamine (in de vorm van ritalin) mensen met ADHD juist kalmeert.

We zijn van tijd tot tijd allemaal cognitieve bankhangers.

Flickr.com, dominiqueb via CC BY-NC-ND 2.0

Cognitieve bankhangers

Tot op heden dachten we dat medicijnen zoals ritalin (die inwerken op catecholamines) vooral het vermogen om een taak te doen veranderden. Als onderzoekers hun proefpersonen een medicijn geven dat op de hersenen inwerkt, meten ze vaak via computertaken of het middel de prestatie verbetert. “Daarbij vergeten we dat motivatie een grote rol speelt in hoe goed iemand iets doet”, aldus Froböse. “Geef je geld als beloning, dan doen proefpersonen plotseling beter hun best en scoren ze hoger.”

Voor we ons mentaal gaan inspannen, maken we een afweging: is de uitkomst van die Sudoku de moeite waard? Of kost het teveel hersengekraak voor wat het oplevert? Medicijnen als ritalin beïnvloeden onze bereidheid om moeilijke denkprocessen in gang te zetten, concludeert de promovenda.

Met medicijnen kan je iemands motivatie om hard na te denken dus sturen. Maar moeten we dat altijd willen? Met wat mentale luiheid is op zich niks mis, we zijn van tijd tot tijd allemaal cognitieve bankhangers. Froböse: “Soms is het gezond om niet moeilijk te doen. Kiezen voor makkelijke taken kan goed zijn. Mentale inspanning vermijden wordt pas een probleem als het de dagelijkse gang van zaken in de weg zit, zoals het geval is bij mensen met apathie en depressie.”

Meer motivatie

“Als iemand niet goed presteert, zeggen we nu al snel dat hij het niet kan”, aldus Froböse. “Het is belangrijk dat we slechte prestaties niet zien als een gebrek aan vermogen, maar meer in het licht van een gebrek aan motivatie.” Door motivatie ga je meer doen. Op de lange termijn willen de Nijmeegse onderzoekers ook andere manieren onderzoeken om de motivatie tot denken te bevorderen. Het kan met een pilletje, maar dat hoeft niet. Een beloning werkt ook.

Hard nadenken kost moeite. Als je er iets van waarde tegenover zet, lijkt het uiteindelijk minder inspanning te kosten. “Voor de één is geld de beloning waar ze hun motivatie uit halen, voor een ander is dat de optie om thuis te werken”, aldus Froböse. “Motivatie bevorderen is maatwerk.”

Monja Fröbose promoveerde 31 oktober 2019 aan de Radboud Universiteit op het proefschrift The mental couch potato – Neurochemistry of cognitive control.

ReactiesReageer