Naar de content

Dino's kwamen pas na half jaar uit het ei

Trage ontwikkeling kan hebben bijgedragen aan uitsterven

Emily Willoughby CC BY-SA 3.0

Het is gelukt om van twee dinosauriërs die nog uit het ei moesten komen, de dagelijkse ‘groeiringen’ van hun tanden te tellen. Daaruit blijkt dat ze maandenlang in het ei zaten. Dino’s waren dus trage broeders, net als de krokodil. Dat is verrassend, omdat hun directe afstammelingen, de vogels, maar een paar weken in het ei zitten. Na de catastrofale meteorietinslag in Yucatán, 66 miljoen jaar geleden, kan juist dat de dino’s fataal geworden zijn.

Reconstructie van een exemplaar van Protoceratops andrewsi, een van de dino’s waarvan de broedtijd bepaald is.

Emily Willoughby CC BY-SA 3.0

“Dit had veel eerder gedaan moeten worden”, stelt Anne Schulp, specialist op het gebied van dinofossielen bij Naturalis. Hij is enthousiast over het onderzoek van Gregory Erickson en diens Amerikaanse collega’s, maar: “Er zijn maar weinig embryo’s van dinosauriërs gevonden, en de vinders zullen niet staan te juichen als Erickson langskomt met de vraag of hij even met een slijptol dat mooie fossiele ei mag onderzoeken.”

Destructief onderzoek

Ericksons team mocht dergelijk destructief onderzoek doen aan twee fossiele dino-embryo’s; een exemplaar van Hypacrosaurus stebingeri (volwassen ongeveer zo groot als een olifant) en een exemplaar van Protoceratops andrewsi (ongeveer zo groot als een mens). Het lukte hen om in de tanden van de twee embryo’s de zogeheten Von Ebner-groeiringen te tellen. Die ontstaan doordat op de tanden elke dag een nieuw, flinterdun laagje materiaal aangroeit, dat daarna moet uitharden. Die afwisseling zorgt voor onder een microscoop zichtbare groeiringen. Daaruit is de incubatietijd, de tijd tussen het leggen en het uitkomen van het ei, te bepalen.

Warmbloedig

Dinosauriërs waren warmbloedig, en zijn nauw verwant aan vogels. Ze legden maar een paar eieren tegelijk, en volgens Schulp waren er zelfs dinosoorten die hun eieren uitbroedden. “We kennen fossiele eieren die werden bedekt met een hoop bladeren, maar er zijn ook dino-eieren die pigmentvlekken in hun schaal hebben.” Dat wijst erop dat ze, net als vogeleieren, gelegd zijn in een nest en bebroed werden. Dat is een groot verschil met andere reptielen, zoals de koudbloedige krokodillen, die veel eieren tegelijk leggen en die vervolgens aan hun lot overlaten.

Omdat vogeleieren al na enkele weken uitkomen, was de verwachting dat ook dino-eieren vrij snel uit zouden komen. Tot nu toe achtte men het echter onmogelijk om de incubatietijd van dino-eieren te bepalen. Uit de telling van Erickson blijkt nu dat deze twee dino’s minimaal 80 en 170 dagen in het ei gebleven zijn.

De onderzoekers opperen dat de lange incubatietijd bijgedragen heeft aan het uitsterven van de dinosauriërs na de enorme meteorietinslag in Yucatán, 66 miljoen jaar geleden. In de jaren daarna moeten de omstandigheden op aarde buitengewoon moeilijk geweest zijn. Er zat zoveel stof in de lucht, dat het zonlicht enorm afnam en gewassen nauwelijks groeiden. Ook zal het groeiseizoen heel kort geweest zijn. Behalve de dino’s stierven nog talloze diersoorten uit, maar het is onduidelijk waarom de ene soort wel en de andere niet. Zo overleefde de groep reptielen waar de krokodillen deel van uitmaken de ramp wel.

De combinatie van warmbloedigheid en lange broedtijd kan de dinosauriërs de nekslag gegeven hebben. Schulp: “Reptielen zoals krokodillen zijn koudbloedig, die kunnen een jaar zonder eten. Maar als je warmbloedig bent, heb je veel meer voedsel nodig, zeker ook als je net uit het ei komt en heel hard moet groeien. Als je dan maar één legsel per jaar hebt, kan dat net slecht uitkomen.”

Bron

Gregory Ericksona e.a., Dinosaur incubation periods directly determined from growth-line counts in embryonic teeth show reptilian-grade development, PNAS (2 januari 2017), DOI: 10.1073/pnas.1613716114

ReactiesReageer