Naar de content

Een aai op afstand

Een armband waarmee je je geliefde op afstand kunt laten voelen dat je aan hem of haar denkt. Dit product komt mede voort uit het promotie-onderzoek van Gijs Huisman aan de universiteit Twente. Hij onderzocht hoe technologie fysiek contact mogelijk maakt op afstand. Er lijkt genoeg belangstelling: de kickstartcampagne om deze armband verder te ontwikkelen – gelanceerd vlak voor Valentijnsdag – heeft al bijna het volledige beoogde bedrag opgebracht.

“Mensen raken elkaar voortdurend aan, vooral als je een nauwe band met elkaar hebt. Je knuffelt en streelt elkaar, een collega geef je een bemoedigend klopje op de schouder”, zegt Gijs Huisman, onderzoeker aan de Universiteit Twente. “Maar je bent niet altijd bij elkaar in de buurt zodat je elkaar aan kunt raken.”

Met de knuffelarmband laten geliefden elkaar op afstand weten dat ze aan elkaar denken. Als de een liefkozend in de armband knijpt, dan voelt de ander dat in zijn pols bij zijn eigen armband. Als je de eerste testgebruikers mag geloven, voelt het als een soort zachte trilling, een heel subtiel kneepje in je pols.

Intiem

Het begon allemaal in 2011 toen Huisman bij de Human Media Interaction groep van de Universiteit Twente aan de slag ging. Aanrakingsgevoelige apparatuur is niet zomaar te koop. Hoe creëer je met technologie een menselijk gevoel van aanraking? En waar op het lichaam begin je? Huisman experimenteerde met druksensoren en de eenvoudige trillende motortjes die je in je mobiele telefoon vindt. Huisman vroeg zich in eerste instantie ook af wat aanraking doet met je beeld van virtuele karakters, als een avatar of een sociale robot waarmee je communiceert? Wat als je dat virtuele karakter op je telefoon of computer niet alleen zou horen praten en zien maar ook kan voelen en aanraken?

“Bij aanraking heb je het natuurlijk over een heel breed spectrum, van een formele hand geven tot seksueel contact.” Hoewel Huisman even heeft gesproken met geïnteresseerden uit de seks-industrie, ging hij ten slotte toch voor het strelen van de arm. “Een aai over arm wordt heel veel gebruikt en is ook niet te intiem. Het is niet gek als iemand van een onderzoeksteam een proefpersoon over de arm streelt. Bovendien heb je op je arm heel wat receptoren die gevoelig zijn voor aanraking. Minder dan op je vingertoppen, maar weer veel meer dan op je rug.”

Dit artikel is een verkorte en aangepaste versie van een artikel op de site van Commit/, die het onderzoek van Huisman gedeeltelijk financierde.

Huisman kwam in contact met Aduén Darriba Frederiks van de Hogeschool van Amsterdam, die bezig was met een kussen van geleidende wol. Samen perfectioneerden ze een mouw die de sensatie van aaien overbrengt. Ze maakten gebruik van de ‘vibrotactile funneling-illusie’: wanneer je twee motortjes op enige afstand van elkaar met dezelfde sterkte laat trillen, voelt het alsof je midden tussen de motortjes wordt aangeraakt. Als je vervolgens een van beide motortjes harder laat trillen, voelt het punt van aanraking dichter bij dat motortje. Door de amplitude van beide motortjes te variëren, ontstaat het gevoel van beweging over de arm. “Dat noem je ook wel tactile apparent motion, oftewel een vibrotactiele aai”, aldus Huisman.

Hoe echt voelt zo’n kunstmatige aanraking? Huisman verwijst naar een citaat uit Adam Douglas’ Hitchhikers guide to the galaxy, waarin een machine thee zet. Het resultaat is ‘almost, but not quite, entirely unlike tea’ (bijna, maar net niet helemaal, volkomen anders dan thee). Huisman lacht: “Het gevoel is totaal anders, maar niet compleet anders.” En dat het geen mens is die je aanraakt maar een machine, heeft voor de ervaring weinig effect. De wetenschapper liet mensen filmpjes kijken van iemand die op verschillende manieren gestreeld wordt. “Het bleek niet uit te maken of je door een stok, hand of robot aangeraakt wordt. Wat wel uitmaakt is de snelheid waarmee het gebeurt.” Huisman paste de mouw aan op exact drie centimeter per seconde. De meest prettige aai-snelheid.

Warmere persoonlijkheid

Huisman werkte tijdens een summerschool aan de Touching virtual agent. Daarbij combineerde hij visuele en tactiele feedback. Je draagt de mouw, ziet je arm op een tablet die boven je arm hangt. Bovendien heb je op de computer contact met een virtueel karakter. Vervolgens zie en voel je een beestje over je arm lopen. Het virtuele karakter slaat het beestje dood. “We deden meerdere van dit soort experimenten. Het bleek dat mensen die een spel speelden met virtuele karakters, waarbij een van de karakters je even aanraakte, dat karakter een warmere persoonlijkheid toeschreven. Ongeacht of je met dat karakter samen moest werken, of het een tegenstander was.”

Veel onderzoekers zijn er bang voor dat hun onderzoek in een la verdwijnt. Daar heeft Huisman geen last van. Zijn onderzoek was het startpunt voor een veel grotere studie op het gebied van social touch technology, waarbij inmiddels meerdere wetenschappers betrokken zijn. “Binnen onze vakgroep was ik de eerste die aan dit onderwerp werkte. Nu zijn er twee andere promovendi mee bezig. Mooi om te zien waar ik klein en moeizaam mee begon, nu groter gaat worden. Ik vind het bijzonder om aan het begin daarvan te hebben gestaan.”

Huisman verdeelt zijn tijd over de universiteit en de kersverse startup House of Haptics. Met twee collega’s werkt hij aan onderzoeksvoorstellen. Ze willen kijken naar eenzaamheid en de rol van fysiek contact in verzorgingshuizen. Daarnaast is Huisman actief bezig de Hey-armband op de markt te brengen. “Ik vind het inspirerend dat mensen echt het nut lijken in te zien van waar ik onderzoek naar heb gedaan. Dat het dus niet alleen om een verkennend en nieuw onderzoek gaat, maar ook daadwerkelijk in een bepaalde behoefte van mensen lijkt te voorzien.”

Privé

De data van de knuffelarmband hoopt Huisman te kunnen gebruiken voor verder onderzoek. “Natuurlijk zijn alle gegevens privé, maar het kan een extra vraag zijn die we vooraf stellen: vind je het goed als we de data gebruiken voor onderzoek? Het lijkt me geweldig die gegevens te kunnen gebruiken!”

Gaat Huisman de armband zelf gebruiken? “Ik heb geen lange-afstandsrelatie. Maar mijn vriendin en ik wonen in Utrecht en ik werk in Enschede, dus dat maakt dat het soms wel zo voelt. De hele dag berichtjes sturen dat je aan iemand denkt, is niet iets voor mij. Dit is een heel subtiele manier om even ‘hey’ te zeggen.”

ReactiesReageer