Naar de content

Dieren die (elkaar) versieren

Frans de Waal schrijft in Anders over sekse en gender bij dieren

PXHere, via CC0

Vrouwen zijn zorgzamer en mannen zijn geschiktere leiders; het zijn slechts twee van de stellingen die de wereldberoemde bioloog Frans de Waal bestudeert in zijn boek Anders. Hierin nuanceert hij op basis van onderzoek naar mensapen allerlei (vaak eeuwenoude) opvattingen over gender.

Anders is bij lange na niet het eerste boek dat Frans de Waal schreef over onderzoek naar apen, maar wel hetgene met één van de meest controversiële onderwerpen. Hij blijft daarom dichtbij zijn expertisegebied: het sociale gedrag van mensapen en hoe dat in relatie staat tot gedrag bij mensen. Veel mensen zijn benieuwd naar wat gender- en sekseverschillen bij dieren kunnen betekenen voor hoe de menselijke samenleving in elkaar zit, zo merkte hij. Om geen onrealistische verwachtingen te wekken, begint De Waal met een subtiele disclaimer: observaties van mensapen dienen niet als model van hoe de mens zich zou moeten gedragen. Biologen oordelen niet over gedrag, zij observeren het alleen.

Het boek vervolgt inderdaad met een flink aantal observaties van allerlei diersoorten, waarvan het grootste deel over mensapen, onderverdeeld in onderwerpen. Het boek voelt in het begin wat ongestructureerd, maar na het toelichten van de context en definities van gender, sekse en andere belangrijke concepten, volgt elk hoofdstuk een vergelijkbare lijn. De Waal beschrijft allerlei interessante anekdotes en verslagen van het gedrag bij dieren. Hij beredeneert daarna welke parallellen er te zien zijn bij mensen, of welke invloed de inzichten over dieren hebben gehad op de denkbeelden over verschillen tussen de genders.

Gender versus sekse

De Waal is zich duidelijk steeds bewust van de verschillen tussen de termen ‘gender’ en ‘sekse’ en wanneer sprake is van welk begrip. Sekse gaat om het biologische geslacht van een individu, dus man, vrouw, of intersekse persoon. Gender gaat om sociale en aangeleerde ideeën over wat ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’ is. Gender verwijst ook naar het al dan niet identificeren met het biologische geslacht, bijvoorbeeld bij transgender personen. Gender is dus een belangrijk begrip als we menselijk gedrag willen onderzoeken. Bij dieren spreken onderzoekers vrijwel altijd over sekse, omdat een dier niet kan uitleggen hoe die zich precies identificeert.

Beweegredenen tot seks

Zo buigt De Waal zich bijvoorbeeld over het cliché dat vrouwen ingetogen, kuis en trouw zijn ten opzichte van mannen als het op seks aankomt. Hij geeft een voorbeeld van hoe een paring bij chimpansees kan verlopen. De vrouw begint door met haar genitale zwelling (waaruit blijkt dat zij op dat moment vruchtbaar is) te gaan liggen richting de man die zij op het oog heeft, alsof ze daar gewoon even ligt te rusten. De man merkt dit feilloos op en via allerlei omwegen ontmoeten zij elkaar op een beschut plekje in het bos om daar zo stil mogelijk het geflirt te bezegelen.

Dat klinkt misschien omslachtig en geheim, en dat is het ook. Hoewel de vrouw naar weten van de rest van de kolonie paart met een dominant mannetje wat hoog in de hiërarchie staat, houdt ze er vaak ook een aantal minnaars op na. Naast directe redenen als opwinding en genot, beschrijft de bioloog dat het evolutionair gezien gunstig is voor een vrouw om seks te hebben met meerdere mannen. Als meerdere mannen mogelijk de vader van haar baby zijn, zullen zij allen beschermend optreden en eten met haar delen. Het idee dat vrouwen alleen seks hebben om zwanger te worden, is dus achterhaald. Dat geldt ook voor mensen, schrijft De Waal. De stelling dat mannen een sterkere seksdrift hebben dan vrouwen is door wetenschappelijk onderzoek nooit zodanig sterk ondersteund. Observaties van gedrag van mensapen, waarvan het voorbeeld hierboven één van velen is, onderstrepen des te meer hoe divers beweegredenen tot seks kunnen zijn.

Verrassing: we kunnen niet alles weten

De Waal zoekt gedurende het hele boek naar hoe gedrag van mensapen gerelateerd is aan menselijk gedrag. Daardoor begin je als lezer de verhalen soms te beleven alsof ze over mensen gaan, waarvoor de schrijver in het begin van het boek juist al waarschuwde. Precies op die momenten trekt hij je weer uit die waan door te benoemen wat we niet weten. Er is bijvoorbeeld geen bewijs dat apen weten dat seks leidt tot het krijgen van een kind. We kunnen een oude aap ook niet vragen of die zich bewust is van diens naderende dood. Hierdoor blijf je als lezer bij de les: wetenschappers kunnen observeren en vergelijken, maar weten niet of apen op dezelfde manier denken over concepten als wij, bijvoorbeeld over voortplanting of de dood. Mensapen blijven in sommige opzichten altijd anders dan de mens.

De Waal besluit met een beschouwend en sterk laatste hoofdstuk waarin hij benadrukt dat je geest en lichaam nooit los van elkaar kan zien. Het is bij mensen ontzettend moeilijk om effecten van biologische oorsprong aan de ene kant en druk vanuit de maatschappij om te voldoen aan een bepaald beeld aan de andere kant, te ontwarren. Onderzoek naar mensapen kan daarbij verrassende inzichten bieden, omdat deze dieren niet onderhevig zijn aan de culturele waarden van de mens. Daaruit leren we over een aantal verschillen tussen seksen/genders die universeel blijken.

Toch zijn die verschillen niet absoluut: er zijn altijd overlappende gebieden, zo beschrijft De Waal. Niet alle mannen en alle vrouwen zijn precies hetzelfde, en sommigen voelen zich door beide termen niet gerepresenteerd. De Waal pleit ervoor verschillen te accepteren en diversiteit te omarmen, omdat het leven zonder maar saai zou zijn. In plaats van te focussen op verschillen, zouden we moeten streven naar gelijke behandeling en kansen. Van ‘leven en laten leven’ is bij dieren niet altijd sprake, zo laat dit boek ook zien, maar wel als het gaat om seksuele expressie of voorkeuren. Biologen hebben nooit gerapporteerd over dieren die elkaar afwijzen op basis van die eigenschappen. Daar kunnen wij als mensen nog wat van leren.

Frans de Waal, Anders (vertaald door Albert Witteveen), Atlas Contact, 440 pagina’s.